Positief of ik schiet
Positief denken ! Wie niet gelooft dat het geluk vooral tussen je oren zit, wordt al snel als een pretbederver beschouwd. Maar blind optimisme kan ook tot economische crisis en uitzichtloze oorlogen leiden. Vandaar de vraag aan filosoof Jean Paul Van Bendegem : hoe positief zijn positivo’s ?
Hoe meer je glimlacht, hoe langer je leeft.” “Het is beter één klein lichtje aan te steken dan de duisternis te vervloeken.” Om de paar dagen bestookt de Liga van de Optimisten mij met een zwik hoopgevende oneliners. Zoveel enthousiasme, zoveel blijmoedigheid, daar kan een mens toch niet tegen zijn. De bijbel van het opbouwende gedachtegoed, The power of positivethinking van de Amerikaanse predikant Norman Vincent Peale, dateert overigens al van 1952. In de recente megaseller The secret maakt de Australische Rhonda Byrne zich sterk dat wat je wilt ook echt gebeurt. “Maak komaf met de negatieve mensen in je omgeving” is dan weer het belangrijkste advies van Jeffrey Gitomer in de Little gold book of Yes ! Attitude. En ook in vaderlandse feelgoodprogramma’s als Allemaal Sam en Goeie vrijdag wordt de blijde boodschap erin geheid : alles wat mooi en prachtig is, wordt verbonden met een positieve geesteshouding.
“Klef”, vinden sommigen, “gevaarlijk”, vinden anderen. Zoals de Amerikaanse feministe Barbara Ehrenreich die in haar boek Smile or die haar pijlen vooral richt op de Pink ribbon-beweging, vrouwen in roze T-shirts die borstkanker voorstellen als een uitdaging die ze door hun positieve instelling overwinnen. Zelf voelde borstkankerpatiënte Ehrenreich vooral woede, ook al omdat de borstkankerbeweging acceptatie en gehoorzaamheid aan vaak uitputtende therapieën predikt, zonder kritische vragen te stellen over de oorzaken van het veelvuldig voorkomen van kanker in geïndustrialiseerde gebieden. Bij uitbreiding rekent ze ook af met het roekeloze optimisme dat zowel aan de oorlog in Irak als aan de economische crisis ten grondslag lag. Op de werkvloer zijn positief ingestelde, gedweeë krachten natuurlijk mooi meegenomen, sneert Ehrenreich, zeker in tijden van crisis en reorganisatie. Verdienen kankeraars en zwartkijkers dan toch meer krediet ? We vroegen het aan filosoof Jean Paul Van Bendegem, die niet kan ontkennen dat onze samenleving voor verbetering vatbaat is, maar daar merkwaardig vrolijk bij blijft.
Als je iets maar hard genoeg wilt, krijg je het wel voor elkaar, poneren de goeroes van het positief denken.
Jean Paul Van Bendegem : Op de Titanic zou het niet veel geholpen hebben, is mijn eerste reactie. Maar dat moet ik meteen nuanceren : een positieve instelling zou mensen kunnen motiveren om op zijn minst te proberen te overleven. Maar wat mij vooral stoort aan al die mental coaching en assertiviteitstrainingen is dat ze volledig gefixeerd zijn op het individu. En ja, er zijn in de maatschappij dingen die je als individu kunt doen, maar een hoop andere problemen kunnen alleen door de officiële instanties opgelost worden. Neem nu zo’n Obama. Je kunt de indruk hebben dat die ene man in de States alle veranderingen teweegbrengt, maar dat kan alleen als er sociaal, politiek en economisch een omgeving is die dat toelaat. Mocht hij in zijn opdracht falen, dan zal het zeker ook niet alleen zijn schuld zijn. Wat er gebeurd zou zijn als Hitler niet geboren was ? Grosso modo hetzelfde, ben ik geneigd te denken. Er liepen toen in Duitsland genoeg brulboeien met hetzelfde gedachtegoed rond en het apparaat was er klaar voor.
Hebben we eigenlijk wel reden om de wereld door een roze bril te bekijken ?
Je kunt niet ontkennen dat de toestand van de wereld redelijk belabberd is. Kan onze planeet nog een extra miljard mensen aan ? Nee dus, en dan heb ik het niet eens over de consequenties voor het milieu. Van de mensen die er nu al zijn, leeft minstens één miljard in bittere armoede. Dan kun je alleen maar concluderen dat we niet goed bezig zijn. En dat we in eerste instantie moeten proberen om de mensen die er al zijn een menswaardig bestaan te geven. Anderzijds : we hebben nog nooit over zoveel middelen beschikt om daar iets aan te doen. Maar wetenschappers en technologen zijn natuurlijk ook verankerd in een maatschappij die in de eerste plaats probeert de economie draaiende te houden door mensen aan te zetten te consumeren. Hoe groot is hun onafhankelijkheid, kun je je dan afvragen. In hoeverre kunnen zij voor een uitweg zorgen uit de toestand waarin we ons nu bevinden ? Dat stemt mij dan weer pessimistisch. Maar hoe ook : de aarde kan zeker nog drie tot vijf miljard jaar mee voor de zon begint leeg te lopen. En ook als de mens van deze planeet zou verdwijnen, de bacteriën blijven. Zowel in aantal als in biologische massa zijn zij groter dan wij, mensen. Ongelooflijk hé, van die onnozele kleine beestjes.
Is dat nu iets om blij over te zijn ?
Ik bedoel maar : er is tijd genoeg om de evolutie een tweede kans te geven. Slechter dan de eerste keer kunnen we het er moeilijk vanaf brengen, zou een beetje cynicus kunnen opmerken. Anderzijds : het leven is niet alleen maar schoonheid en harmonie. Trekken en sleuren, dat is nu juist eigen aan mens zijn tussen de mensen.
Mensen zijn het tegenwoordig zo gewend alles naar hun hand te zetten dat ze geen rekening meer willen houden met tegenslagen.
Je wordt inderdaad aangemoedigd om je lot niet te aanvaarden. Een mens moet tegenwoordig aan zoveel eisen voldoen : je moet een perfect gezin hebben, een goed inkomen, het ideale huis, een mooi uiterlijk. Intellectueel is de drang naar verbetering niet zo groot. Pas op, ik ben een groot voorstander van de maakbaarheid van mens én samenleving. Maar wat ik nu zie, is dat die maakbaarheid volledig op het individu gericht is, en dan vooral op het gebied van het uiterlijk. Goed, er is die hele anti-rookcampagne. Maar waarom maakt men niet meer werk van andere factoren die onze gezondheid bedreigen ? Van stress, om maar iets te zeggen. Maar als je dat soort problemen wilt aanpakken, zit je op het bestuurlijke niveau.
Van inkomen gesproken. Hoe roekeloos optimistisch moeten consumenten en overheid niet zijn om zich diep in de schulden te steken in de overtuiging dat die in de toekomst als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen ?
Ik behoor tot die generatie die als student zwaar ter linkerzijde was en dus wel degelijk doordrongen van het diepe besef dat het economische systeem niet kon blijven draaien zoals dat nu gebeurt. Sinds het begin van de crisis is er – ik zeg nu maar wat – 15 miljard euro verdampt, las ik onlangs in de krant. Hoe moet ik mij dat voorstellen ? Als condensatie op de wanden van een kluis ? Nee, dat geld is er eigenlijk nooit geweest. Want mensen verhandelen niet alleen aandelen, maar ook opties op aandelen, en premies op opties. Eens je virtueel bezig bent, is the sky the limit. Maar de schulden zijn wel reëel. En dan die gigantische bonussen die topmanagers opstrijken, dat is toch wraakroepend. Ik zou graag een sociologisch experiment willen doen. In een paar grote bedrijven de topmanagers kidnappen en vervangen door acteurs, dubbelgangers die niets anders moeten doen dan in een dure auto rijden en met elkaar dineren. En dan zien of het enig verschil maakt qua bedrijfsresultaten.
Vanuit het positief denken zadelt men mensen met nieuwe schuldgevoelens op. Als je niet slaagt in het leven, komt dat doordat je het niet hard genoeg gewild hebt.
Dat soort maakbaarheid, daar gruwel ik van. In hoeverre bepaalt een mens zijn eigen leven ? Als ik naar mezelf kijk is mijn conclusie : minimaal. Want als ik mij afvraag met hoeveel beslissingen ik mijn leven een heel andere wending gegeven heb, dan kom ik uit bij tweeëneenhalf. Het afbreken van mijn eerste relatie, mijn bewuste keuze voor burgerdienst in plaats van in het leger te gaan – wat niet eens zo’n grote impact op mijn verdere leven had – en mijn toetreding tot de vrijmetselarij, wat maar half telt omdat ik gevraagd werd. In alle andere gevallen ging het om voorstellen van anderen waar ik simpelweg op ingegaan ben. Van die wonderlijke kruisingen in je leven waarbij er iemand op de juiste plaats en op het juiste moment langskomt. Ben ik dan geen zelfstandig mens ? Jawel, maar de omgeving speelt een grote rol. Mijn vader had een groothandel in fruit, het studeren werd niet aangemoedigd, maar ook niet tegengewerkt. Veel mensen hebben poten-tieel, maar het wordt niet aangesproken omdat de omstandigheden niet goed zijn. En dan zeggen : het ligt aan u ? Dat kun je niet menen.
Theorieën als ‘The secret’ blinken uit in simplificatie : er is maar één waarheid, één juiste leer, verspreid door een goeroeachtige figuur.
Precies, je moet één sleutel hebben. Wat bewijst dat veel mensen niet in staat zijn om met de complexiteit van de samenleving om te gaan. We mogen dan al in een global village leven, het is wel een verdraaid grote village. Wat mij verontrust is dat studenten bijvoorbeeld moeite hebben met het evalueren van informatiebronnen. Het kritisch vermogen, daar wil het wel eens aan schorten. De eerste website zal wel de juiste informatie geven zeker, anders zou die niet bovenaan staan. De neiging ook om bij het lezen van een opiniestuk de denkpiste van de auteur te volgen in plaats van de argumenten werkelijk door te denken. We hebben ook geen debatcultuur. Pas op, ik ben voor de vrije meningsuiting, maar tégen het zomaar de wereld in slingeren van ongefundeerde uitspraken zoals dat in talkshows maar al te vaak gebeurt.
Al bij al lijkt u mij een onverbeterlijke optimist.
Ja, snel opgeven ligt niet in mijn aard. Ik blijf geloven in de maakbaarheid van de mens, maar dan in termen van samenleven met anderen. En ja, dat kan nog veel beter. Sociaal bewustzijn moet aangeleerd worden, we krijgen dat niet bij de geboorte mee. Maar er is hoop. Zo pendel ik al 25 jaar met de trein tussen Gent en Brussel. Die massa mensen die dat kleine perron en de roltrappen in Brussel overstroomt, mij verwondert het hoe gedisciplineerd dat telkens gebeurt. In al die tijd heb ik misschien één, twee kleine incidenten meegemaakt. Of neem nu die verschrikkelijke voorsteden van Parijs. Leef daar eens… Eerlijk gezegd verbaast het mij dat daar niet elk weekend rellen zijn. Wat mij onlangs getroffen heeft, was de reeks van Rudy Rotthier in De Morgen over de scholen in Molenbeek en Sint-Joost. Een leraar die langzaam maar zeker het vertrouwen wint van een moslimmeisje zodat ze zich in het ondiepe water van het zwembad waagt. Dat kan een futiliteit lijken, maar als zoiets je een paar keer lukt, dan breng je iets teweeg. Misschien zal zo’n meisje later het zelfvertrouwen hebben om thuis te zeggen : “Nee, dat wil ik niet.” Als ze mij zouden zeggen : “Bedenk nu eens een feelgoodshow”, dan zou ik dat soort leraren en sociaal werkers vragen. Hoewel ze waarschijnlijk niet eens in de schijnwerpers zouden willen staan. Maar als je al die kleine dingen bij elkaar optelt, dan krijg je toch wel een mooie massa. Niet zo groot als de bacteriën, maar toch.
Door Linda Asselbergs – Illustratie sebastiaan van doninck
“Wat mij stoort aan al die mental coaching is dat ze gefixeerd zijn op het individu. Een hoop oplossingen kunnen alleen van officiële instanties komen.”
“Het leven is niet alleen maar schoonheid en harmonie. Trekken en sleuren, dat is nu juist eigen aan mens zijn tussen de mensen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier