Pierre Bergé

© DEBBY TERMONIA

Ik trok naar Parijs op mijn achttiende. Ik was een ongediplomeerde ambtenaarszoon en kwam uit een eenvoudig dorp met weinig intellectuele stimulansen in de Charente- Maritime. In Parijs ging er dus een wereld voor me open. Ik ontdekte er de klassieke muziek, raakte als boekenhandelaar bevriend met Albert Camus en Jean-Paul Sartre, en gaf een politiek tijdschrift uit. We gingen failliet na twee nummers, en journalist worden lukte al helemaal niet. Maar dat was niet erg, ik ben toch meerderheidsaandeelhouder van Le Monde geworden (lacht).

Yves Saint Laurent en ik maakten nooit een geheim van onze relatie. Dat was evident voor ons, net zoals ik later vol overtuiging voorzitter ben geworden van de aidsvereniging Sidaction en mee het holebimagazine Têtu heb opgestart. Als publieke figuren hadden we een voorbeeldfunctie. Mensen als Jean Paul Gaultier hebben me nog enorm ontroerende dingen gezegd over de invloed die onze openheid op hen had. Die rol heb ik me dus nooit beklaagd.

Mode is geen kunst. Yves zag ze eerder als een spiegel van onze zeden en opvattingen, soms zelfs van het gevoerde beleid. Daarom was hij ook zo’n grote couturier. Omdat hij intuïtief begreep wat er in de maatschappij leefde en welke verzuchtingen vrouwen hadden. Die hadden een baan, reden met de auto en waren vaak zelfstandig, die hadden niets aan kleding die louter op de fantasma’s van ontwerpers steunde. Hopelijk zullen toekomstige generaties hem zich zo herinneren : als de man die de mode uit haar esthetische en artistieke cocon haalde en er een sociaal fenomeen van maakte.

Relaties houden op, de liefde zelf niet. Ik heb nooit begrepen hoe mensen elkaar na een breuk uit het oog verliezen of trachten te vergeten. Het leven verplicht je om de bladzijde om te draaien, maar ik kan de jaren met Bernard Buffet of Yves toch moeilijk uitwissen ? Die herinneringen heb ik altijd gekoesterd, en ondertussen ging het leven voort.

Waarom zou je niet welgesteld en links kunnen zijn ? Dat is voor mij een levenshouding en een ethische overtuiging die losstaat van je beroep of inkomen. Zelf kom ik uit een gezin van linkse anarchisten die erg beïnvloed waren door Max Stirner, een negentiende-eeuwse Duitse filosoof voor wie de mens zich nooit aan een idee of een organisatie mag onderwerpen. Die vrijheid van eenieder ben ik altijd blijven verdedigen, zonder de zwakkeren in de samenleving te vergeten.

Sociale rechten worden nooit zomaar toegekend. Die moeten altijd bevochten worden door betogingen, stakingen en petities. Vrouwen, holebi’s en etnische minder-heden zitten in hetzelfde schuitje, want groepen die anders zijn, worden altijd als storend en beangstigend ervaren. Daarom zet ik me ook zo sterk in voor het homohuwelijk. Niet is gratis, je moet de conservatieve krachten in de samenleving altijd de arm omwringen.

Na de dood is er niets. Die wetenschap boezemt me geen angst in. Integendeel, ze stimuleert me om niet op mijn lauweren te rusten. De jaren maken een mens niet wijzer, maar ik weet wel dat we in dit leven geen tijd te verliezen hebben. Tegelijk ben ik vooruitziend. Wat er met mijn stoffelijke resten en de stichting moet gebeuren na mijn dood : tout est réglé. Ik ben allergisch aan chaos.

Pierre Bergé (82) was van 1958 tot 1976 de partner van Yves Saint Laurent, en richtte in ’61 mee diens couturehuis op. Bergé bleef CEO tot in 2002. Hij is tevens stichter en voorzitter van het Institut Français de la Mode en van de stichting die het oeuvre van Saint Laurent beheert. Die is tot 5 mei te gast in het ING Cultuurcentrum in Brussel met de expo ‘Yves Saint Laurent Visionair’. Info : 02 547 22 92, www.ing.be/art.

DOOR WIM DENOLF & FOTO DEBBY TERMONIA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content