BELGIE

“Paradise in me” (* * Double T) is helaas niét de grote sprong voorwaarts die K’s Choice in zich draagt. Daarvoor zijn twee vrij duidelijke redenen aan te geven : de produktie van Jean Blaute, die weliswaar vakkundig is, maar ook inspiratieloos en niets toevoegend aan de sound van de band, enerzijds, en de relatief beperkte muzikale kapaciteiten van de groepsleden, anderzijds (de gitaren klinken of ééndimensioneel of als een brij, wat het pijnlijkst te konstateren valt op “Mr. Freeze”). Dat is des te jammer omdat de songs vrij behoorlijk zijn (al is “Iron flower” te nadrukkelijk “Not an addict part II”) en vooral omdat de keel van Sarah Bettens steeds beter wordt : de vroeger soms irritante (vanwege te pas en te onpas) overslag in haar stem wordt nu funktioneel aangewend en haar register is indrukwekkend : van breekbaar tot spijkerhard. K’s Choice zàl het maken. Alleen niet met dit plaatje.

Op “Dum-Dada” (* * * Brinkman Records) slaat Nemo, gelukkig, geen andere paden in. Dit is nog steeds door Frans Hagenaars geproduceerde intelligente pop met weerhaakjes en voorzien van sterke teksten. En wat meer is : ondanks de relatief kale sound valt bij elke beluistering weer iets nieuws te ontdekken.

Urbanus heeft eindelijk nog eens een plaatje gemaakt. “Iedereen beroemd” (* * Polygram) heet het. Het is typisch Urbanus : enkele zeer grappige songs, veel Dylaneske teksten, een handvol tracks met scherpe observaties (in “Sympathieke spring-in-’t-veld” wordt Bart Kaëll behoorlijk op de hak genomen en in “Iedereen beroemd” zelfs de hele mediawereld) en de obligate nummers die té melig zijn. Typisch Urbanus-plaatje, quoi.

HITS

Kerst, nog steeds. Op “Planet bad/Greatest hits” (* * * Columbia) heeft Mick Jones het beste gekompileerd van Big Audio Dynamite, zijn commercieel suksesvolle, maar artistiek minder imponerende offshoot van The Clash. Dat Inspiral Carpets ooit een leuk popbandje is geweest, kan afgeleid worden uit “The Singles” (* * * Mute) waarop negentien van hun aardigheidjes zijn bijeengebracht.

Wij signaleren nog een verse Miek en Roel-kompilatie (“Het beste van”) en een nieuwe serie die de platenfirma BMG lanceert : “De Atomische Jaren ’50”. De eerste twee deeltjes daarin herbergen werk uit dat decennium van de Vlaamse crooners Ray Franky en Will Ferdy.

G. LOVE

Het was bang afwachten of G. Love & Special Sauce hun status van een van de grootste beloftes van de voorbije jaren zouden kunnen waarmaken met hun opvolger. Het verheugt ons ten zeerste positieve berichten in de samenleving te kunnen gooien : “Coast toCoast Motel” (* * * * OKeh/Epic) is wederom klasse. Love en de zijnen niet te onderschatten : de legendarische pianist Jim Dickinson als producer slagen er nog eens in een aantal muzikale genres op zo’n inventieve manier te mixen dat er sprake is van een behoorlijk originele sound. Blues, jazz, hiphop, enkele charmerende shuffles en je bent er. Als primussen inter paressen signaleren wij daarbij een extra boon voor “Leaving the city” (Latin feel, veel perkussie, sterke harmonika), het “Suzie Q”-achtige “Nancy”, het lieflijke en lichtvoetige “Everybody”, de volkomen akoestische, Dylaneske slotsong “Coming home” en natuurlijk dé parel, “Bye Bye Baby”, een trip door New Orleans aan de hand van de special guests van de Rebirth Brass Band op toeters. Eentje voor de jaarlijstjes, straks.

EN DAN OOK

– Echobelly : “On” (* * * Rhythm King). Sektie groeiplaatjes. Net als op het debuut maken Sonya Aurora Madan en Co ook nu weer pop, maar dan van de niet voor de hand liggende soort. Het hart qua teksten op de goeie plaats, de gitaren gedreven en nauwelijks stoppend om te ademen. Wij blijven in Echobelly geloven. Derde keer goeie keer ?

– Various : “French Kiss” (* * Mercury). Soundtrack van de gelijknamige Lawrence Kasdan-film met door Frankrijk geïnspireerde luchtbelletjes van Van Morrison, Louis Armstrong, Beautiful South, Paolo Conte, Ella Fitzgerald, Charles Trenet en hoofdrolspeler Kevin Kline. Onder andere.

– Various : “Help” (* * * Go ! Discs). De top van de Britpop toont zijn goed hart en neemt in één dag een cd op, waarvan de opbrengsten worden afgestaan om de nood te lenigen in ex-Joegoslavië. Met Oasis, Boo Radleys, Stone Roses, Radiohead, Orbital, Portishead, Massive Attack, Suede, Charlatans, Stereo MC’s, Sinéad O’Connor, Levellers, Manic Street Preachers, Terrorvision, The One World Orchestra, Planet 4 Folk Quartet, Terry Hall & Salad, Neneh Cherry & Trout, Blur en Paul Weller met Paul McCartney.

– Loudon Wainwright III : “Grown man” (* * * Virgin). Dertien nieuwe ’tranches de vie’ met als rode draad ‘ouder worden’ van Amerika’s meest ironizerende folkie. Uitschieter : “Father/Daughter Dialogue”, waarin Wainwright vermoedelijk meer over zichzelf blootgeeft dan ooit tevoren.

– Brian Wilson : “I just wasn’t made for these times” (* * * MCA). Een beetje overbodige herwerkingen doorBrian Wilson van Beach Boys-klassiekers ten behoeve van een dokumentaire over zijn leven en werk. Met één uitzondering : het aangrijpende thuis-demootje van “Still I dream of it”. Zelden een getormenteerd genie aan het werk gehoord als op die track.

JACKY HUYS

G. Love : de bevestiging.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content