Poppen uit Pagan

De New Yorkse flat van ex-fotomodel Anne Kramer is bevolkt met jeugdsouvenirs. Als dochter van een geoloog groeide ze op in Birma, met tussenstops in Nepal, Thailand, Pakistan en Houston.

De doorman in de imposante entreehal van het appartementencomplex op West End Avenue wijst ons de weg naar de bovenste verdieping. Daar bevindt zich het penthouse van onze gastvrouw, het Duitse ex-fotomodel Anne Kramer. De voordeur staat op een kier. We kloppen aan en lopen door tot in de woonkamer: daar staat Anne, casual gekleed in jeans en wit T-shirt, helemaal opgeslorpt door wat ze ziet in haar sterrenkijker. “Hebben jullie de komeet Hale Bob al gezien? Nee? Dan hebben we met die heldere hemel vanavond een prachtkans om hem te bekijken.” Anne vertelt dat ze de kijker in bruikleen heeft van haar vader die geoloog is. “Het merendeel van de spullen die je hier ziet is familiebezit en komt uit de tijd dat ons gezin, in 1981, in Pagan, in Birma woonde. We zijn daarheen verhuisd vanuit mijn geboortestad Kirchhorst bij Hannover in Duitsland. In Birma waren wij de enige familie die buiten de compound, het afgeschermde dorpsgedeelte woonde en we trokken regelmatig, onder begeleiding van lokale gidsen, de jungle in. Mijn vader voorop en achter hem de hele familie: het leek wel een avonturenfilm. Na een urenlange, zware tocht doemde dan ergens een vervallen ruïne op, waar we enkele dagen verbleven omdat mijn vader er onderzoek moest doen. Soms nam hij ook dingen vandaar mee terug. Wij vermaakten ons door de ruïne en de omgeving te verkennen. Die mystieke sfeer en de stilte die er heerste, heeft een grote indruk op mij gemaakt, net zoals de lokale bevolking. Als jong meisje stak ik met kop en schouders boven alle mensen uit. Het is zelfs ooit gebeurd dat, toen ik een markt bezocht, de mensen rond mij een kring vormden en giechelend naar mijn blonde haar wezen. Maar die markt was ook het begin van mijn eigen verzameling. Daar vond ik bij een mannetje een klein koperen beeldje dat een ruiter te paard voorstelt. Als kind had ik het gevoel iets bijzonders te hebben ontdekt en betaalde nietsvermoedend 60 dollar. Ik holde naar huis in de veronderstelling dat het antiek was en dat mijn vader me zou prijzen om mijn inzicht. Helaas bleek dit het meest voorkomende beeldje dat je in Birma kon kopen en was het helemaal niets waard. Maar ik koester het nog als een dierbaar kleinood uit mijn kindertijd.”

Een kindertijd die naast het verblijf in Birma ook tussenstations had in Nepal, Pakistan, Thailand en het Amerikaanse Houston, thuisbasis van de Nasa, een van de laatste werkgevers van Annes vader. Hij was inmiddels expert geworden op het gebied van remote sensing, een gespecialiseerd onderzoek naar natuurlijke bronnen in verschillende landen.

Na haar schooltijd kwam Anne al snel terecht in de mode- en modellenwereld. Voor haar werden Parijs, Milaan en New York de haltes in haar jachtige leven als fotomodel. Ze trouwde met een filmproducer en werd moeder van een zoon, Max, nu 5 jaar. Reden genoeg om zich ergens voor langere tijd te vestigen. New York bleek een goede plek. “Maar het viel niet mee om hier iets te vinden dat ons beviel. Uiteindelijk kwamen we via een makelaar aan dit appartement. Hij wou het eerst niet laten zien en ook niet verkopen, omdat het zó uitgewoond was. De indeling was ook niet echt praktisch, met zeer kleine slaapkamers en drie badkamers, en het dakterras had geen mooi uitzicht omdat er een hoog hek omheen stond. Maar ik zag wel de voordelen ervan. Ik zou de indeling toch veranderen en met Max op komst vond ik zo’n hoog hek wel praktisch. Na moeizame onderhandelingen hebben we de flat uiteindelijk voor tweederde van de oorspronkelijke prijs kunnen kopen. Alles wat ons niet aanstond hebben we afgebroken en we hebben de flat helemaal van de grond terug opgebouwd.”

Waar vroeger de slaapkamers waren, kwam de living met een gunstiger ligging naar de zon toe. Van vele kleine kamers werden enkele grotere gemaakt. En na veel timmer- en schilderwerk was eindelijk de ruimte klaar voor Annes ‘exotische’ verzameling, waarover ze kleurrijke verhalen kan vertellen. “Die drie poppen bij het raam zijn houtsnijwerk uit Birma. Het snijwerk op zich vraagt al heel wat tijd, maar men vertelt ook dat de ambachtslui er acht weken over doen om de juiste takken uit de bomen te krijgen. Ze zouden elke dag naar de boom terugkeren om vergiffenis te vragen dat ze in hem kappen. Elke dag worden de uitgekozen takken, stukje voor stukje, iets meer losgekapt.”

De trommel die dienst doet als bijzettafel in de tv-hoek noemt men een 4 frog: vier kikkers. Elke kikker, als klein ornament aangebracht op de bovenkant, staat voor de afstand, gemeten in dorpen, die het geluid van de trommel kan bereiken. Deze trommel hoorde je dus vier dorpen verder.

De zwarte pot die op de lage tafel staat is een lunchbox uit Birma. “Monniken gaan ermee van deur tot deur om hun eten voor die dag te verzamelen. Volgens de boeddhistische regels moet je zo’n monnik altijd iets geven. Ik vind het ontzettend boeiend om van alles over andere culturen te weten. Dat hield mijn vader ook dag en nacht bezig. Die drang om te ontdekken is duidelijk iets dat in de familie zit.”

Marc Heldens / Foto’s Mark Seelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content