‘autosocioloog’

Ik ben geboren op de dag dat Henry Ford gestorven is. Sommigen zien dat als

een voorteken. Ik weet alleen dat ik minder fortuin heb vergaard maar allicht

meer vrienden heb.

Van mijn ouders kreeg ik optimisme, nieuwsgierigheid en een open geest mee.

Mijn schoonvader leerde me bij elk probleem de fundamentele vraag te stellen :

de quoi s’agit-il ? Waarover gaat het ? Die vraag is een uitdaging omdat betere vragen

voor betere oplossingen zorgen.

Men beklaagt zich erover dat ik een perfectionist ben. Terwijl ik enkel handel naar

een uitspraak van een leraar in het zesde : Ce qui mérite d’être fait, mérite d’être bien fait.

De auto is een fantastisch werktuig voor wie van vrijheid houdt. Op voorwaarde

dat hij op een rationele manier wordt gebruikt.

Een rit met een oldtimer is een les. Men wordt er een betere chauffeur van, en men

gaat de spectaculaire vooruitgang van de moderne auto’s des te meer appreciëren.

De wetenschappelijke studie van de mechaniek en de sociologie van de file staan

pas in hun kinderschoenen. Dat is jammer want noch de tijd noch de ruimte zijn

uitbreidbaar. Generaties ministers hebben het verkeer geïmmobiliseerd door het

spoorwegennet te verkorten.

Brandstof is te goedkoop, waardoor zuinig rijden niet gestimuleerd wordt. Al

vijfentwintig jaar bieden Audi en Volkswagen auto’s aan die 3 liter/100 km verbruiken, maar Jan Modaal wil ze niet. Omdat hij geen onderscheid maakt tussen de hogere

aankoopprijs en de lagere kosten.

De ontploffingsmotor met vloeibare brandstof heeft nog een grote toekomst. Omdat een net van miljoenen tankstations toelaat de wereld rond te rijden met eenzelfde krachtbron en zeven minuten tanken volstaan om achthonderd kilometer ver te komen.

De CO2 in de uitlaat als norm voor milieuvriendelijk rijden, getuigt van kortzichtigheid. Alleen het well to wheel-principe zou intellectueel eerlijk zijn. Maar de berekening ervan is ingewikkeld en de manier waarop de auto gebruikt wordt van groot belang. Een

slechte chauffeur verbruikt 50 % meer brandstof met een dieselmotor dan een goede, twee keer zoveel met een benzineauto en drie keer zoveel met een elektrische auto.

De rijtaks is eigenlijk een eigendomstaks. Het zou redelijker zijn de brandstof te

belasten , in combinatie met de filegevoeligheid . Iemand die ’s morgens van Poperinge naar Ieper rijdt, belast minder dan iemand op hetzelfde uur in de Brusselse Wetstraat. Dat zou door leds op het dashboard geïllustreerd kunnen worden.

De grootste oorzaak van ongevallen is een gebrek aan aandacht. Te veel mensen

zijn verplichte chauffeurs, die absoluut geen zin hebben in rijden en nauwelijks oog hebben voor het verkeer.

Snelheid op zich is niet gevaarlijk, onaangepaste snelheid wel. De wetgever maakt

evenwel geen onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve vaardigheden van de chauffeurs . Omdat de kwantitatieve duizend keer makkelijker meetbaar zijn, wordt snel rijden zwaar bestraft. Terwijl bij 40 % van de dodelijke ongevallen alcohol in het spel is.

In de autosport vallen minder doden per kilometer dan op de weg. Toch is het risico

om een dodelijk ongeval te hebben vijfentwintig keer lager dan veertig jaar geleden. Ook al is het gemiddeld vermogen verdubbeld, ligt de snelheid vijftig procent

hoger en is het verbruik gehalveerd.

Philippe Casse (61) is woordvoerder van de Groep D’Ieteren,

invoerder van onder meer VW, Audi en Porsche.

Door Pierre Darge / Foto Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content