Peter Jacobs

© Wouter van Vaerenbergh

Journalist

In tweehonderd jaar is er in België weinig of niets veranderd. Dat concludeer ik uit wat een select gezelschap van buitenlandse schrijvers berichtte over ons land in de negentiende eeuw. Toegegeven, de treinen rijden niet meer zo stipt, onze gevangenissen gelden niet meer als modelinstellingen, de hoogovens zijn uitgedoofd, wij zijn bijlange niet meer zo katholiek, de straten liggen er niet meer zo kraaknet bij als Franse geboende parketvloeren.

Spionspiegeltjes aan de gevels verdwenen, hondenkarren zijn verleden tijd, maar de toeristische troeven zijn in 2012 dezelfde als in 1852. Rubens en Van Eyck hangen er nog, de belforten, kathedralen en begijnhoven staan nog overeind, de oevers van de Maas en de Scheldekaaien zijn nog even schilderachtig, Manneken Pis plast nog à volonté en de beiaarden spelen nog steeds.

In geuren en kleuren schreven negentiende-eeuwse literaire kleppers als Victor Hugo en Robert Louis Stevenson over ‘exotische’ plekken als Waterloo en Coo, Brussel, Boom, Veurne en Oostende. Ook broodschrijvers en vergane gloriën van wie geboorte- en sterfdatum nauwelijks nog te achterhalen zijn, vertellen honderduit over hun reizen in België. Maar gek genoeg is er van lekker eten, waar België nu zo prat op gaat, geen sprake. Als voedsel al vermeld wordt, is het meestal omdat het niet deugt. Van pralines en friet is nog geen spoor.

Een tijdreis door België komt voort uit een reeks die ik maakte voor De Standaard der Letteren. Het eerste verhaal stamt uit 1814, net voor de Slag van Waterloo die België meteen op de wereldkaart zette : amper één week na Napoleons nederlaag was het slagveld al een toeristische attractie. Het laatste fragment dateert van 1915, toen al duidelijk was dat België veel te lijden had onder de Eerste Wereldoorlog, die cynisch genoeg ook weer een toeristenstroom op gang zou brengen.

De reisverhalen beginnen met de postkoets, daarna volgen de hoogdagen van het spoor en ze eindigen als de eerste automobiel in het straatbeeld verschijnen. De verkorting van de reistijd was in de negentiende eeuw een pak spectaculairder dan in deze tijden van hoge snelheid.

Met de technologie van de eenentwintigste eeuw pluk je boeken uit de negentiende eeuw van het net, eenvoudiger dan ze in de bib om de hoek te halen. Tik een paar zoektermen in op Google Books, gutenberg.org, europeana.eu, gallica.bnf.fr en er verschijnt een resem verhalen op je scherm. De gekste dingen eerst. Een voorbeeld ?

Kalakaua I, de laatste koning van Hawaïwas tegelijk ook de eerste koning die een reis rond de wereld ondernam om de gewoonten van zijn ambtgenoten te observeren en te kopiëren. In 1881 verbleef de pleitbezorger van ukelele en hoela vier dagen in Brussel. Hij logeerde in wat nu het BELvue Museum is, pal naast het koninklijk paleis. Leopold II bracht hem een officieel bezoek met zijn staatsiekoets, een batterij lakeien en een complete cavalerie. Na twintig minuten vertrok Leopold, en binnen het halfuur was de koets mét cavalerie terug om Zijn Hawaïaanse Majesteit op te halen voor het tegenbezoek. Hoogst vermakelijk vond Kalakaua dat spektakel om next door bij elkaar op visite te gaan.

Peter Jacobs (47) is redacteur bij De Standaard der Letteren. ‘Een tijdreis door België’ (24,99 euro) ligt vanaf 20 april in de boekhandel. ‘Logeren bij Belgen in Frankrijk, Editie 2012’ is er al. (24,99 euro.) Al acht jaar selecteren Peter Jacobs en Erwin De Decker jaarlijks tientallen adressen van chambres d’hôtes en charmehotelletjes in het buitenland, gerund door Belgen die het roer durfden om te gooien. Van design tot rustiek en van boerderij tot kasteel. Van in Le Nord tot aan de Côte d’Azur, en van Normandië tot op het exotische eiland Réunion. Al 90.000 exemplaren verkocht.

DOOR Griet Schrauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content