Ogenschijnlijk makkelijk, maar in feite niet zo: de aanschaf van een dekbed. Wanneer is een donsdeken echt een donsdeken? Is ganzendons beter dan eendendons? En hoe zit het precies met synthetisch?

We slapen graag. Misschien omdat we zelden echt goed slapen. Nachtmerries. Te koud, te warm, of beide. Een ziekenwagen, een alarm, of gewoon een te felle lamp bij de overburen, ze komen elk om beurt onze rust verstoren. Erger nog: gepieker, oeverloos gepieker. Moeten we ’s avonds wat vaker kruidenthee drinken? Meer aan sport doen? Een nieuw bed kopen? Misschien volstaat een nieuw donsdeken, een echt dan wel. Als je het Vincent Corneille vraagt, hoeven we niet eens te twijfelen, maar van een donsdekenfabrikant verwacht je natuurlijk niet anders. Zijn familiebedrijf, Anker Bedding, heeft zich een half decennium geleden op de donsmarkt gestort, deel van de strategie om met Anker alle segmenten van de slaapmarkt te bespelen, van matrassen over sierbedden tot lakens.

De donsdekens van het bedrijf kregen hun eigen merknaam, Duvet d’Anas. Er zijn drie lijnen, cool, cozy en comfort. Van lichtgewicht tot zwaargewicht, hoewel een donsdeken natuurlijk nooit echt zwaar is. De dekbedden van Vincent Corneille kunnen aan of over elkaar worden geknoopt. “Je kiest je eigen slaapcomfort. Bijvoorbeeld twee lichte dekbedden over elkaar voor mevrouw en één dikker voor mijnheer. En wie gemakkelijk koude voeten heeft, kan daar ook nog eens een voetstuk bijknopen.”

Corneille neemt ons mee naar de Vendée, waar hij een gedeelte van zijn dons inslaat. De rest komt uit Polen en Hongarije. “De Europese ganzen zijn de grootste”, zegt hij. “Grotere ganzen betekent grotere dons, en dus een betere vulkracht. Met grotere dons heb je een kleinere hoeveelheid nodig om een gelijkaardig isolatievermogen te verkrijgen. Vandaar dat je in de grote distributieketens vaak zwaardere en tegelijk goedkopere donsdekens vindt, terwijl de betere speciaalzaken meestal wat duurdere maar lichtere en beter isolerende donsdekens verkopen.”

We staan in een veld, knieën in de modder, op enkele kilometers van de Atlantische Oceaan en het Ile de Noirmoutier. De ganzen, waarvan vooral het vlees veel geld opbrengt, zijn gevlucht naar het andere eind van het veld. De ganzenhoeder vertelt ons dat de ganzenveren gewoon van de grond worden geraapt en tot dons herwerkt. Onzin, die praktijk is niet alleen overdreven arbeidsintensief, maar in de meeste Europese landen ook nog eens verboden. De woordvoerder van de pluimenfabriek waar het dons wordt gereinigd, verzekert ons dat voor dekbedden alleen slachtafval wordt gebruikt.

In de donsfabriek, in Saint Hermine, slaan we de abattoirs over. Gelukkig maar. Hier blijft van de diertjes enkel een grijze brij veren over. Die worden verwerkt in het gloednieuwe, grotendeels uit beton opgetrokken gebouw van het bedrijf Interplume.

Voor het bezoek krijgen we met parfum besprenkelde Kleenex toegestopt. Zodat we niet geheel gerust de fabriek binnenstappen. We zijn dan ook meer verbaasd dan gerustgesteld dat er niets, maar dan ook absoluut niets gruwelijks te zien is. Het reinigingsproces begint in twee enorme waterreservoirs, waarin de vrachtwagens hun ladingen slachtafval lozen. Een lichtjes kolkende, grijze brij: vies, maar meer ook niet. Zelfs de geur valt nog mee. Onaangenaam, dat wel, maar ver van misselijkmakend. In de fabriek zelf zijn er alleen nog machines en pluimen te zien. Dwarrelende pluimen, de gebouwen zijn ervan vergeven. Het heeft iets wonderlijks, iets van een kussengevecht, ergens op een kostschool.

Wie een donsdeken wilt kopen heeft het niet gemakkelijk. Het aanbod is groot, de informatie op de etiketten niet altijd even duidelijk. Om nog te zwijgen van de prijzen, van spotgoedkoop tot extreem duur, terwijl je in veel gevallen geen idee hebt hoe dat prijsverschil te verklaren valt. Een beknopte gids tot de aanschaf van een dekbed, in vijf stappen. Plus hoofdstuk naverkoop.

1. Dons of synthetisch?

Zo’n 70 procent van de bevolking slaapt onder een dekbed. Daarvan is ongeveer 30 procent met echte dons gevuld. De rest is synthetisch. Logisch, omdat synthetische dekbedden niet alleen goedkoper zijn, maar ook veel gemakkelijker te vinden. Wie geen enkel slaapprobleem heeft, moet zich geen zorgen maken. Maar wie ’s nachts vaak wakker ligt, kiest waarschijnlijk beter voor dons. Een donsdeken absorbeert ons lichaamsvocht veel sneller dan een synthetisch dekbed en stoot dat vocht nadien traag af. Bij een synthetisch dekbed wordt het vocht sneller losgelaten. Snelle verdamping betekent een groter energieverbruik: we hebben het te warm, dus gooien we het dekbed van ons af, zodat we enkele minuten later beginnen te rillen van de kou. Ons hartritme wordt verstoord, we slapen slecht. Tot zover de wetenschappelijke uitleg. Dons is ook chic, het idee alleen al bezorgt de snobs onder ons een betere slaaprust.

2. Gans of eend?

Ganzenveren zijn duurder dan eendenveren, en Europese veren duurder dan Chinese. Ganzen zijn groter dan eenden. Ganzendons heeft dus een grotere veerkracht dan eendendons. Of je die extra veerkracht ook voelt? Wellicht niet. “In Europa hebben consumenten een voorkeur voor ganzendons. De fabrikanten hebben hen ervan overtuigd dat eendendons minderwaardig is, wat niet klopt”, aldus Vincent Corneille. Veren van ander gevogelte, kippen bijvoorbeeld, zijn waardeloos, en kunnen alleen worden gebruikt voor sierkussens. Donsdekens uit China zijn merkelijk goedkoper, maar je weet niet wat je koopt: de normen zijn niet dezelfde. Een donsdeken dat aan de Europese normen voldoet is niet goedkoop. Een donsdeken van 3000 à 4000 frank? Bestaat niet, zegt Corneille. Een goed donsdeken is zijn prijs waard. Bij Duvet d’Anas schommelen de prijzen tussen 9400 frank en 25.000 frank, waarborg van vijf jaar inbegrepen.

3. 95 procent of minder?

Veel ingewikkelder wordt het met percentages. Hoe hoger het donsgehalte, hoe beter. Maar opgepast. Het donsdeken waarvan de vulling voor 100 procent uit dons bestaat, is nog niet uitgevonden. 95 procent kan wel. De overige 5 procent bestaat in dat geval uit minuscule veertjes. Vermeldt het etiket minder dan 65 procent dons? Dan noem je je donsdeken liever een dekbed. Het kan nog ingewikkelder, want niet alle landen rekenen op dezelfde manier. De Duitse fabrikanten hebben het bijvoorbeeld over een drievierde, of over een half-dons. Een drievierde bestaat voor 30 procent uit dons, een half-dons slechts voor 15 procent. Die 15 procent nemen wel de helft van het volume voor hun rekening, vandaar half-dons.

4. Snurken of snuiten?

Onderzoek in opdracht van de Nederlandse Vereniging Voor Dons- en Verenproducten heeft uitgewezen dat dons geen aanleiding geeft tot verhoogde allergie. Dons trekt niet meer huisstofmijten aan dan lakens en dekens. Hoewel in donzen dekbedden en kussens huisstofmijten werden aangetroffen, waren die uit het oogpunt van allergie niet bezwaarlijk en beneden de gemiddelde gevoeligheidsdrempel. Wie aan astma lijdt, kiest nochtans beter een synthetisch dekbed. En hetzelfde geldt uiteraard voor wie echt allergisch is aan dons.

5. Alleen of met z’n tweeën?

Slaapt u alleen, of met een partner? Heeft u het vaak koud terwijl uw partner gloeit als een elektrisch vuurtje, of omgekeerd? In Nederland en Duitsland heeft zowat iedereen zijn eigen dekbed, in het geval van een koppel zijn dat er dus twee. In België en Frankrijk verkiezen we in dat geval een enkel donsdeken. Romantischer, maar minder comfortabel. De nieuwste generatie donsdekens kan aan en over elkaar worden geknoopt: twee enkele donsdekens worden één. En ’s winters kan een extra donsdeken op het eerste worden geknoopt, voor extra warmte.

6. Dienst na verkoop.

Donsdeken aangeschaft, heerlijke nachten op komst. Maar opgelet: leg geen al te zware bedsprei of plaid over uw dekbed. Het dons kan dan platgedrukt worden, en verliest veerkracht. Donsdekens kunnen gewassen worden, het liefst in bad, en met een zacht wasmiddel. Maar herhaald wassen is schadelijk, en een donsdeken overleeft nooit meer dan drie vier wasbeurten. Droogkuis? Een absolute afrader: de chemische reinigingsmiddelen zouden het vet van het dons en zelfs de hoornsubstantie beschadigen. Met een onfrisse geur als gevolg. Anker Bedding heeft voor Duvet d’Anas een aparte reinigingsdienst, maar de prijs ligt hoog: 30 à 50 procent van de prijs van een nieuw donsdeken. Voor dat bedrag wordt uw dekbed wel helemaal leeggehaald en indien nodig bijgevuld. Leefduur van een donsdeken: ongeveer 15 jaar.

Jesse Brouns / Foto’s Etienne Tordoir

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content