Een echte kinderdroom, dat is misschien veel gezegd, maar ik wilde toch al parfumeur worden rond mijn zestiende. Chemie kon me enorm boeien, vooral het mengen van stoffen en de wonderlijke transformaties. Niet de puur wetenschappelijke kant dus. Toen ik hoorde over een parfumerieschool, raakte ik meteen geïntrigeerd.

De lippenstift van mijn moeder wilde ik proeven omdat die zo lekker rook. Geuren waren in mijn kindertijd heel belangrijk : een tuin vol bloemen en kruiden, waarin ik rozemarijn plukte voor mijn moeder die heerlijk kon koken, poeders en parfums in de badkamer.

Je hoeft geen parfumeur te zijn om geraakt te worden door het parfum van je moeder. Maar bij mij gaat het nog wat verder : bij herinneringen aan mensen uit mijn kindertijd hoort steevast een parfum . Bepaalde vrouwen kregen in mijn geheugen zelfs bijna een mythische status, alleen door die geuren.

Vooral geuren die ik ontdekte vóór mijn opleiding als parfumeur, roepen grote emoties op. Toen zag ik ze nog heel neutraal, zoals een gewone consument. Door mijn huidige expertise wordt het bijna een wetenschappelijke analyse, ik wil mijn indruk van een geur ontcijferen.

Toen ik heel jong was, mocht ik niet zomaar ieder parfum dragen. Volgens mijn moeder waren veel geurtjes alleen voor dames, maar op mijn dertiende vond ze L’eau de Givenchy dan toch geschikt, en die groen-bloemige, frisse geur werd dan ook mijn eerste parfum.

Het liefst ruik ik bosachtige geuren, zoals ceder, patchoeli en vetiver. Als je ze ruikt, heb je het gevoel een boom te zien, iets massiefs. Of ze nemen je mee op reis naar verre eilanden. Daarnaast blijft ook de roos goddelijk, een enorm rijke geur met zoveel verschillende facetten.

Ik ben in Grasse geweest, en de rozenpluk bestaat er nog. Blaadjes patchoeli laten drogen, gebeurde dertig jaar geleden al op dezelfde manier als vandaag. Maar nu is er ook nog de technologie waardoor ongelofelijke nieuwe geuren ontstaan. Het blijft een magische droomwereld.

Waarom zou dit vak minder romantisch zijn bij een groot merk als Lancôme ? Integendeel, wanneer ik aan een geurstrookje ruik en beslis dat dit parfum alle kwaliteiten heeft om een grote Lancôme te worden, zal hij misschien een tocht om de wereld maken, in meer dan 160 landen. Misschien wordt het wel een geur als Trésor, die over twintig jaar nog geliefd is, een mythe. Al blijft het een beetje Russische roulette : vooraf weet je nooit wat het wordt.

De meeste bewondering heb ik voorde creatieve parfumeurs, zij die zorgen voor de dosering, die de ingrediënten op punt stellen. Mijn taak is hen te leiden, te inspireren, te voorzien van ideeën. Het fascineert me hoe zij een verhaal, kleuren of foto’s kunnen omzetten in de verwachte geur.

Een uniek parfum voor mezelf hoeft niet, ik draag consequent de parfums waaraan ik werk : maandenlang leef ik er elke dag mee, op mijn arm, jas, sjaal, hoofdkussen. Ja, ook als het een herenparfum is.

Als ik volledigmijn eigen neus zoumogen volgen, verdrievoudigde ik bepaalde ingrediënten. Maar er zijn uiteraard bepaalde afspraken met Lancôme daarover. Dat maakt de uitdaging wel groter : omdat ik niet meer van dát kan gebruiken, moet ik iets anders vinden om nog een facet toe te voegen. En na de eau de parfum volgen onder meer een eau de toilette en een extract, zodat ik telkens weer andere facetten van het parfum kan blootleggen.

Het parfum van Patrick Süskind vond ik schitterend. Vooral de scène waarin de moordenaar ruikt aan het lichaam van zijn eerste slachtoffer en hoe hij haar geur dan zelf wil creëren. Het lijkt me, afgezien van het moorddadige aspect, heerlijk om een klein flesje te hebben met de geur van mijn geliefde, zodat je die op reis op je hoofdkussen kunt sprenkelen.

Pauline Zanoni (29) is huisparfumeur bij Lancôme, ze was onder meer verantwoordelijk voor Hypnôse.

Door Stefanie Van den Broeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content