In vergelijking met Amsterdam is Den Haag een grote onbekende. En dat is jammer want Den Haag is groen, charmant en statig. En je neemt er gewoon de tram naar zee.

A msterdam mag dan de hoofdstad zijn van Neder- land, Den Haag is van de ko-ningin, haar familie en de re- gering. Met wat geluk zie je vooraanstaande politici in het wild, tref je prinses Maxima bij Zara, of signaleer je Trix in de buurt van haar werkpaleis Noordeinde, met twee motorrijders als escorte. Als ze er is, wappert de driekleur vrolijk op het dak ; rood-wit-blauw, als aan het eerste het beste stalletje van maatjesharing.

Voor het hek van Paleis Noordeinde zit Willem de Zwijger – dezelfde als Willem I en Willem van Oranje – zwijgend op zijn bronzen paard. Dat beest stond aanvankelijk andersom. Maar wijlen koningin Wilhelmina, oma van Beatrix, heeft hem laten omdraaien, met als argument : “Hij kan niet van hier vertrekken, want hij is hier nooit geweest.” Sindsdien maken Willem en zijn paard aanstalten om het paleis binnen te rijden, en hoefde Wilhelmina niet meer tegen hun derrières aan te kijken. Die Wilhelmina wist overigens van wanten. In 1946, tijdens besprekingen over de wederopbouw van Nederland, was zij volgens Winston Churchill zelfs de enige vent in de Nederlandse regering. Hij beschreef haar als “The only one with balls“.

Tamme wijfjes In Den Haag zijn hofjes met fraaie namen als die van Om en Bij, er zijn tal van monumentale herenhuizen en veel paleizen : naast Noordeinde, haar werkpaleis, is er Huis ten Bosch waar Beatrix woont, paleis Lange Voorhout waar koningin Emma, haar overgrootmoeder, woonde en waar nu een museum is voor grafisch kunstenaar MC Escher.

De band van Den Haag met het koningshuis dateert al van 1248, toen graaf Willem II zich er vestigde. Sindsdien wordt Nederland vanuit het Binnenhof geregeerd. Toch is Den Haag officieel geen stad. Maar het is wel het grootste dorp van Europa, met een oppervlakte van honderd vierkante kilometer. En ook het groenste : meer dan één derde is groen, er zijn meer dan vierhonderd hectare bos, en bovendien heeft Den Haag twee badplaatsen, Scheveningen en Kijkduin, waar je met de tram naartoe rijdt.

Den Haag heeft nooit de status van ‘stad’ gekregen, maar het heeft toch een wapenschild : de ooievaar. Het eerste bewaarde geschrift over Den Haag is trouwens een factuur voor de vis voor de ooievaars, weet stadsgids Liya te vertellen. “En een ooievaar is vooral een vogel met een grote bek. Net als de politici hier”, zegt Liya die nooit om een geintje verlegen zit. Zoals : “Er wonen nog steeds een aantal tamme vrouwtjesooievaars in Den Haag, op het Malieveld tegenover het Centraal Station. De vraag is maar of je wilde mannetjes kunt vangen met tamme wijfjes.”

Kouwe kak Ook zelfrelativering is haar niet vreemd. Of ik al gehoord heb van een Haags bakkie ? “Néé ? Dat is een kopje koffie of thee, dat half vol is. Of half leeg. ’t Is maar hoe je ’t bekijkt. De beruchte Hollandse zuinigheid ten top.”

“En Haagse bluf ? Dat is een toetje op basis van stijfgeklopt eiwit. Een vorm van gebakken lucht, zeg maar. Maar ‘bluf’ is ook grootspraak en gedrag om anderen te overdonderen. Zoek het maar op in van Dale. En dat is allemaal van toepassing op Hagenaars. Of liever, op Hagenezen, want dat is niet hetzelfde. Het verschil ? Hagenaars zijn inwoners van Den Haag, Hagenezen zijn bekakte types zoals ze zijn neergezet door Koot en Bie in Jacobse en Van Es.” En kak in de zin van aanmatigende arrogantie, van voorgewende deftigheid.

Veel grijs op straat

Den Haag heeft geen middenklasse. Ofwel is het de hoge burgerij, ofwel het plebs. Den Haag is erg multicultureel geworden, om het politiek correct te zeggen. Er wonen meer dan honderd nationaliteiten. Mede daardoor was de binnenstad verpauperd, maar er is iets op gevonden. Om ongewenste elementen te verwijderen, schoten de vastgoedprijzen de hoogte in en werden verkrotte panden voor een appel en een ei verkocht, mét de verplichting om ze binnen de drie jaar stedenbouwkundig en duur te restaureren. Daardoor vinden Hagenaars hun stad ‘opgeleukt’ en werd ze uitsluitend blank. Nu is er vooral veel grijs op straat door de pakken van duizenden ambtenaren (M/V).

Dat Den Haag een internationale uitstraling heeft, komt niet alleen door de diverse nationaliteiten en de meer dan honderd ambassades en consulaten. Er is ook nog het Vredespaleis, met onder meer het Joegoslavië Tribunaal en het Internationaal Strafhof.

Wat ‘internationaal’ betreft : anderstalige toeristen lachen wat af in Den Haag. Engelstaligen liggen in een deuk als ze een gebouw zien waar in grote letters Bad Hotel op staat. Fransen kunnen hun lol niet op als ze horen over le cabinet de la reine, de wc van de koningin. En bij het verhaal over het Lange Voorhout houden de Duitsers het niet. Tja, als je weet dat ‘hout’ klinkt als het Duitse haut, wat ‘huid’ betekent, snap je dat wel.

Het verhaal van het Lange Voorhout, dan. Dat is de mooiste allee van Nederland – en dat is dan weer Hagenees voor ‘laan’. Op Prinsjesdag, het begin van het regeringsjaar, de derde dinsdag van september, rijdt koningin Beatrix in haar Gouden Koets, voor die gelegenheid uit de Koninklijke Stallen gehaald, van Paleis Noordeinde naar het Binnenhof, waar ze in de Ridderzaal de Troonrede voorleest. Die Troonrede heeft iedereen al lang in de krant gelezen. De enige verrassing van die dag is de hoed die ze opheeft.

Praktisch Verblijf

Weekend Knack

logeerde in het

Parkhotel****,

Molenstraat 53,

2513 BJ Den Haag.

+31 (0)70 362 43 71, www.parkhoteldenhaag.nl

De Garden Room, waar de gasten

ontbijten, kijkt uit over de Paleistuin die is aangelegd in 1594 achter het Oude Hof, dat nu Paleis Noordeinde heet en de werkplek is van

koningin Beatrix.

Info

Dienst voor

Toerisme, Hofweg 1, Den Haag. Postadres : P.O. Box 85456, 2500 CD Den Haag, +31 (0)900 340 35 05 (0,45 euro/min),

info@vvvdenhaag.nl ; www.denhaag.nl

Tekst Griet Schrauwen I Foto’s Michel Vaerewijck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content