Philippe,
Aix en Provence,
April 2008Arrogante Parisiens houden vol dat de Champs Elysées de mooiste boulevard ter wereld is. Ze dwalen, want kwaliteit komt altijd in kleine hoeveelheden en alleen al daarom komt de veel te brede en protserige Parijse laan voor die kwalificatie niet in aanmerking. Geef mij maar de smaakvolle elegantie van de Cours Mirabeau in Aix, die vanaf het standbeeld van de goede koning René zachtjes naar de indrukwekkende fontein afloopt. Omzoomd met prachtige en toch sobere hôtels particuliers en in vroegere tijden cours des carrosses genaamd, want bedoeld voor de parade van de sierlijke koetsen van de aristocratie. Voor auto’s is slechts een smalle, centrale strook voorbehouden, zodat de Cours in essentie een wandelstraat is gebleven met vele terrassen aan de noordkant. Op een lentemiddag is het daar lekker slenteren tot aan de boekhandel Goulard – eigenlijk bijna een overdekte straat met duizenden volumes bedrukt papier. Daar pik ik dit keer een bundeltje Portraits Privés van mijn immer geliefde Balthus op, ideaal om te savoureren op het terras van Les Deux Garçons, met uitkijk op de twee rijen vers geknipte platanen, en op de architecturale elegantie aan de overzijde. Kijkend naar het leven dat voorbijwandelt, in al zijn kleuren en hoedanigheden.
Ik kan niet zeggen dat het etablissement culinaire hoogstandjes serveert, maar toch keer ik er graag terug na mijn wandelingen door de oude stad. Ik zoek bij het vallen van de avond het indrukwekkende interieur op met zijn vergulde zuilen en sleetse spiegels. De garçons schuifelen er nog rond in rok, en gisteren kwam de directeur langs om mij op het boompje te wijzen dat achter een van de spiegels tussen het houten skelet groeit. In de dagen voor de Revolutie had de toenmalige eigenaar, monsieur Guion, een heel modern idee voor zijn etablissement : hij opende gelijkvloers de Cercle Guion, een plek waar de elite van Aix graag bijeenkwam, een beetje naar het voorbeeld van de Londense clubs – een verschijnsel waarvan ik in ons eigen kleine landje sinds jaren de heropleving verhoop. Die voorname burgers waren de ideeën van de op komst zijnde Revolutie niet echt genegen, en na de val van de Parijse Bastille rommelde het ook in Aix – ook al werd er op een podium voor de zaak een soortement verzoeningsmis opgedragen waarbij revolutionairen en koningsgezinden verbroederden. Nauwelijks vijf maanden later werd meester Pascalis, een tegenstander van het nieuwe regime en lid van de Cercle, aangehouden en opgeknoopt – ongeveer tegenover dit terras, waar ik van mijn Partagas geniet en mijn espresso drink. Later ondergingen twee van zijn vrienden hetzelfde lot en dat leidde tot de sluiting van de Cercle. De leden achtten het raadzamer in anonieme stilte te vergaderen.
Maar terwijl jij nu ongetwijfeld in de Brugse binnenstad met ouwe kasten rondsleept, wil ik vooral een klein eresaluut brengen aan twee obers, de heren Guerini en Guidoni, die rond 1840 hun spaarcenten samenschraapten, de zaak overnamen en haar de huidige naam gaven. Dat het etablissement in de stijl van toen nagenoeg ongewijzigd de tand des tijds heeft overleefd, betekent dat ik me in hetzelfde interieur aan mijn sole meunière te goed doe als ene Paul Cézanne (wiens vader even verder op de Cours een hoedenmakerij runde), die hier geregeld kaart kwam spelen. Tussen twee penseelstreken door. Autofan Pierre Darge spoort wekelijks snel en ecologisch met de tgv naar Zuid-Frankrijk op zoek naar pareltjes van het goede leven. www.nmbs.be
Vandaag schrijft Pierre een brief naar Philippe Lisabeth, antiekspecialist.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier