Een landelijk domein inruilen voor een eeuwenoude huurwoning midden in de stad. Dat is precies wat Jan en Daniël, van de Gentse bloemenwinkel Bluet, deden. Ze gaven de herenwoning haar grandeur terug en vulden ze met planten die het verschil maken.

Eigenlijk hadden Jan en Daniël hun droomhuis al enkele jaren eerder gevonden. Ze betrokken een oude, gerenoveerde kleuterschool, met een grote ommuurde tuin, die op een Henegouwse berg troonde. Een parel, ver weg van alle stedelijke drukte en dus perfect op maat van het drukbezette stel. Maar het pendelen naar Daniëls Gentse bloemenwinkel Bluet begon na een tijd zwaar door te wegen. “We woonden er pas drie jaar, maar ik was te veel en te lang onderweg. Ik vertrok om zes uur ’s morgens en reed pas om negen uur ’s avonds weer huiswaarts.” Hoewel Jan na zijn drukke job in centrum Brussel op het Henegouwse platteland wel de rust vond die hij zocht, besloot het stel toch om opnieuw te verhuizen en terug te keren naar Gent. De afspraak was eenvoudig : verkopen in de lente. Of zoals Jan het vertaalde naar Daniël : “Begin nog niet meteen online te zoeken, alleen als het om een uitzonderlijke opportuniteit gaat, verhuizen we eerder.”

MOTIVATIEBRIEF GEVRAAGD

Nog geen twee dagen later had Daniël zo’n uitzonderlijke opportuniteit gevonden. Een beschermde woning uit 1690 in het hart van de stad, op wandelafstand van Bluet. Een huurpand met de nodige voorwaarden: de eigenares zocht huurders die voor vele jaren wilden huren, liefst zonder kinderen, en die, net zoals zijzelf, oprecht van het huis zouden houden en het veel later misschien wel wilden kopen. Naast de gebruikelijke paperassen die bij zo’n kandidatuur horen, werd er dus ook een motivatiebrief verwacht. Een fluitje van een cent, Daniël was immers al langer verliefd op het pand. “Een jaar of drie eerder had ik het huis al eens zien passeren, maar toen hadden we ons net in Henegouwen geïnstalleerd. Deze keer wilde ik het pand niet meer laten schieten, nu zou het van mij zijn.”

Aldus geschiedde. Dat het pand niet gekocht maar wel gehuurd moest worden, hield Jan en Daniël niet tegen. “Eigenlijk is huren wel een leuke optie. En al helemaal als je geen kinderen en dus een andere motivatie hebt. Zo kun je dit soort woningen helpen behouden voor volgende generaties.”

Hoewel het aanbod van dergelijke beschermde panden niet groot is, was de zaak dus snel beklonken. Niet dat het huis in topconditie was, integendeel, maar dat vormde geen bezwaar. “Ik wist in welke toestand de woning zich bevond, maar dat trok me ook aan. De mankementen kun je meestal wel oplossen en daarna kun je het pand wat naar je hand zetten en er echt leuke dingen mee doen.”

HISTORISCH STIJLPAD

Maar eerst moest er gewerkt worden om die basis weer in orde te krijgen. Kort maar krachtig – of drie weken met vier man. Er kwamen extra leidingen, de oude badkamer ruimde plaats voor een nieuw exemplaar en alle kamers kregen een eigen kleur. Het huis had door de jaren heen zijn ziel wat verloren en hunkerde naar bewoners die het met liefde wilden conserveren. Een kolfje naar de hand van Daniël die geboren en getogen is in een artistiek nest en al zijn hele leven bij wijze van hobby meubels verzamelt. “Daniël en zijn broer hebben een immense meubelstock, je kunt er eigenlijk gewoon gaan shoppen. Fifties, sixties, renaissance, rococo : alles staat er en omdat ze zo close zijn, circuleren die meubelen voortdurend in de familie.” “Ik ben wel een beetje van een verzamelaar”, geeft Daniël schoorvoetend toe, “met een grote voorliefde voor art deco- en art nouveau-stukken.”

Wat het herenhuis nodig had, leek zichzelf uit te wijzen; zo gaat dat met historische panden. De volledige geschiedenis kon het stel nog niet ontrafelen, maar vast staat dat de gevel en de twee grote salons dateren uit de 18de eeuw en dat de traphal met haar gemarmerde muren en koepelgewelf in empirestijl baadt. Het stijlpad was dus al uitgezet en Daniël volgde verder zijn gevoel. En hoewel hij over een uitgebreide meubelvoorraad beschikte, bleek de keuze toch niet evident. “In het ene huis kunnen bepaalde meubelen wel, in het andere niet.”

SPEUREN NAAR EEN ZIEL

Dus begon de bloemist opnieuw te zoeken, zowel online als in real life : “Ik kan dagen op eBay zitten speuren, maar pas wanneer ik weet wat ik écht wil, begin ik Jan te informeren. Ik houd van meubelen met een ziel, maar je wilt geen zetel kopen die vies of doorgezeten is. Als je online koopt, wil je ook niet bij een professionele verkoper belanden, want dan heb je het gevoel dat je er te veel voor betaalt.” Dus mixen Daniël en Jan eerdere vondsten met online spullen en coups de foudre uit de Marollen.

Ondertussen betrekt het paar het pand negen maanden en veranderden ze het salon al drie keer. Gemiddeld gaat een opstelling zo’n twee maanden mee. “Als Daniël eens een dag thuis is, mag je ervan uitgaan dat het huis er ’s avonds helemaal anders uitziet.”

De vele planten houden wél stand. Ze vullen het interieur aan, werken het geheel af en geven het huis leven. Dat is natuurlijk geen toeval. “Ik startte met Bluet in volle crisis en het was meteen duidelijk dat ik het anders zou aanpakken.” Geen standaard boeketten dus, wel wilde bloemen en planten die als objecten fungeren. “Ecologisch en duurzaam, geen wegwerpverhaal. Een plant blijft, is deel van het geheel. Dus moet je op zoek gaan naar de juiste plant en die haast als een meubelstuk bekijken. Een levend onderdeel van je interieur. Niets zo triestig als een plant die wegkwijnt en niets zo opbeurend als een plant die écht floreert.” Klanten die zo’n plant binnen een context willen zien, worden meegetroond naar het huis van Daniël en Jan. Kwestie van met eigen ogen te zien hoe planten het verschil kunnen maken.

Door Sophie Allegaert & foto’s Stefanie Faveere

“Je moet de juiste plant zoeken en die als een levend meubelstuk bekijken”

“Als Daniël eens een dag thuis is, ziet de inrichting er ’s avonds helemaal anders uit”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content