‘Pantoffeldiertjes doen het veel slimmer dan wij’

“Doen jullie het nog ?” Dat is zo ongeveer de eerste vraag die de Amsterdamse psycholoog Jean-Pierre van de Ven stelt bij het beginnen van een relatietherapie. Het is ook de titel van zijn nieuwste boek. Zijn doel ? Seks en praten over seks bevorderen want hij vindt het vreemd dat dat nog steeds een beetje vies en gênant is.

Bij het begin van mijn carrière ben ik me eens rot geschrokken”, zegt Jean-Pierre van de Ven, die sinds 1996 een eigen praktijk relatietherapie heeft. Hij was onderzoeker en docent relatietherapie aan de universiteit van Amsterdam en is ook verbonden aan een psychiatrische kliniek. “Een cliënte vertelde toen tijdens de vierde zitting langs haar neus weg dat zij en haar man al twee jaar niet meer in één bed geslapen hadden. Pardon ? De voorgaande zittingen hadden we over ergernissen gesproken, over de gevaren die in elke langdurige relatie de kop opsteken. Maar de plaats waar ze sliepen, laat staan het seksleven van dit echtpaar, was nog niet ter sprake gekomen. Ik dacht : heeft een relatietherapie wel zin als je niet over seks praat ? Sindsdien vraag ik er al tijdens het eerste gesprek naar : “Doen jullie het nog ? Ben je tevreden over de manier waarop en hoe vaak jullie seks hebben ? Bespreken jullie seks wel eens met elkaar ?”

Hoe reageren mensen op zo’n directe, toch wel intieme vraag ?

Van de Ven : “Doorgaans opgelucht. ‘Blij dat u het vraagt’, en dan volgt een heel verhaal. Anderen zeggen : ‘Ja, we doen het nog, maar dat willen we hier niet bespreken want we willen er geen probleem van maken.’ Meestal zijn mensen met relatieproblemen ook ontevreden over hun seksleven. Dan vinden ze dat ze te weinig seks hebben. Of durven elkaar niet te zeggen welke nieuwe dingen ze zouden willen proberen. Dat is toch vreemd ? Een halve eeuw na de seksuele revolutie die de wereld zou hebben bevrijd van àlle taboes, vinden mensen die elke dag lief en leed met elkaar delen het nog steeds moeilijk om met elkaar te praten over seks en hun voorkeuren. Dat is nog altijd een beetje vies en gênant, en dat wil ik doorbreken. En ik wilde ook hoofdstuk vijf van mijn vorige boek uitbreiden. In Geluk in de liefde (uitgeverij Ambo, 2011) handelde dat hoofdstuk over lust, maar daar had ik zoveel materiaal voor dat ik het er niet allemaal in kon proppen, dus werd dat een apart boek. Maar er zit natuurlijk meer achter. Ik wilde verder op onderzoek omdat een heleboel cijfers over seksualiteit niet kloppen. Iedereen denkt dat hij het gemiddeld twee keer per week moet doen, en voelt zich schuldig als hij onder dat gemiddelde blijft. Maar aan dat gemiddelde komen de meesten van ons bijlange niet. Hoe vaak wij seks hebben, ziet eruit als een belcurve. Een kleine minderheid, vijf procent, doet het elke dag. Een even klein percentage doet het zelden of nooit. Vijfendertig procent is de grootste groep, en die doet het twee, drie keer per maand. Dat is véél minder dan twee keer per week.”

“Wat mij ook erg opviel, was recent onderzoek waaruit blijkt dat behandelaars zeer weinig praten over seks. Huisartsen en specialisten, psychotherapeuten en psychologen, zouden per werkweek van veertig uur amper vijf minuten over seks praten met hun patiënten. Dat is toch verbijsterend weinig ?”

En dan gaat het waarschijnlijk nog over Viagra ?

“Waarschijnlijk, ja. Het blauwe pilletje dat erectiestoornissen verhelpt en een stijve penis garandeert, overal en altijd, waar en wanneer je maar wil. Behandelaars, ook in de geestelijke gezondheid, praten weinig of niet over de nefaste bijwerkingen van psychofarmaca, niet over antidepressiva die tijdelijk je stemming verbeteren maar op lange termijn je libido aantasten. Niet over de symptomen van allerlei psychische aandoeningen die verminderde sex drive veroorzaken, niet over de invloed van spanningen op je seksleven. De farmaceutische industrie is trouwens naarstig op zoek naar een vrouwelijke variant tegen female sexual disorder, in samenwerking met de universiteit van Utrecht. Tegen verminderde lustbeleving, alsof dat uitsluitend een vrouwenkwaal zou zijn.”

U bent geen voorstander van pillen tegen erectiestoornissen.

“Het is goed dat ze bestaan, maar je moet ermee uitkijken. Als je ermee begint, is het moeilijk om te stoppen. Een vriend van me heeft ze een tijdje geslikt, en hij werd er onzeker van en vreesde dat het zonder pilletje niet meer zou lukken. Hij noemde het een verslaving. Hij informeerde op feestjes bij jongeren. Bleek dat ze allemaal Viagra bij zich hadden, zowel de jongens als de meisjes. De meisjes niet om ze zelf te slikken maar om ze aan hun partner te geven, na een hele nacht uitgaan en feesten. Normaal ben je dan moe en te dronken om nog aan seks toe te komen, maar met zo’n pilletje lukt het toch nog. Op die manier wordt Viagra een partydrug in plaats van een geneesmiddel, wat niet de oorspronkelijke bedoeling was.”

Wat opvalt, is dat mensen in langdurige relaties zo weinig vrijen. Hoe komt dat ?

“We hebben lang gedacht dat mensen minder vrijen naarmate ze ouder worden, maar het blijkt vooral af te hangen van hoe oud hun relatie is. Koppels hebben veel seks in het begin. Als ze verliefd zijn, is seks creatief en spannend zonder er moeite voor te doen. Dan gaat alles vanzelf, maar daarna gaat het in steeds dalende lijn. Dat heeft met allerlei factoren te maken, zoals een toenemend gebrek aan belangstelling voor elkaar, sleur, vastgeroeste gewoontes, vervelende automatismen. Al die factoren hebben een destructieve invloed op liefde en seks. En het staat vast dat beschikbaarheid onaantrekkelijk maakt. Verboden vruchten zijn het lekkerst. Als er bezwaren zijn, als je elkaar moeilijk kunt bereiken of moeilijk kunt vinden, of je mag geen seks of relatie hebben met elkaar, dan wordt het erg aanlokkelijk. Denk aan maar Romeo en Julia en de talloze boeken, films en verhalen over onbereikbare liefde en hartstocht.”

Hebben relaties een gemiddelde houdbaarheidsdatum ?

“Dertien komma zes jaar is in Nederland een cruciaal punt. In Amerika is dat twaalf komma zes. Hoe het in België is, weet ik niet precies, maar het zal wel ongeveer hetzelfde zijn. Bij de stellen die dan nog bij elkaar zijn, is de kans zeer groot dat ze samen blijven tot de dood hen scheidt. Na die tijd maak je je niet meer zo druk over de vraag of je al dan niet bij elkaar blijft. Dan kan de relatie zich verdiepen, maar het gevaar bestaat ook dat je elke seksuele spanning verliest.”

Twijfelen ze die eerste dertien jaar dan zo vaak ?

“Niet aldoor. Vooral op overgangsmomenten. Vroeger sprak men over the seven year itch : om de zeven jaar zou er een breekpunt komen in relaties. In werkelijkheid zijn er meerdere itch-momenten. Zoals wanneer je de overgang meemaakt van verliefde toestand naar : we zijn nu een paar.”

De eerste verliefdheid zou al verdwenen zijn na drie maanden ?

“Daar bestaan uiteenlopende cijfers over. Sommigen zeggen drie maanden, anderen zeggen zes maanden, één jaar, drie jaar. ’t Is maar wat je verliefdheid noemt. Dat fenomeen wordt vaak op een andere manier gedefinieerd, en is niet altijd goed te vergelijken. Maar ondanks alles is er een kleine minderheid van de mensheid, twee procent, die verliefd blijft op dezelfde persoon, een heel leven lang.”

“Een ander kriebelmoment is wanneer je gaat samenwonen. Zit je plots met een krant op de bank, in plaats van voortdurend met elkaar in gesprek te zijn, zoals wanneer je pas verliefd was en afspraakjes maakte. Nog een itch-moment : kinderen krijgen. Dat zijn zeer zware jaren, voor jonge gezinnen met kleine kinderen. Die mensen komen het minst van al aan seks toe. Ook gebeurtenissen zoals verbouwen of verhuizen, of op een of andere manier opnieuw iets samen moeten beginnen, zetten een relatie onder druk. Dan moeten mensen weer met elkaar samenwerken, en dat hebben ze in een langdurige relatie vaak al lang niet meer gedaan omdat ze zich achter een muur hebben verschanst van vaste, stilzwijgende afspraken : hoe ze seks hebben, en hoe vaak, wie de afwas doet.”

Hoe doorbreek je dat ? Of hoe voorkom je het ?

“Door zo weinig mogelijk vaste gewoonten met elkaar te ontwikkelen. Door te zorgen voor flexibiliteit. Door het speels en levendig te houden. Dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn. ’s Middags warm eten in plaats van ’s avonds. Aan de andere kant van het bed slapen…”

Oudere koppels leven vaak samen als vrienden, of als broer en zus. Is daar iets op tegen ?

“Dat is een vaak voorkomende klacht. Mensen vinden samenleven als broer en zus onprettig. Al snel nadat de frequentie van vrijen vermindert, begint het te borrelen en te gisten. De minder seksueel geïnteresseerde voelt zich schuldig, maar merkt ook dat hij of zij ineens méér te vertellen heeft in huis en in bed. Wie het minst seks wil, heeft de meeste macht. En het is verleidelijk om daar gebruik van te maken.”

“Vaak is het wegvallen van seks de aanloop en een reden om uit elkaar te gaan. Maar dat is lang niet bij iedereen het geval. Ik zou ze de kost niet willen geven, de koppels die samenleven zonder seks. Maar mensen zijn van nature gemaakt om seks te hebben. Dat is een basale menselijke behoefte, zoals eten en drinken zeg maar. Honger die wordt gestild verandert in tevredenheid, om daarna weer honger te worden. Dorst verdwijnt als we drinken maar steekt de kop weer op als we te lang niet drinken. Zin in seks verandert in bevrediging onmiddellijk na het vrijen maar als je een poos niet vrijt, krijg je weer zin in seks. Al kun je je natuurlijk afvragen waarom mensen überhaupt seks willen hebben, want niemand weet werkelijk waarom seks bestaat.”

Voor de voortplanting, zou je toch denken ?

“Niet noodzakelijk. Evolutionaire biologen staan voor een raadsel. Ze vermoeden dat seks iets met de voortplanting te maken heeft, maar het is de vraag waarom mensen en dieren dat zo onhandig doen. Vóór de geslachtelijke voortplanting ontstond, wàs er al een veel efficiëntere manier. Bacteriën deden het al miljoenen jaren sneller en makkelijker, met veel minder kans op fouten en vergissingen : ze deelden zichzelf gewoonweg in tweeën. En hun wijze van voortplanten, celdeling, bestaat nog steeds, naast de onze, de seksuele. Twee geslachten houden een aanzienlijk risico in, en dit is écht niet de simpelste manier om voor nageslacht te zorgen. Denk maar aan die energieverslindende geslachtsdaad. Om nog te zwijgen van die intensieve zwemtocht van een horde mannelijke zaadcellen naar één vrouwelijke eicel. Die is te vergelijken met het tweemaal overzwemmen van de Atlantische Oceaan.”

“Evolutionaire biologen staan voor het dilemma of ze Darwins theorie, the survival of the fittest, overboord moeten gooien, dan wel of ze moeten erkennen dat de natuur van geklungel aan elkaar hangt. Pantoffeldiertjes doen het ook nu nog veel slimmer dan wij.”

Mij is altijd geleerd dat geslachtelijke voortplanting een zo groot mogelijke variatie tot doel heeft.

“Ook dat wordt ernstig in twijfel getrokken. Bacteriën wisselen evengoed genen uit en variëren eindeloos, hoor. En in twintig minuten hebben zij een nieuwe generatie, terwijl wij mensen er twintig jaar over doen. Variatie schijnt echt geen steekhoudend argument te zijn.”

Toch schrijft u dat er 237 redenen zijn om seks te hebben.

“Dat heb ik van de Nederlandse seksuologe Ilse Penne. Dat is het aantal redenen die zij noteerde van mensen die zeggen dat ze seks hebben om het weer goed te maken na een ruzie, om verveling te bestrijden, om dichter bij God te komen, om zich te ontspannen, om beter te kunnen slapen, om de partner een goed gevoel te geven, om wraak te nemen, om hoofdpijn te verdrijven, et cetera. Maar de top drie van opgegeven redenen is : voor het plezier, uit liefde, door de aantrekkingskracht. Wat alle drie neerkomt op hetzelfde : lust. Genot. Plezier. En dan niet alleen om het plezier van het klaarkomen of het fysieke contact, maar ook om de intimiteit, de nabijheid van een geliefde.”

Van soloseks werd vroeger gezegd dat je er blind en impotent van werd en er ruggenmergverweking door kreeg. Nu is het vooral gezond.

“Vijfenzeventig procent van de vrouwen en negentig procent van de mannen masturberen. Seks hebben met jezelf is inderdaad gezond, maar vrijen met iemand anders is nog beter. Dat geeft meer bevrediging en positieve effecten op lange termijn. Vooral voor vrouwen die met mannen vrijen. Hun immuunsysteem verbetert door het semen-effect : door het direct contact met sperma maken vrouwen meer witte bloedcellen aan om zich schrap te zetten tegen vreemde indringers.”

“Mensen die geregeld seks hebben, zijn ook meer ontspannen dan mensen die géén seks hebben. Je kunt het natuurlijk omdraaien : gezonde, ontspannen mensen hebben meer seks, maar toch zijn er voldoende redenen om aan te nemen dat seks goed is voor het lichamelijk en geestelijk welzijn van de mens. Het is ook een goede lichamelijke oefening. Voor hart en bloedvaten, voor longen en spieren staat een vrijpartij gelijk aan in fluks tempo twee trappen oplopen. Voor mensen die trappen lopen weinig opwindend vinden, is seks een fijne alternatieve conditietraining.”

U vindt het een van de grote raadsels van onze tijd dat we het zo weinig doen.

“Het blijft me inderdaad verbazen dat wij elkaar niet voortdurend bespringen. Onze soort is aanhoudend krols. Wij kennen geen bronst- of broedseizoen, wij kunnen alle dagen, weer of geen weer. Geen diersoort die ons dat nadoet, of het moeten bonobo’s zijn die al seks met elkaar hebben om te bedanken voor een lekker stukje banaan. Bovendien is seks zowat het prettigste dat er bestaat. Net als door de consumptie van alcohol en chocola levert seks een flinke dosis dopamine in onze hersenen : genotsstofjes waar we maar niet genoeg van kunnen krijgen. En toch eten we niet alleen maar chocola, drinken we niet de hele dag wijn, neuken we niet met iedereen, althans niet in het openbaar. Waarom niet ? We houden ons in. We zoeken een evenwicht tussen genot en onthouding, want we proberen ons te gedragen zoals het hoort omdat we deel willen uitmaken van de samenleving, de kudde, de stam. We vermijden ruzie met de buurman door geen kinderen te maken met de buurvrouw. Klaar.”

Doen jullie het nog ? Seks in liefde en relaties, Jean-Pierre van de Ven, Uitgeverij Ambo, 17,95 euro, in de boekhandel op 25 oktober.

DOOR GRIET SCHRAUWEN

“De zwemtocht van een horde mannelijke zaadcellen naar één vrouwelijke eicel is te vergelijken met het tweemaal overzwemmen van de Atlantische Oceaan”

“Beschik-baarheid maakt onaan-trekkelijk. Verboden vruchten zijn het lekkerst”

“Wie het minst seks wil, heeft de meeste macht”

“Ik zou ze de kost niet willen geven, de koppels die samenleven zonder seks”

“Onze soort is aanhoudend krols. Het blijft me verbazen dat wij elkaar niet voortdurend bespringen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content