Op haar eentje componeerde Victoire Gobin-Daudé vijf parfums. Artisanaal, vanuit de buik en geïnspireerd door de natuur. Zonder naambekendheid of grote firma achter zich slaagde ze erin om ’s werelds meest prestigieuze verkooppunten van haar talent te overtuigen.

Vertragingen in de Parijse metro en onwillige taxichauffeurs brengen me een half uur te laat op mijn afspraak. Maar Victoire Gobin-Daudé is onverstoorbaar zen en weet me onmiddellijk op mijn gemak te stellen. Ze ontvangt me hartelijk met zelfgemaakte kruidenlimonade en koekjes in haar appartement, dat warmte en esthetiek uitstraalt. Zonder mijn vragen af te wachten – ik heb mijn mond nog vol – steekt ze enthousiast van wal en vertelt over haar leven : hoe ze in Franstalig Canada is opgegroeid, op internaat zat in Zwitserland en op haar twaalfde naar Marrakech verhuisde. “Mijn moeder had er een oud huis gekocht en haalde me van het internaat om bij haar te komen wonen.” Voor Victoire was het een belangrijke periode die haar sterk geraakt heeft : “Ik had er het eerste intense contact met geuren die erg krachtig waren, in vergelijking met die in Canada of Zwitserland. Ik vond het geweldig om tussen de bloemen te leven en te midden van andere extravagante geuren en machtige sensaties.”

Daarna ging ze naar Parijs om haar diploma te behalen en begon op haar twintigste voor modeontwerper Pierre Cardin te werken. Als assistente was ze zowel met de mannen- als vrouwencollecties bezig, haute couture, tentoonstellingen organiseren in de Espace Cardin en zo meer. Acht jaar later kriebelde het om opnieuw te gaan studeren. “Japans, omdat ik van de filosofie en de cultuur hield. Ik heb tien jaar Japanse vechtkunst gedaan, daar hoort een heel leerproces bij dat sterk verschilt van onze manier van denken. Als je het alfabet leert en de literatuur bestudeert, begin je te denken zoals zij. Dat heeft me erg veranderd.”

Victoire bracht daarnaast ook veel tijd door met groenspecialisten in tuinen, zoals de arboretums van Essen en Kalmthout, waar ze geïntrigeerd raakte door de geuren van bijzondere planten. Ze verdiepte zich in de Tibetaanse geneeskunde en het sjamanisme en bouwde een eigen wereld rond zich. “Maar de geuren die ik zocht, vond ik nergens : parfums die dansen op de huid, met een delicate zachtheid en geïnspireerd door een wilde, sensuele, extravagante en soms dierlijke natuur.” Dus besloot Victoire ze zelf te maken. “Ik had geen idee van het werk dat me te wachten stond”, lacht ze. “Ik kende natuurlijk al wel wat van planten en ging in de leer bij parfumeurs : formules opbouwen, ingrediënten afwegen en dergelijke.” Vier jaar lang sloot ze zich op in haar laboratorium. “Een zeer intense en ook fysieke periode : ik kwam alleen nog buiten voor mijn danslessen ’s avonds. Overdag werkte ik aan mijn parfums.” Ze had tien geuren in haar hoofd en maakte er uiteindelijk vijf af. Ze werkt anders dan de grote merken : zonder marketingbriefings over de laatste successen, met niets meer dan een basisakkoord van enkele interessante elementen dat de inspiratie levert voor het parfum dat ze in haar hoofd heeft.

Voor Victoire is er een sterk verband tussen parfums en haar andere passie : dansen. “Een parfum moet een nasleep hebben die niet te sterk mag zijn, om anderen niet te storen, maar hij moet wel constant dansen. Het is een evenwichtsoefening, het is intuïtief maar tegelijk ook abstract. Je moet elk ingrediënt volgen en zijn plaats in het geheel geven, net zoals de lichamen van dansers de harmonie bepalen in een choreografie.”

Ruiken is voor Victoire iets zeer visueels : “Als ik een plant ruik, dan zie ik de verschillende facetten van de geur : de ingre-diënten en hun onderlinge verhouding.” Ook buiten haar laboratorium denkt ze in formules : “Ik bedenk keukenrecepten terwijl ik rondloop. Ik kook graag en veel, en experimenteer met bloemen en kruiden.” Zowel in de keuken als in het laboratorium test ze elk idee uit : “Soms heb je fantastische ideeën, die in de praktijk dan toch niet veel blijken voor te stellen. Het is een zeer eenvoudige manier van werken, artisanaal eigenlijk.”

Dat geldt ook voor de stalen en de verpakking die ze samen met een jonge, onbekende artiest ontwierp. Een blaadje dat ze van de grond opraapte, diende als onderwerp : “Een cirkel, die eveneens de rondvliegende atomen van een parfum voorstelt. Je kunt er verschillende dingen in zien. Ik hou ervan om dat aan de verbeelding van de mensen over te laten.”

Om haar parfums te verkopen zocht ze bijzondere plaatsen uit, net zo vriendelijk en toegankelijk als de omgeving waarin ze ontstonden. “Er zijn plekken die daar min of meer voor gemaakt zijn. We leven in een wereld waar veel dingen op elkaar lijken. Veel mensen zoeken iets dat anders is : een unieke geur, die leeft op de huid. Ze zijn teleurgesteld in het aanbod van de grote merken en winkels. Momenteel wordt er heel sterk gewerkt op de beginnoten, die opvallen en aantrekken in de winkel, maar niet lang aanhouden : na een uur zijn ze weg. En vaak is de basis niet coherent met de aanzet. Daar hecht ik veel belang aan : er is een bepaalde harmonie nodig, het sensuele zit in het aanvoelen als een tweede huid. Als een parfum vecht met je eigen geur, dan breekt er iets.”

Hoewel haar geuren zowel door mannen als vrouwen gedragen worden, schuwt ze het woord uniseks : “In elke compositie zit iets mannelijks en iets vrouwelijks : het is het akkoord van die twee elementen die een bepaalde sensualiteit geeft. Ze vallen in de smaak bij persoonlijkheden met een zekere gevoeligheid.” Victoire creëert niet voor zichzelf, beweert ze : “Ik maak kleine cocons van geluk waarin ik mijn indrukken uit de natuur verwerk. We leven namelijk in een agressieve, harde wereld. De identiteit van een parfum is een soort bel die je beschermt en een delicate, amusante persoonlijkheid geeft.” n

Sofie Albrecht

“Veel mensen zoeken iets dat anders is : een unieke geur, die leeft op de huid. Ze zijn teleurgesteld in het aanbod van de grote merken en winkels.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content