Out of Africa

Ontwerper Gilles Rosier bracht een groot deel van zijn jeugd door in Afrika en die invloeden lieten hem nooit meer los: zowel in zijn interieur als in zijn mode vind je de typisch warme mix van kleuren en nationaliteiten terug.

De 35-jarige Gilles Rosier werd geboren in het Franse Anthony (Hauts-de-Seine), maar verhuisde met zijn ouders en zijn zusje al snel naar Afrika, waar hij een bijzonder gelukkige jeugd doorbracht in onder meer Nigeria, Gabon en Kongo. Hij was dol op toneel en circus, en op het ontwerpen van de bijbehorende outfits en het tekenen van karikaturen, en bewaart uitsluitend goede herinneringen aan die periode. “Ik kon urenlang bezig zijn met de voorbereidingen van zo’n toneelstukje: ik schreef het scenario, naaide van oude lappen de kostuums, knutselde accessoires en decors in elkaar, én speelde natuurlijk ook nog eens de hoofdrol! Een prima voorbereiding op de modewereld, naar later zou blijken. Acteren boeit me trouwens nog altijd en ik volgde er tot drie jaar geleden wekelijks lessen in. Was ik geen ontwerper geworden, dan had ik het vast en zeker in die richting gezocht. Of misschien was ik wel architect geworden, want werken met volumes boeit me evenzeer. En als ik meer tijd zou hebben, zou ik dolgraag meubels en andere interieurspullen ontwerpen.”

Na zijn onbezorgde jongensjaren moest Gilles vanaf zijn achtste op kostschool in Frankrijk, waar hij het kamernummer 816 toebedeeld kreeg, een nummer dat hij later als logo koos voor zijn eigen collectie: GR 816. Hij haatte zijn kostschooljaren, trok zich meer en meer terug in zijn fantasiewereld en besloot na de middelbare school verder te studeren aan de Chambre Syndicale de la Couture, waar hij in ’82 zijn diploma behaalde. Na stages bij onder meer Pierre Balmain en Christian Dior, werd hij in ’87 eerste assistent van Jean Paul Gaultier. Een functie die hij zes jaar lang zou blijven uitoefenen, tot hij in ’93 van start zou gaan met GR 816, met collecties voor vrouwen en mannen. Hij ontwierp er onder meer de 816 jeans, een op workwear en uniformstijl geïnspireerde broek, waar hij nog altijd trots op is. In maart ’97 toonde Gilles Rosier zijn eerste damescollectie onder eigen label en momenteel is hij op zoek naar een fabrikant voor een herencollectie. Verder ontwierp hij nog de kleding voor Lauren Bacall in de meest recente film van regisseur Bernard Henry Lévy, een ervaring die volgens hem zeker voor herhaling vatbaar is omdat hij zo zijn twee grote passies, mode en toneel, kan combineren.

Sinds twaalf jaar bewoont Rosier een appartement op de bovenste verdieping van een groot gebouw in de Bastille. Waarom uitgerekend daar? “Ik kende dit district van vroeger, lang voor het trendy werd, van toen ik er met mijn ouders kwam als ze hier hun meubels kwamen kopen. Dit is nog een echte oude Parijse buurt, met een vers-markt, met mensen van allerlei nationaliteiten. Heel gezellig. Ik koos dit appartement intuïtief uit, omdat de sfeer me meteen aansprak. Hoewel het een enorm drukke buurt is, zowel overdag als ’s avonds, is het hier altijd rustig omdat mijn appartement aan de achterkant ligt. Ik voel me beschermd en veilig, dit is echt mijn nest. En omdat ik op de bovenste verdieping woon, geniet ik bovendien van een mooie lichtinval. Voor mijn interieur heb ik me laten inspireren door mijn jeugd in Afrika en door landen als Bali en India, die ik op mijn reizen heb bezocht. Ik koos warme tinten voor de muren en probeerde ook verder een etnische sfeer te creëren.”

Het appartement is klassiek ingedeeld: vanuit de lange, smalle gang zijn alle kamers – naast de woonkamer en de slaapkamer een klein keukentje en dito badkamer – bereikbaar. Dankzij het overvloedige licht ziet het er gezellig en gastvrij uit. Opvallende details zijn onder meer de etnische houten schilden uit Bali, een merkwaardige etalagepop uit de jaren ’50 en met oosterse, handgeweven zijden stoffen overtrokken kussens.

Is er voor Gilles Rosier een verband tussen de inrichting van zijn interieur en de kleding die hij ontwerpt? “Die invloed is nu niet meer zo sterk als vroeger, maar hij is nog altijd te vinden in sommige details, zoals de kleur, de coupe of de stof van een bepaald kledingstuk. Ook de mix van stoffen en nationaliteiten (Rosier is zelf half Frans, half Duits, nm) vind je zowel in mijn woning als in mijn ontwerpen vaak terug. Heel typisch is dat ik alleen hiér kan ontwerpen, in mijn eigen sfeer en met zelfgekozen muziek op de achtergrond. Mijn huis is gezellig, ik kook graag voor vrienden en wil dat ze zich goed voelen, en dat geldt ook voor mijn mode.”

Hoe ziet Gilles Rosier als jong ontwerper de evoluties binnen de modewereld? “Mode gaat nu alle kanten op, van retro tot futurisme. Mensen zijn verward en het fin de siècle gevoel waar je zoveel over hoort praten, is volgens mij dan ook écht geen verzinsel. Hopelijk brengt de volgende eeuw nieuw leven en het gevoel herboren te zijn, want al dat herkauwen van trends zet ook niet echt zoden aan de dijk. Ikzelf werk vooral op exclusieve materialen en wil moderne, elegante, sportieve en vooral comfortabele kleren maken. Een belangrijke inspiratiebron voor mijn ontwerpen is de moderne dans en de manier waarop het menselijk lichaam beweegt. Die vrijheid, die vanzelfsprekendheid en dat comfort, dat zou je ook terug moeten kunnen vinden in je kleding. Ik droom ervan ooit kleren te maken die van kleur kunnen veranderen, of die reageren op je lichaamstemperatuur. Het zijn momenteel harde tijden voor ontwerpers, zowel voor beginners als voor ontwerpers die al wat langer bezig zijn. Grote aankopers willen enkel bekende namen en beschouwen ons als hun sluitpost, als slagroom op de taart. Vooral Amerikaanse ketens zijn vreselijk op dat gebied: hun agenten fluisteren hen gewoon in wat ze aan de ontwerpers moeten vragen (een bepaald jasje of broek in een ander materiaal of met een andere coupe bijvoorbeeld, nm). Ik ga daar niet op in, want ik werk niet op bestelling en wil mijn eigen weg gaan. Mijn kleren mogen je persoonlijkheid niet overweldigen, want ik houd niet van labels. Kleren zouden wat mij betreft ook langer moeten meegaan dan één seizoen; de situatie zoals die nu is, is veel te geforceerd.”

Gevraagd naar zijn ideale huis moet Gilles Rosier lang nadenken. Tenslotte zegt hij: “Het zou ofwel uiterst modern, ofwel heel oud moeten zijn. Ik hou veel van architecten als Frank Lloyd Wright, maar ook van de uitgepuurde Japanse stijl met keien en hout. Ik moet niet veel hebben van minimalisme of beton, toch zeker niet van de manier waarop dat hier geïnterpreteerd wordt. Als ik een groot huis had, zouden daar best designmeubels mogen in staan, want in de juiste omgeving komen de lijnen van dergelijke moderne meubels perfect tot hun recht. Je moet er letterlijk afstand van kunnen nemen om ze goed te kunnen bekijken en in een klein appartement zoals het mijne lukt dat natuurlijk niet. Het allerliefst zou ik weggaan uit Parijs, want elke verhuizing is voor mij een hergeboorte. En als ik vrij mag kiezen waar ik zou willen wonen, zou dat waarschijnlijk Zweden of Noorwegen worden. Scandinavië fascineert mij momenteel enorm.”

Ninette Murk / Foto’s Verne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content