De Scandinavische landen hebben zich de voorbije jaren verzekerd van een koppositie in de elektronische muziekscène. Hans-Peter Lindstrom en Thomas Hermansen rijden mee aan kop. “Nochtans heeft Oslo niet eens zo’n boeiend clubcircuit.” Dwars door de Noorse hoofdstad met Lindstrom & Prins Thomas.

W ie Noorwegen zegt, zegt… Ja, wat eigenlijk ? ABBA komt uit Zweden, design uit Finland en Lego rolt van de Deense band. Noorwegen lijkt het te moeten stellen met Edvard Munch, Henrik Ibsen en de popgroep a-ha. Maar er stond de afgelopen jaren ook een school techneuten op die de internationale clubscene bestormde met jazztronica (Jaga Jazzist), electropop (Erlend Øye) en electrochic (Röyksopp). Vorig jaar verscheen op het Belgische platenlabel Eskimo Recordings de titelloze debuutplaat van Lindstrom & Prins Thomas, wier retro-futuristische disco herinneringen oproept aan de soundtrack van Miami Vice, de tv-serie.

“Lindstrom & Prins Thomas ? Nooit van gehoord.” Het duurt ruim twee dagen voor we in Oslo iemand tegen het lijf lopen die de twee kent, van naam. “Oslo heeft dan ook geen echte clubscene”, vertelt Thomas Hermansen, alias Prins Thomas. Het probleem ligt bij de media, die de psychedelische rockband Motorpsycho en de honende punkgroep Turbonegro als de voornaamste muzikale exportproducten blijven beschouwen. “We maken iets minder lawaai.”

Hans-Peter Lindstrom zit op ons te wachten in het classy restaurant Arakataka, waar een hoofdgerecht gemiddeld 200 kronen (26 euro) kost. Dat valt nog mee, denken we, tot we een blik op de wijnkaart werpen. De prijs van een fles is buiten categorie. Ervan overtuigd dat we de komende dagen enkel bier zullen drinken, bestellen we vier glazen wijn bij de (verrukkelijke) maaltijd. Prijskaartje : 1300 kronen (167 euro).

Na ons bezoek aan Arakataka lopen we langs bij een van de talrijke tweedehands platenzaken. “Ik vermoed dat veel mensen hier nooit hun platenspeler hebben weggedaan”, grapt Prins Thomas. “Net als de rest van Scandinavië, is Noorwegen bovendien een echt jazzland en jazz klinkt toch nog altijd het best op vinyl.”

Ironisch genoeg verhuisde Hans-Peter Lindstrom naar Oslo om met muziek te kappen, nadat hij zijn jeugd in een Noors oliestadje had doorgebracht, achter zijn computer met een koptelefoon op het hoofd. “Het was tijd om volwassen te worden, maar al vlug leerde ik Thomas Hermansen kennen en samen tekenden ze sindsdien voor een pak instant clubklassiekers en remixen voor onder meer The Killers, LCD Soundsystem en Franz Ferdinand.”

Inmiddels lopen de twee nog altijd in Olso rond, hoewel het met hun drukke agenda makkelijker zou zijn om naar pakweg Londen te verhuizen. “Klopt,” geeft Prins Thomas toe, “maar ik zou voortdurend het gevoel krijgen dat ik achter loop op de rest, terwijl ik hier in alle rust kan zitten werken, zonder druk van buitenaf.”

Noren lijken ons behoorlijk nuchter, maar ook extreem behulpzaam en vriendelijk. Prins Thomas trekt onze bevindingen in twijfel. “In feite zijn Noren wantrouwig en conservatief. We staan niet toevallig nog altijd buiten de Europese Unie.”

Als we Lindstrom mogen geloven, zijn er nog meer nadelen aan Noorwegen en Oslo : “De stad is een doolhof. Het is onmogelijk om in Oslo je weg te vinden, als je er niet al een tijdje woont. Bovendien is het een grijze stad, met een flink aantal verpauperde appartementsblokken. Gelukkig is het hier nog relatief goedkoop wonen, want het leven is ontzettend duur.”

Toegegeven, Oslo is geen ansichtkaart. En toch is het er lang niet onaangenaam rondlopen. Er is altijd een park in de buurt en de stad wordt volledig omringd door bossen. “Ideaal om te gaan stappen,” geeft Prins Thomas toe. “Ook Grünerløkka is een aanrader. Het is een buurt waar het vroeger niet echt veilig was om ’s avonds alleen over straat te lopen, maar die heeft de afgelopen jaren een metamorfose ondergaan. Er is nu zelfs een McDonald’s. Al kun je dat natuurlijk geen echte verbetering noemen.”

Nachtleven

Dattera til Hagen (Grønland 10 ; www.dattera.no) en Gloria Flames (Grønland 18) liggen in de stationsbuurt Grønland. De rest van het nachtleven concentreert zich in en rond Grünerløkka, waar je Blå (Brennerivn 9c ; www.blx.no), Indigo (Brennerivn 9) en Kaos (Thorvald Meyers gate 56 ; www.cafekaos.no) vindt. In dezelfde buurt vinden vaak ook fijne concerten plaats in het piepkleine Sound of Mu (Markveien 58 ; www.soundofmu.no) en Kampen Bistro (Bøgata 21 ; www.kampenbistro.no).

The Apartment (Keysersgate 4) ligt iets centraler. Trendwatchers kunnen eventueel ook Living Room (Olav Vs gate 1 ; www.living-room.no) uitproberen en alternativo’s moeten naar Spasibar (St. Olavs gate 32 ; www.spasibar.com). Voor de informatie over party’s en concerten grabbel je best ergens een Natt & Dag mee.

Eten & drinken

De Noorse keuken is sterk beïnvloed door de Franse en het is moeilijk om in Oslo slecht te eten. Onze tips : Elvebredden (Hausmanns gate 16 ; www.elvebredden.net), Delicatessen (Søndregate 8 ; www.delicatessen.no) en Arakataka (Mariboesgate 7 ; www.arakataka.no).

Shops

De belangrijkste winkelstraat van Oslo is de Karl Johans gate. Het architecturaal indrukwekkende winkelcentrum Oslo City (www.oslocity.no) ligt vlakbij. Wie op zoek is naar iets exclusiefs, trekt naar Hegdehaugsveien en Bogstadveien.

In Grünerløkka is het vooral prettig kuieren. Om de twintig meter kom je er een winkel tegen. Norway Says (Thorvald Meyers gate 15 ; www.norwaysays.com) en Trabant (Markveien 55 ; www.trabantclothing.com) springen het meest in het oog, net als Kapper Dugg (Thorvald Meyers gate 25 ; www.dugg.no). Als je van Grünerløkka naar het centrum stapt, kom je naast de kunstboekenhandel Torpedo (Hausmannsgate 42 ; www.torpedobok.no) ook de favoriete platenzaken van Lindstrom & Prins Thomas tegen : Bjørn Ringstrøms Antikvariat (Ullevålsveien 1 ; www.ringstrom-antikvariat.no) en Råkk og Råll’s (Arbeidersamfunnets plass 1).

Praktisch

Een taxirit van de luchthaven naar de stad kost 600 kronen (74 euro). Er is ook een trein. Museumliefhebbers kopen het best een Oslo Pass. Niet goedkoop, maar wel geldig in bijna alle musea én op het openbaar vervoer. Meer info vind je op www.visitoslo.com

Door Ben Van Alboom I Foto’s Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content