Ophelia Debisschop

Het vijfjarige bestaan van Ophelia Lingerie viert de ontwerpster met een nieuwe collectie en een eigen productieatelier. Daarin zullen kleinere oplages gemaakt worden om nog beter aan de vraag van haar klanten te beantwoorden.

Je noemt de stap een logische keuze.

“De voorbije maanden heb ik gemerkt wat een voordeel het is als je flexibel kunt inspelen op de vraag van je klanten. Momenteel kan ik mijn productieaantallen niet opdrijven in het externe atelier in Roeselare, daarom kies ik voor een aanvullend eigen atelier in plaats van de volledige productie te verplaatsen. De eerste productie van de nieuwe collectie zal nog steeds in Roeselare verlopen, maar in ons eigen atelier kunnen we ons voortaan focussen op de nodige restock, unieke ontwerpen en limited editions.”

Is dat geen risico gezien de omstandigheden? In maart ondertekende je nog een open brief waarin je vroeg de kleinere ondernemers niet te vergeten.

“Die boodschap is ook aangekomen bij onze klanten. We merkten dat heel veel mensen lokaler gingen kopen. Dat betekende wel dat we heel flexibel moesten omspringen met alle nieuwe maatregelen, maar onze creativiteit heeft vruchten afgeworpen. We hebben enthousiaste consumenten die klaar zijn om te investeren, daarom is het belangrijk dat we op die tendens kunnen voortbouwen. Het is een berekend risico, ik doe geen domme dingen.”

Wat mogen we verwachten van de collectie waarmee je je vijfjarig bestaan viert?

“Het is de meest persoonlijke tot nu toe. Ik selecteerde zeven vrouwen uit mijn omgeving, waaronder mijn zus, mama en vriendinnen, en ontwierp op basis van hun persoonlijkheid nieuwe silhouetten, telkens vernoemd naar mijn muze. Daarnaast lanceren we een wedstrijd voor mijn klanten waarbij de winnaar haar naam aan het achtste ontwerp mag geven. Ik ben de voorbije vijf jaar altijd vanuit mijn klanten vertrokken, en dat bleek de beste beslissing. We zijn heel traag maar natuurlijk gegroeid en zetten pas een nieuwe stap als ik er klaar voor was. Meer zelfreflectie over de voorbije jaren heb ik nog niet gedaan, vrees ik.” (lacht)