CANAL GRANDE EN PALAZZI, GESCHIEDENIS EN VERWERING, OUD EN NIEUW, HET VORMT DE IDEALE BIOTOOP VOOR KUNSTVERZAMELAAR AXEL VERVOORDT. WE ZIJN ER TE GAST IN ZIJN VENETIAANSE PIED-À-TERRE EN OP ZIJN NIEUWE TENTOONSTELLING.

Alles begon met Artempo, de tentoonstelling die de Antwerpse kunstverzamelaar Axel Vervoordt organiseerde in het Palazzo Fortuny in 1997. Sindsdien zijn Axel en May Vervoordt thuis in Venetië. Ze wonen er in een elegant appartement dat deel uitmaakt van een vijftiende-eeuws palazzo aan het Canal Grande. Kennismaking met een wereld apart, te beginnen bij een binnentuin, gehuld in stilte.

“Venetië heeft me altijd al gefascineerd. Het is een stad van kooplieden, net als Antwerpen. Kosmopolitisch. Universeel. Venetië is een wereldstad, de poort tussen Oost en West, een mengeling van eeuwenoude en hedendaagse elementen. Die dialoog tussen oud en nieuw is voor mij van essentieel belang. Ook door de biënnales heb je hier alle mogelijke uitingen van kunst en muziek, met inbegrip van de avant-garde, en dat in een van de oudste steden ter wereld.”

Axel Vervoordt identificeert zich sterk met het door de tijd aangetaste gezicht van de dogenstad. Met veel warmte praat hij over de verweerde muren. “Die afbladderende muren : dat is abstracte kunst geschapen door de tijd. Dat ze dat alsjeblieft zo laten ! Ik houd mijn hart vast voor de dag dat de stad uit allerlei internationale fondsen geld zou krijgen voor een grote renovatie.”

Het is geen toeval dat Artempo, de eerste tentoonstelling die hij hier organiseerde, When Time becomes Art als ondertitel had. Hij herinnert zich nog goed hoe hij in 1997 aan het werk ging in het Palazzo Fortuny. “Mariano Fortuny was een zeer veelzijdige man. Hij was in alles geïnteresseerd, ook in muziek. Hij ontwierp prachtige lampen en luchters, maar ook stoffen. Hij was schilder, filosoof en kunstverzamelaar. Hij restaureerde dit paleis, beetje bij beetje, nadat hij het had overgekocht van wel tien verschillende eigenaars. En nu ben ik hier kind aan huis.”

Amper vijf minuutjes wandelen is het van het Palazzo Fortuny naar het Palazzo Alverà, waar Axel en May Vervoordt nu wonen. Voorbij het zware hek nemen we de lange, witmarmeren trap die toegang geeft tot de piano nobile, de traditionele ontvangstruimte. Bij de vensters staat een Italiaanse terra ferma-koffer uit de jaren 1600 en een achttiende-eeuwse polychrome tafel van massief hout uit Piëmont. “De fauteuils werden ons nagelaten door gravin Alverà”, zegt May Vervoordt. “Ik heb ze gewoon aangekleed met een doek van dikke, witte katoen.”

Geleidelijk drukten de Vervoordts hun eigen stempel op het interieur. “Deze plek, dat zijn wij in Venetië. Dit zijn onze meubelen, onze objecten. Uit Antwerpen heb ik enkele Italiaanse elementen mee naar hier gebracht. De moderne deuren bijvoorbeeld hebben we vervangen door oude”, vult Axel aan.

Via een stenen portiek treden we de salon binnen. Hier heerst een totaal andere sfeer. De ruimte heeft een hoog plafond en is helemaal voorzien van een coating in terracottakleuren, vergelijkbaar met de kleuren van de gevel op de binnenplaats. Ook hier wordt de tijd, in de geest van Artempo, kunst. Een concreet voorbeeld is het ronde object van hout dat aan de muur hangt : een blad van een oude wijntafel. Eronder zien we een neoklassieke Italiaanse commode uit de achttiende eeuw, waarop een beeldengroep van Dominique Stroobants staat.

Onder het originele plafond in donker hout – waardoor het minder hoog lijkt dan het is – ontvouwt zich een sterk symmetrisch aandoende opstelling. De symmetrie heeft voor een groot deel te maken met het spiegeleffect van het tweeluik Nacht-Maan van Jef Verheyen uit 1977. Het zachte en tegelijk elektriserende blauw doet de ruimte oplichten, als in een nacht bij volle maan. De symmetrie wordt nog versterkt onder het tweeluik door de twee Brian-canapés, door Axel Vervoordt zelf ontworpen, en de twee lange, lage tafels met een metalen frame, waarop een oude plank van notenhout rust. Het geheel, met inbegrip van de witte canapés, contrasteert mooi met de vloer met de brede planken van populierenhout, een materiaal dat Axel Vervoordt na aan het hart ligt en dat ook perfect past in de Noord-Italiaanse traditie.

STILLEVENS OP TAFEL

De trap, die naar de slaapkamers op de mezzanine leidt, zit verborgen achter een negentiende-eeuws kamerscherm. Boven het kamerscherm hangt weer een rond voorwerp waarvan de kleur bijna versmelt met de tinten van de muur, als een maan die aan de hemel staat. Ook dit is een oud wijntafelblad.

Een verborgen deur leidt naar de ceremoniële eetzaal. Ze is in wezen nog steeds zoals ze door de graven Alverà werd achtergelaten. Voor de elegante toets wordt gezorgd door de empirestoelen, maar ook door het pièce de milieu op de achttiende-eeuwse Franse tafel.

Een gedekte tafel kan volgens May Vervoordt niet zonder florale accenten. De vrouw des huizes besteedt dan ook veel zorg aan de compositie van romantische boeketten, afgewisseld met solitaire bloemen en vruchten van het seizoen. De precieuze citroenen van Amalfi bijvoorbeeld werden met artistieke precisie uitgestald, zoals in de stillevens van de grote Vlaamse meesters.

Daarnaast is er nog de eetkamer voor dagelijks gebruik, direct aansluitend bij de keuken. Het contrast tussen beide vertrekken komt tot uiting in de ruwe eikenhouten buitentafel en de tussendeuren van knoestig notenhout. Rondom de tafel staan stoelen met een bekleding van ruw linnen.

De kleine, functionele keuken is het resultaat van een grondige herinrichting. Boven het professionele kookfornuis hangt een grote afzuigkap. Hier worden stevige diners bereid, met veel aandacht voor verse groenten, aangekocht op de markt van Venetië… of meegebracht uit de eigen moestuin in ’s Gravenwezel.

“Ik heb altijd al gedroomd van een huis in Venetië. Door de tentoonstellingen die ik hier organiseer, is mijn bijna permanente aanwezigheid noodzakelijk. Ik ben hier vaak met mijn gezin, ver van alle rumoer. Maar we ontvangen hier ook vrienden en nodigen wel eens kunstenaars uit als ze in Venetië zijn. We huren dit appartement, maar ik hoop dat ik hier heel mijn verdere leven kan blijven wonen. Al is mijn kasteel in ’s Gravenwezel toch nog altijd mijn lievelingsplek. Daar breng ik nu mijn vakanties door.”

TEKST EN FOTO’S JEAN-PIERRE GABRIEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content