Pappie’s borstjes

De Artsenkrant meldde onlangs dat 75 procent van de jonge moeders wacht op het fiat van de vader eer ze hun baby de borst geven. Papaatje zou namelijk geneigd zijn om zijn esthetische appreciatie belangrijker te vinden dan het nutritionele of relationele belang van het door hem verwekte kind. Ook zou hij psychologische aanpassingsproblemen hebben wanneer hij onder ogen zou moeten zien dat zijn geliefkoosd seksueel object nog een andere dan een erotische functie kan hebben. Bovendien zou hij last kunnen krijgen van jaloezietjes, zich uitgesloten kunnen voelen door zoveel intimiteit tussen moeder en kind. Gevolg van dat alles is dat hij een vurig verdediger van de zuigfles wordt. Dat jonge moeders zwichten voor dit soort argumentatie, is misschien nog onthutsender dan de houding van de pappies zelf.

De Artsenkrant baseerde zich op een rapport dat eerder werd gepubliceerd in de Journal of the American Dietic Association. Dat rapport steunde op twaalf verschillende onderzoeken, uitgevoerd in de Verenigde Staten tussen 1990 en 1995. Jonge moeders vertelden het onderzoeksteam dat hun partner het geven van borstvoeding vaak ontmoedigde. Drie op vier vrouwen gaven ootmoedig toe dat hun keuze voor borstvoeding afhankelijk was van het feit of de vader er al dan niet positief tegenover stond.

Nu kan de situatie in de Verenigde Staten verschillen van de onze, maar zelfs in de veronderstelling dat het percentage bij ons heel wat lager ligt dan drie op vier, dan nog blijft dit een schokkend gegeven. Al was het maar omdat de motieven allicht dezelfde zijn. Nergens is er sprake van het belang van de baby. Medische rapporten mogen oeverloos herhalen dat voor het kind borstvoeding zowel om fysieke als om psychische redenen de eerste keuze blijft, papa heeft er geen oren naar. Belangrijker is zijn fantasme bij het aanschouwen of aanraken van zijn borstjes. Je vraagt je af hoeveel goeds dit kind nog van zijn hem te verwachten heeft als al van in het begin zo duidelijk is wiens welbevinden hier centraal staat.

Volgens de medische wereld is overigens nog nooit bewezen dat het geven van borstvoeding het uitzicht van de borsten zou veranderen. Zwangerschap in het algemeen en gewichtsvariaties zouden daar wƩl een rol in kunnen spelen. Misschien moet een potentiƫle vader dan maar beslissen dat zijn vrouw beter geen kind op de wereld zet, zodat zijn speeltje ongeschonden en voor eeuwig te zijner beschikking staat. Later kan hij zijn vrouw nog altijd aanporren om een chirurgische ingreep te ondergaan.

Complexer is het jaloeziemotief, ook al zou je dit soort gevoelens eerder verwachten bij kleine kinderen die een nieuw broertje of zusje moeten leren accepteren dan bij een volwassen geachte man. Misschien valt het nog te begrijpen dat een confrontatie met de beperkingen van het eigen lijf al eens frustrerend kan zijn, maar om daar dan meteen een veto tegen een aangeprezen voedingswijze aan te koppelen, gaat toch nogal ver. De man die zich buitengesloten voelt tijdens het zogen, zou zich, in plaats van op zijn nagels te bijten, nuttiger kunnen maken door alvast de was op te hangen of de lakens van het wiegje te verschonen.

Het is overigens opvallend dat in de argumentatie van de vaders geen sprake is van het belang van de moeder. Misschien stellen er zich voor haar wel heel wat fundamentelere problemen bij het afwegen van pro en contra, en zou het logischer zijn daar Ć©Ć©rst aan te denken. Want het is hier uiteraard niet de bedoeling om moeders die om lichamelijke, geestelijke of praktische redenen voor de zuigfles opteren, te culpabiliseren. Ondanks alle romantiek blijft het een heel gedoe dat niet in ieders agenda past.

Mannen die hun baby’s van de borst willen weghouden, zouden toch moeten beseffen dat er aan hun eigen biologische beperktheid Ć©Ć©n grandioos voordeel zit. Wie geen voedselvoorraad in zich heeft, kan er ook niet voor uit bed worden gekrijst. Terwijl een flesje opwarmen tot ieders mogelijkheden behoort. Zou het die belofte voor een eerlijke taakverdeling zijn die vrouwen uiteindelijk doet accepteren dat de man beslist? “Jij krijgt je mooie borstjes als ik mag doorslapen.” En dan maar afwachten wie ’s nachts het eerst naar de flessenverwarmer holt.

Jo Blommaert / Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content