BLANCHART

Dat dirk Blanchart zijn bitterheid nog altijd relatief onder kontrole heeft (“It’s about time” is tekstueel een uitzonderlijke uitschuiver voor zijn intellekt), mag als een van de mirakels van de Belgenrock worden beschouwd. Al jaren bezeten en op hoog niveau musicerend, zelden een schouderklop krijgend van Zij Die Drie CD’s Per Jaar Kopen en toch koppig doorgaan : faut le faire. Wat dat betreft zal “Mind surfin’ ” (* * * EMI) geen aardschok teweegbrengen : dit is wederom muziek die zijn weg zal vinden naar de genieters en die te subtiel zal zijn voor de rest van de wereld. Blanchart is nog eklektischer bezig dan anders en hij geniet hoorbaar van de mogelijkheden die de technologie hem biedt én de tijdgeest die crossover tussen alle mogelijke genres bon ton heeft gemaakt. Wij vergeten het schoonheidsfoutje (“Beautiful everyday”) en applaudisseren meest voor “Come to the gladhouse” (oriëntaalse aksenten), “Try me again” en “Guiding star” (moderne gospel), “Mind surfin’ ” (Stingiaans), “Goldfinger” (een cover zoals covers zouden moeten zijn : Blanchart heeft ‘m zich toegeëigend), “Cityboy” (met Chris Whitley op dobro), “Separate ways” (tot duet met Sarah Bettens omgeturnd) en “Do you care for me” (fragiele ballad met de fluit van Guo Yue).

ROOTS (1)

Een uitgebreide boterham roots mét beleg.

– The Allman Brothers Band : “2nd Set” (* * * * Epic). Uitmuntend vervolg op “An Evening With”, waarbij de Allman Brothers bewijzen live nog altijd dé ongekroonde koningen van de southern rock te zijn. Met onder andere relevante versies van hun oude prijsbeesten “In memory of Elizabeth Reed” en “Jessica”. Produktie : Tom Dowd.

– Billy Bacon & the Forbidden Pigs : “The other white meat” (* * * Triple X Records). Rockabilly, vroege Los Lobos, grappige country-pastiches (“Hogtied over you”, een duet met Candye Kane) en de okkasionele Creedence Clearwater Revival-cover. Produktie : Dave Alvin. Billy Bacon & the Forbidden Pigs koncerteren op 8/6 in de AB Bellevueclub in Brussel.

– Blues Mobile Band : “A New Day Yesterday” (Provogue). Een woord van onverschilligheid voor de Blues Mobile Band, de meest vooraanstaande bluesband uit Georgië, die met “A new day yesterday” (- Provogue) een cd met covers, van BB King en Willie Dixon tot Steve Winwood en de Beatles in Moskou hoge ogen heeft gegooid, maar bij ons alleen onze schouders in beweging krijgt.

– Guy Clark : “Dublin Blues” (* * * Elektra). Een van dé grote pioniers van de singersongwriter-beweging. Traditioneel, sober en voorspelbaar, maar elke aspirant-songwriter zou verplicht het aangrijpende “The Randall Knife” (een afscheid van zijn vader) moeten bestuderen : de narratieve opbouw, het precieze moment waarop er een instrumentale solo aanbreekt, perfekt is het.

– Joanna Connor Band : “Rock and roll gypsy” (* * * Ruf Records). Wij hebben normaliter grote reserves rond Amerikaanse bluesmusici die naar Duitsland emigreren, maar in het geval van Joanna Connor maken wij graag een uitzondering. Dit is geen wereldwonder, maar een aangename blues-cd in de ruimste betekenis van het woord (“Think about me” was bijvoorbeeld een perfekte single geweest voor Fleetwood Mac in de seventies). Gast : Luther Allison.

– Pete & Maura Kennedy : “River of fallen stars” (* * Green Linnet). Twee leden uit de begeleidingsband van Nanci Griffith slaan hun vleugels uit met iets te glad gearrangeerde popfolk. Hij kan aardig gitaar spelen, zij heeft een mooie stem en ze weten wat een song is, maar het komt vooralsnog niet helemaal uit de verf.

– The Mavericks : “What a crying shame” (* * MCA). Goeie, maar vrij rimpelloze New American Music (lees country-rock) met onder andere een knappe versie van Springsteens “All that heaven will allow” en “I should have been true”, wat een absolute parel aan de kroon van Roy Orbison had kunnen zijn.

– Tom Ovans : “Tales from the underground” (* * * Survival). Lang geleden dat we het nog eens over “le nouveau Dylan est arrivé” konden hebben, maar met deze veelbelovende singersongwriter is het zover. Rauwe stem, harmonika hier en daar, sobere songs, sterke teksten.

ROOTS (2)

– John Prine : “Lost dogs + Mixed Blessings” (* * Oh Boy). John Prine kan nog altijd een knappe song schrijven en zijn gevoel voor offbeat humor is nog intakt, maar hij heeft Howie Epstein z’n jongste opus kapot laten produceren. De parels “Lake Marie”, “Day is done”, “Same thing happened to me”, de piano-ballad “I love you so much it hurts” en “This love is real”, een mooi duet met Marianne Faithfull, maken te weinig goed.

– Chris Smither : “Up on the lowdown” (* * * * Hightone Records). Veteraan Chris Smither uit New Orleans heeft er al een carrière van 25 jaar op zitten, met ups en downs en dat hoor je, gelukkig. Hij schreef songs voor Bonnie Raitt, hij laat zich produceren door Stephen Bruton, hij is een singersongwriter met de blues en adepten van JJ Cale zullen niet weten wat ze horen op dit bijwijlen pakkende schijfje.

– George Thorogood : “Let’s work together” (* * * EMI). U kent de blanke bluesbast Thorogood ? U bent al eens naar een koncertje geweest ? Dan moet u zich foutloos kunnen indenken hoe dit klinkt. Mét gastoptredens van Elvin Bishop en Johnny Johnson, de legendarische rechterhand van Chuck Berry.

– Tony Joe White : “Lake Placid Blues” (- Remark). Wij hopen dat geld de beweegreden is geweest voor Tony JoeWhite om de swamps achter zich te laten en af te drijven naar het land van Dire Straits en Chris Rea, niet een artistieke beslissing, want dan is er nog hoop voor de man. Opvallend : zijn eigen versies van “Let the healing begin” en “Yo Yo Man”.

– Wilco : “A.M. ” (* * * * Sire). Ontstaan uit de asse van Uncle Tupelo, een van dé onderschatte countryrockers van de laatste jaren. Of Wilco meer sukses zal hebben, betwijfelen we : dit is vermoedelijk té goed. Rootsrock, waarbij zowel gerefereerd wordt aan Georgia Satellites, de Burrito’s (de hartverscheurende ballads “Pick up the change” of “Blue eyed soul”), de Eagles toen Bernie Leadon er nog bij was (de banjo op “That’s not the issue”) of Neil Young & Crazy Horse. Schoon, zeggen wij dan.

KONCERTEN

The Bob Marley Tribute Festival : I-Three, Pato Banton, Jimmy Cliff, Ziggy Marley & the Melody Makers, The Wailers Band (31/5 Grenslandhallen Genk), Marc Almond (1/6 Botanique Brussel), Roger Manning en Stephen Yerkey (1/6 AB Bellevueclub Brussel), Whale (1/6 VK Molenbeek), The Goats (2/6 VK Brussel), The Oblivians (3/6 JH ’t Stipke Ham), Steve Young (3/6 Kasteel Arendsnest Edegem, 5/6 AB Bellevueclub Brussel), G Love & Special Sauce (4/6 Lunateater Brussel), Snowboy & the Latin Section (4/6 Limelight Kortrijk), Black Uhuru (6/6 Limburghal Genk).

JACKY HUYS

Blanchart : subtiele crossover.

GUTTERBALL : EEN GRAP LOOPT UIT DE HAND

De eerste plaat van Gutterball werd in een paar uur tijd opgenomen, de nieuwe “Weasel” in een paar dagen. “Niemand moet de band serieuzer nemen dan wij dat zelf doen, ” zegt Steve Wynn. “Wij houden ervan, wij dragen er zorg voor, maar we nemen ‘m niét serieus. We nemen razendsnel op, we boeken koncerten zonder er diep over na te denken, wij doén. Eerst dachten we dat er één plaat en één toernee zou zijn. Nu hebben we meer het idee : hé, de mensen lijken hiervan te houden, misschien moeten we er toch iets langer mee doorgaan. Dit blijft dus een zij-projekt : het zou mij niet verbazen mochten vier van ons in het komende jaar een solo-plaat maken. Pas daarna pikken we Gutterball weer op. “

Wynn is een workaholic : “Al mijn idolen van de sixties, van de Beatles tot Creedence, maakten drie platen op een jaar. En ’t waren nog drie parels ook. Als ik dertig songs op een jaar schrijf, dan zegt iedereen dat ik een veelschrijver ben, terwijl ik denk : ik heb 335 dagen niéts gedaan. Je moet een plaat geen jaren voorbereiden, je moet geen maanden opnemen, je moet achteraf niet aan je werk blijven plakken : mijn vorige solo, “Fluorescent”, is al antiek in mijn ogen. Binnen een maand zal “Weasel” kompleet voorbij zijn. Is dit ekonomisch haalbaar ? Ja. Als je in zo’n korte tijd opneemt, moet je minder platen verkopen, omdat de kosten lager zijn. Je moet het allemaal zo serieus niet nemen : de Beatles dachten dat hun carrière een of twee jaar zou duren. Dat was het credo in de popmuziek toen. Nu denkt iedereen aan het image dat hij binnen twintig jaar moet hebben. “

Wynn heeft nochtans ambities op langere termijn : “Iedereen die dit vak langer dan tien jaar uitoefent, zal het vermoedelijk de rest van zijn leven doen én op geregelde tijdstippen opnieuw in de belangstelling komen. Ik ga dus rustig door, ik probeer een beter muzikant te worden, mooiere platen te maken, nieuwe invalshoeken te vinden, met andere musici te werken en nooit een “typische Steve Wynn en/of Gutterball”-plaat te maken. Tot de dood erop volgt. En daarnaast droom ik er ook van om, zoals zoveel songschrijvers, ooit eens een roman te maken. Maar zolang ik alles in één dag af wil hebben, begin ik daar dus niet aan. “

Gutterball bestaat uit ex-leden van House of Freaks, Long Ryders en Love Tractor. En Wynn zelf was natuurlijk het brein van The Dream Syndicate, ooit een van dé grote beloftes van de rock : “Verwarrende tijden waren het. Ik was 24, mijn ego bepaalde mijn leven. En we leefden ook in de eighties, de Reagan-jaren, de go get ‘m-jaren, de jaren dat nummer 1 zijn of worden allesbepalend was. Ik weet zeker dat al onze generatiegenoten, zoals R.E.M. of The Replacements, toen meer bezig waren met de notie “sukses” dan vandaag. Nu is het cool om geen barst te geven om sukses en een slacker te zijn. The Dream Syndicate was een aardig bandje, dat kapot gegaan is omdat iedereen zeurde dat we veel meer platen moesten verkopen en wij dat op de duur geloofd hebben. Nu is iedereen nostalgisch, maar ik zie ook al die klubs waar we gespeeld hebben voor tien mensen. We hebben laatst voor de grap gezegd dat we nog eens bij elkaar zouden komen, een plaat maken en dan zeggen dat ze tien jaar geleden is opgenomen. “

“Weasel” van Gutterball is verschenen bij Brake Out Records. De groep speelt op 9/6 in JH Nijdrop Opwijk.

Gutterball : workaholics.

STUDIO BRUSSEL. DE AFREKENING

1. (4) Doll parts Hole

2. (1) Where did you sleep last night Nirvana

3. (9) Black steel Tricky

4. (6) Army of me Björk

5. (5) Digging the grave Faith No More

6. (3) Hotellounge dEUS

7. (2) Supersex Morphine

8. (8) Who’se the king Dog Eat Dog

9. (11) Suck my energy Channel Zero

10. (7) Ladder Ashbury Faith

11. (16) Buddy Holly Weezer

12. (13) I alone Live

13. (12) Everything zen Bush

14. (15) Poison The Prodigy

15. (18) Self esteem Offspring

16. (10) Down by the water PJ Harvey

17. (27) When I come around Green Day

18. (14) Strange currencies R.E.M.

19. (20) Sour times Portishead

20. (19) Ik hou van U Noordkaap

21. (24) Snakeface Throwing Muses

22. (21) Waking up Elastica

23. (25) Popmusic Nemo

24. (-) Off the hook Dildo Warheads

25. (26) Pin me down Clawfinger

26. (-) Megasonic teenage warhead Monster Magnet

27. (29) More human than human White Zombie

28. (-) Rattled by la rush Pavement

29. (17) Can’t be with you Cranberries

30. (-) Stories Therapy ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content