De komende weken valt er niet naast de meubels van het Evergemse ontwerpersduo Muller Van Severen te kijken. Niet in Wallonië, niet in Antwerpen, New York, Parijs of Londen. Zelfs niet in de boekenwinkel om de hoek.

Een oase aan de rand van een industrieel gebied bij het Kanaal Gent-Terneuzen. Hier werken en wonen Fien Muller en Hannes Van Severen. Van zodra je door de ijzeren poort rijdt, zie je links de grote stal waarin het meu-belatelier is onder- gebracht. Rechts staat de woning, gebouwd door een rijke industrieel in 1903. Daartussen : twee dikke beuken. Erachter : diepe tuin met hoog gras, struiken en fruitbomen. En vogels, een kat en de twee dochtertjes van vijf en negen.

Vroeger verdiende Fien de kost als fotografe, Hannes als beeldhouwer. Drie jaar geleden begonnen ze samen meubels te maken voor een tentoonstelling in de Antwerpse Gallery Valerie Traan. Een meevaller, zo bleek : sindsdien exposeerde het koppel al in Milaan, Londen, Berlijn, Amsterdam. Wars van de bestaande regels combineert het ontwerpersduo vrijelijk functies in één object. Het meest iconische stuk is een tafel waaruit, boven een tafelpoot, een booglamp komt. “Onze dochters tekenen nooit meer een tafel zonder lamp”, lacht Fien. In de collectie zit ook een bureautje met een fauteuil aan, een werkplek naast een hoog rek en twee naar elkaar kijkende leunstoelen. “Omdat het nu eenmaal gebeurt dat de een nog wat wil werken en de ander een boek wil lezen, en omdat het handig is om een boekenrek te hebben vlak naast een bankje. Het zijn praktische sculpturen, met diverse functies. Die veelzijdigheid is geen doel op zich, maar als je het zo doet, valt er gewoon meer te beeldhouwen en dat vinden we interessanter.”

BEELDHOUWEN ALS BASIS

Zowel Fien als Hannes zijn opgeleid als beeldhouwer, niet als architect of ontwerper ; wellicht heeft dat tot deze niet-vanzelfsprekende collectie geleid. Beiden speelden voordien al, in hun individuele werk, met de grenzen tussen twee- en driedimensionaliteit. Als fotografe maakte Fien bijvoorbeeld boxen met rondzwevende objecten, waar ze dan foto’s van nam. Hannes maakte surrealistische beeldhouwwerken : een betonnen trap die de lucht in leidt, een antieke kast waaruit hij een driehoek zaagde. Geen wonder dat hun gezamenlijke meubels the best of both worlds combineren : ze zijn eenvoudig te begrijpen en grafisch sterk, maar toch verrassend. Maar voor Fien en Hannes voelt dat niet anders aan dan vroeger. “We gebruiken gewoon een ander medium.”

De meubels worden door vaklui gemaakt : lassers, terrazzospecialisten en marmerbewerkers. Maar de eerste versies maken Fien en Hannes zelf, en altijd hier, in het atelier. “Wat wij nu maken is eigenlijk onze derde ‘meubelfamilie’. De eerste was er een met L-profielen waarin polyethyleen snijplanken en marmeren bladen werden gelegd. In de tweede collectie wilden we ook zitmeubelen integreren in een rekje. Daarvoor hadden we ronde buisprofielen nodig ; dan hangen de stoffen en het leer mooier, en dat zit ook aangenamer. Voor onze nieuwe reeks gaan we uit van kokerprofielen. Daardoor kunnen we roterende elementen toevoegen.”

De werkmethode is telkens dezelfde. “Eerst maken we ons atelier leeg”, zegt Hannes. “Dan haal ik met de camionette standaardmaterialen, zoals bestaande staalprofielen. Door ons tot standaardmateriaal te beperken, gaan we tot het uiterste. Bijna zoals hout sprokkelen in het bos en daar iets mee maken. We schetsen weinig op papier of op de computer en we maken zelden maquettes. Wij werken het liefst live. We beginnen te lassen en op geen tijd staat er iets groots. Zo zien we onmiddellijk hoe zo’n meubel aanvoelt, hoe de proporties in elkaar zitten.”

IN DE LIJN VAN DE FAMILIE

De magie ontstaat als de lege atelierruimte volloopt met de driedimensionale ‘schetsen’. Het ontwerpersduo bedacht onder meer neonlampen die lijken te bungelen als feestslingers. “Een titanenwerk van een ambachtsman uit de buurt, die dit werk al doet sinds zijn veertiende. Het is fantastisch om te zien hoe hij die buizen in de vlammen houdt, hoe hij er op blaast en ze in vorm krijgt.” Fien : “Die neonbuizen zijn exact even dik als de ronde profielen die we in de andere ontwerpen gebruiken. Het is een detail, maar het brengt wel uniformiteit in de collectie.” Uit hun favoriete materiaal, polyethyleen, sneden ze extra ronde en rechthoekige planken om te gebruiken als stevige tafelbladen, of voor een vrolijke commode op pootjes.

“We wonen hier aan de rand van een industriezone. Wij rijden elke dag tussen de fabrieken door. De kleuren en vormen ervan inspireren ons”, zegt Fien. “Ken je rode menieverf ? Dat is een soort roodbruine grondverf die gebruikt wordt om metaal niet te laten roesten. Een prachtige kleur, die we gebruikten voor onze prototypes. Het gekke is dat we de frames uiteindelijk helemaal verroest zullen presenteren.” En dan komt toch de fotograaf in haar weer boven. “In roest zit licht. Het is geen vlakke kleur, het is een materiaal. Kijk maar, er zit zelfs zilver in. Dat ruwe van het roest combineren we met hoogglanslak die ook niet helemaal vlak is : de bedoeling is dat je de schilderstrepen nog ziet. We wilden de reflectie en de diepe kleuren wel, maar niet het doodse van bijvoorbeeld een auto.”

De komende weken worden waanzinnig druk voor Fien en Hannes. In oktober komt hun allereerste overzichtsboek uit (uitgeverij Luster). Maar eerst is er op 4 september de nieuwe collectie bij Gallery Valerie Traan en twee dagen later de voorstelling van twee spiegels in Galerie Kreo in Parijs (een make-uptafeltje gemaakt uit een geplooide plaat vernikkelde messing en een hangspiegel uit messing). “Het is een unieke kans om daar nieuw werk te brengen”, zegt Fien. “Het is de eerste keer dat we een spiegel maken. Van veraf spiegelt hij niet hard, maar van dichtbij wel. We vinden het belangrijk dat onze stukken, als ze niet gebruikt worden, toch een sculpturale waarde hebben.”

Eind september opent in Grand-Hornu Images bij Bergen de expo Le Labo des Héritiers waar vier kunstenaarsfamilies worden voorgesteld. Een van hen : de familie Van Severen. Hannes : “Er is niets mis met het tonen van een paar schilderijen van mijn grootvader Dan, enkele meubels van mijn vader Maarten en architectuurmaquettes van mijn broer David en dan nog wat meubels van ons, maar wij wilden iets meer. Mijn broer tekende een podium dat op de binnenplaats komt. Dat vullen we als een sculptuur in met herinneringen.” Fien : “Als je de ontwerpen van de familie bekijkt, zie je dezelfde voorkeur voor het primitieve. En voor eenvoud. Kijk je doorheen de afwerking en de materialen, dan zie je dat het skelet gelijkaardig is. Dat was ook voor ons een ontdekking.”

DOOR LEEN CREVE & PORTRETFOTO VIRGINIE SCHREYEN

“We maken alleen meubels die we zelf zouden willen gebruiken : het zijn praktische sculpturen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content