PATRICIA’S HUIS VOOR PATRIZIA

"Oxide red, Ral kleur 3009", Patrizia kent het nummer uit het hoofd van haar favoriete bessenrood dat ze zowel binnen als buiten gebruikte. © SANDRO PADERNI

Patrizia Moroso, de creatief directeur van het gelijknamige meubelmerk, vond een grote tuin in Udine. Ze liet architecte en goede vriendin Patricia Urquiola er een woning tekenen voor haar, haar man en hun drie tieners.

Een jachthond komt enthousiast aanlopen. Kwispelend en hoog opspringend. Meer welkom kan ik me niet voelen als ik de tuin van de familie Moroso binnenwandel. Of toch : “Entra , entra ! Kom binnen. En kijk maar even nog niet te veel naar de tuin, die heeft nog een paar jaar nodig. Hoe gaat het ?” Patrizia Moroso heb ik eerder ontmoet, drie jaar geleden, toen ze een tentoonstelling had in Kortrijk. Het was een fijn gesprek, toen. Hartelijk en warm. “Hier woon ik. En dit is Salam Gaye, mijn echtgenoot uit Senegal waar ik je toen over vertelde. Maak het je gemakkelijk, dan bereiden wij de lunch voor. Va bene ?

Udine is een stadje in het noordoosten van Italië. Koud in de winter, warm in de zomer. Patrizia Moroso is de dochter van Diana en Agostino Moroso die er in 1952 een meubelfabriek opstartten. Zelf ging ze kunstgeschiedenis studeren in Bologna, maar ze keerde, net als haar broer Roberto, in de jaren tachtig terug naar Udine toen haar vader hulp nodig had bij het redden van het bedrijf. Haar artistieke achtergrond maakte de collectie gedurfder. Ze zocht artiesten, architecten en productontwikkelaars aan die voor hen sofa’s en stoelen ontwierpen. Uit Italië, Europa, de States en Japan.

“Aan tafel ! Waw, daar geniet ik nu van, om op een gewone vrijdag thuis te komen lunchen. Ik voel me hier nog altijd op vakantie. We wonen hier pas van vorige zomer. Zes jaar geleden heb ik dit perceel gekocht. Het was een echt paradijs, met een dikke mos- en humuslaag, met veel vogels en andere dieren, met oude rozenstruiken, heesters en bloemen. Een magische plek, romantisch en wild. Het perceel is afhellend naar de oude bedding van de Cormor, die nu een tweehonderd meter verderop vloeit. Het was een stuk tuin dat onze buren jaren eerder hadden verkocht als bouwgrond met twee vereisten : het huis mocht niet hoger worden dan negen meter en geen ramen hebben aan de oostzijde. Want dat is hun kant. Het is drie of vier keer doorverkocht, omdat het voor veel mensen toch een probleem leek te zijn. Maar voor mij niet.”

Patrizia Moroso heeft dan ook een uitgebreid netwerk van wereldbekende architecten tot haar beschikking die geregeld voor haar meubelen tekenen. Maar ze koos voor de Spaanse architecte Patricia Urquiola en diens toenmalige architectuurpartner Martino Berghinz. “Ik heb nooit van luxe gehouden zoals andere mensen dat definiëren”, legt Patrizia uit. “Voor mij is luxe tijd en ruimte. Die ruimte heb ik hier echt ge-creëerd. Nu de tijd nog ( lacht). Patricia en Martino hebben zich helemaal ten dienste van ons gesteld en heel goed begrepen wat we wilden : de tuin die een rol speelt in elk plekje in huis en open ruimten met mooie perspectieven.”

Naast Salam en Patrizia zit ook medewerker Daria aan tafel. “Waar blijft Emi ?” vraagt Patrizia haar ineens. “Bel hem eens.” Emiliano is de architect bij Moroso en toevallig ook de verloofde van Daria. “Ik heb hen een beetje moeten helpen in het begin van hun relatie, ze waren een beetje onhandig. Ze trouwen in juni.” Hij komt er uiteindelijk toch door, samen met een andere medewerker. De tafel raakt gevuld en dat ziet Patrizia graag.

Centraal gelegen

“Ik heb altijd met veel mensen geleefd. Als kind zat ik vaak in de meubelfabriek of bij mijn grootouders op de boerderij, waar stallen en huis in elkaar overlopen. In grote en simpele ruimten voel ik me thuis. Er is een tijd geweest dat ik veel reisde, toen had ik genoeg aan een kamer. Maar nu niet meer. Toen Salam en ik kinderen kregen, zijn we op een groter appartement in het oude centrum van Udine gaan wonen. Prachtig, natuurlijk. Maar we zochten toch iets anders. We wilden graag renoveren, maar mooie, grote oude huizen hebben gekke ruimten die wij niet interessant vonden. Het was echt een geluk dat ik op deze plek botste. Want ik wil absoluut in Udine blijven.” Ze neemt drie marsepeinen vruchtjes van de dessertschaal. ” Alora, als deze aardbei dit huis is en deze appel is het huis van mijn ouders, dan is deze perzik de fabriek”, legt ze uit, terwijl ze het laatste exact in het midden tussen de twee andere legt.

Genius Loci, ik kan niet anders dan het in het Latijn zeggen. Deze plek bepaalt wie ik ben. Dat geldt voor mij, maar evengoed voor al onze medewerkers. Ze wonen op twee minuten van de fabriek en ook onze vader passeert hier nog geregeld. We hebben zo’n grote geschiedenis samen. Dat is onvervangbaar.”

We hebben net koffie gedronken en Patrizia wil van tafel.

“Kom, we gaan eens voelen of het warm genoeg is om al buiten te gaan zitten. Dit, zou je kunnen zeggen, is mijn lievelingsplek. Eigenlijk had ik graag gehad dat het huis als een cantilever over de helling zou hangen, maar omdat de regio gevoelig is voor aardbevingen, mocht het niet van de overheid. Stom, want in Californië staat het vol met dit soort huizen en daar komen ook aardbevingen voor. We hebben het opgelost met een tweede verdieping én met dit extra terras. Het is hier toch zalig ? Het lijkt een beetje of je vliegt. Die twee verdiepingen zijn bovendien ook voor Salam belangrijk. De huizen in Senegal zijn vierkant en hebben een soort binnenplaats, waar het publieke leven zich afspeelt : massa’s vrienden en familie komen er op bezoek. De bovenste verdieping erop, is dan weer helemaal privé. Dat is hier ook zo. Min of meer, toch.”

Kleur uit de Amazone

“Van hier zie ik ook goed de buitenkant. Ik wilde voor mijn huis hout om af te sluiten, en glas om te openen. Heel simpel. Ik ben verliefd op Australische huizen uit eucalyptushout. Maar dat bleek moeilijk in te voeren. Dus hebben we ceder gebruikt, die wordt tegen redelijke prijs ingevoerd als latjes met een randje aan, je kent dat wel, waar ze chalets mee zetten. Wat je hier aan de buitenkant ziet, is daar eigenlijk de achterkant van. Het hout is zeer licht, bevat veel lucht en isoleert dus prima. Als extra isolatie hebben we kurk gebruikt. Het geelachtige hout heb ik donkergrijs laten verven. Dat geeft met andere lichtinvallen andere kleuren : soms is het bruin, soms groen. Het is constant in beweging. Het donkergrijze, bijna zwarte dat je hier overal ziet terugkomen, is belangrijk. Het is een kleur die afkomstig is uit de Amazone. Daar halen ze rubber uit de bomen, bestrijken er een lapje katoen mee en houden het boven een vuur. Dit donkergrijs is de kleur van dat gerookte rubber. Ook het rood dat voor de staalconstructies gebruikt is, is een natuurkleur, van bessen uit de Amazone.”

“Je ziet hier in huis overal prototypes van onze meubelen staan, unieke stukken die ooit eens gebruikt zijn voor een presentatie, of met foutjes aan. De schilderijen zijn van Salam. Hij begeleidt in Senegal de productie van onze meubelen in gevlochten plasticdraad zoals de Shadowy chair van Tord Boontje. Er staan hier ook foto’s van Boubacar Touré Mandémory en een lichtbox van Fathi Hassan die ze maakten voor onze M’Afrique-installatie enkele jaren geleden tijdens de meubelbeurs in Milaan. Verder heb ik wat decoratie staan : vintage accessoires, spullen van de rommelmarkt, boeken en tijdschriften.”

Nieuwe kantoren

Er zijn twee trappen in het huis : eentje aan de voordeur en eentje aan de raamloze oostkant. “Beneden is de meest publieke ruimte : we kunnen er bedrijfsmeetings houden, onze kinderen geven er feestjes, er is een open haard, een extra keuken, enkele gastenappartementen waar misschien later onze kinderen helemaal zelfstandig kunnen wonen. Er is een Turks bad, dat vooral gebruikt wordt door de kinderen en er is een apart terras. Licht valt binnen door een opening in het plafond, zoals op een Afrikaanse binnenplaats. Oh, kijk.” Door een gekleurde folie die in het raam van het Turkse bad verwerkt zit, valt fuchsiaroze licht binnen in de ruimte. “De zon zit juist goed. Fantastisch toch ? Dit is het eerste huis dat ik bouw, maar hier wil ik wel oud worden. Met dien verstande dat we tijdens de koude maanden wel in een strandhuisje in Afrika gaan doorbrengen, we hebben er al een lapje grond en wat plannen, we zijn voorbereid.”

Maar eerst moet er nog wat anders gebouwd worden. “Nieuwe kantoren. De plannen zijn eindelijk volledig goedgekeurd. Ik ben dolenthousiast, want een van mijn favoriete architecten heeft ze getekend : David Adjaye. Hij is supergetalenteerd en ik houd vooral van zijn ongelooflijke openheid naar kunst en cultuur. Binnen de achttien maanden moet het klaar zijn. Ik kan niet wachten. Dus als je onze huidige kantoren nog eens wilt zien, dit is het moment, rij maar even mee.”

Ze kust nog snel even haar elfjarige dochter die van school komt. In de fabriek schakelt Patrizia meteen een versnelling hoger. Ik wandel met Daria door de fabriek en de ontwerpafdeling, waar druk gewerkt wordt aan de prototypes die gepresenteerd zullen worden op de meubelbeurs van Milaan half april. Ik zie de onderstellen en tekeningen voor de nieuwe krukjes van Patricia Urquiola, een onbeklede bank van Edward Van Vliet en een piepschuimen mal van een stoel van Doshi Levien. Het zijn drukke weken, iedereen is blij dat Patrizia weer op kantoor is : haar broer, de CEO, assistenten en medewerkers. Hoog tijd voor mij om te vertrekken. Ik laat haar achter in de studio, in een mouwloos T-shirt, druk discussiërend met twee van haar medewerkers. ” Ciao ! Tot in Milano !”

DOOR LEEN CREVE – FOTO’S SANDRO PADERNI

“Ik heb nooit van luxe gehouden zoals andere mensen dat definiëren. Voor mij is luxe tijd en ruimte.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content