Naar aanleiding van zijn vijftigste defilé in Parijs blikt Dries Van Noten terug. Met de drukproeven van ‘Dries Van Noten 1… 50’ onder de hand vertelt hij openhartig over gloriemomenten en over missers.

:: ‘Dries Van Noten 01… 50’, uitgegeven bij NV Van Noten Andries, 328 p, 80 euro. Te koop in de verkooppunten van Dries Van Noten en de betere boekhandels.

Voor we aan het boek begonnen, speelde het al door mijn hoofd dat het echt iets anders moest worden dan een klassiek modeboek vol mooie beelden, dat je één keer doorbladert en dan weglegt. Ik wou lezers dezelfde sensatie bezorgen die wij hadden, toen we voor de eerste keer ons beeldarchief bekeken. Zoals het openen van oude schoenendoos vol foto’s die herinneringen oproepen. Herinneringen aan de successen, maar ook aan de minder mooie momenten. Ik wou meer dan kleren laten zien. Vandaar het idee om de shows als rode draad te gebruiken, omdat we daar toch altijd iets speciaals van willen maken.”

“Ik beschouw een defilé als een manier om mijn collectie op een persoonlijke manier voor te stellen. Vandaar ook de niet voor de hand liggende locaties. Op die manier wordt het publiek bij het verhaal betrokken. Ik tracht hen te destabiliseren, zodat ze hun maskers laten vallen en iets meer openstaan voor emotie.”

“De samenstelling van dit boek is een hele opdracht geweest. Gelukkig dat we het vooraf hebben onderschat (lacht). Maar ik wilde ook tekst en uitleg geven. Daarom lopen kriskras door het boek teksten, waarin journalisten en andere getuigen neerpennen wat de shows bij hen opriepen. De biografie en de fiches met de technische gegevens hebben we in het midden van het boek gestoken. Om niet de indruk te geven van :’nu is het gedaan. ‘”

“Het boek is een manier om een periode af te sluiten, maar luidt tegelijkertijd een nieuw begin in. Het is altijd interessant om terug te kijken naar wat achter ons ligt, er eventueel lessen uit te trekken en dan de toekomst tegemoet te gaan.”

Ambiance

“Op dit defilé lieten we de modellen voor de eerste keer in groep de catwalk afgaan. Dat was een groot moment voor ons. Die foto is achteraf overal verschenen. Door de muziek, de verlichting en ambiance backstage proberen we met het defilé een aangenaam moment te creëren. Ik vind dat er in mode wat meer aangename momenten mogen zijn.”

De magie van gewone dingen

“Ik werk graag met heel gewone materialen om daarmee een bijzondere sfeer op te roepen. Iedereen was als kind wel eens betoverd door de lichtjes in de kerstboom.”

Uitgerookt

“Van elk defilé herinner ik me nog wel één specifiek element. Dit was in een magnifieke locatie, de oude opslagplaats van de opera van Parijs. Heel hoog, bijna een kathedraal. Om het licht mooi te laten uitkomen, moest er voor de show begon een beetje rook in de zaal worden geblazen. Maar we vergaten de rookmachines af te zetten. Vandaar dat alle foto’s blauw zijn uitgeslagen en maar bij twintig procent van de fotografen de foto’s gelukt zijn. Maar die zijn dan wel bijzonder mooi.”

Gelukstreffers

“Dit was een enorm spektakel. Op uitnodiging van Pitti Uomo mochten we een show geven in Firenze. Als locatie viel ons oog op de Piazza Michelangelo. Iedereen verklaarde ons gek, maar we hielden voet bij stuk. Op de avond van de show stonden voor de barrières een duizendtal toeschouwers en achter de barrières nog eens drieduizend man. Als apotheose daalde er een reusachtige discobal neer, net boven de David van Michelangelo, verlicht met zoeklichten van vliegtuigen uit de Tweede Wereld-oorlog. Het licht weerkaatste op de bergen rondom. Firenze was omgetoverd tot één grote discotheek. Als slot hadden we een vuurwerk van dertig seconden. Voor langer was er geen budget. Maar de vuurwerkmaker, van wie een show de week voordien volledig was geflopt, had iets te bewijzen aan de bevolking van Firenze. Wij hebben dertig seconden betaald en dertig seconden gekregen, maar het was alsof er twintig minuten vuurwerk gebald zaten in die dertig seconden. Het was overweldigend en oorverdovend (lacht). Toen speelde het toeval in ons voordeel. Vandaar dat ik een heilige afkeer heb van overorganiseren. Je moet plaats laten aan het toeval.”

‘Petit belge à Paris’

“Mensen ontvangen vind ik erg belangrijk. Het idee om een hapje en een drankje vooraf aan te bieden aan het publiek is echter toevallig ontstaan. Het derde mannendefilé was voorzien in een grote garage, maar aan de ingang stond een frietkraam. De geur was niet weg te krijgen. Toen zijn we op het idee gekomen om de mensen bij ontvangst een zakje friet aan te bieden, dan was de geur meteen verklaard. Ineens was de sfeer veel gemoedelijker. Een rustpunt in de stress van de modeweek. Achteraf hebben we dat af en toe nog eens herhaald. Maar elk seizoen wel op een andere manier. Zoals dat ene mannendefilé waarvoor het binnenplein van de Ecole des Beaux-Arts vol stond met kermiskraampjes waar pommes d’amour werden uitgedeeld. Net de Sinksenfoor. Een andere keer hebben we een casting georganiseerd met typische Brusselse garçons, die dan in hun eigen dialect uitleg moesten geven aan de Fransen over de Belgische keukenspecialiteiten. Geestig. Soms moet je van een zwakte een sterkte maken, het imago van ‘le petit belge’ onderstrepen.”

Doorbraak

“Welke foto bij mij de meeste emoties oproept ? Moeilijk te zeggen. Er zijn zoveel mooie herinneringen. Anderzijds wil ik het verleden niet te veel koesteren. Dat is te nostalgisch. Ik wil niet zeggen : ‘Vroeger was het beter. ‘ Ik kijk met evenveel plezier naar de eerste foto’s als naar de laatste. Met dit defilé heb ik mijn eerste damescollectie voorgesteld. Dat is voor ons de grote doorbraak geweest.”

Aquagym voor de derde leeftijd

We hadden een zwembad laten leeglopen zodat het publiek erin kon plaatsnemen. Als mannequins defileerden vrienden en kennissen, van alle leeftijden. Gewoon om eens iets anders te doen. En omdat er anders toch weer geruchten zouden ontstaan over geldgebrek en faillissement, boekten we topmodellen om in zwemshort en met badmeesterfluitje rond de hals het publiek de plaats te wijzen. De pers was wild enthousiast. Ondertussen vond er in het kinderzwembad een aquagym voor de derde leeftijd plaats. Met een hysterische Olivia Newton-John die instructies riep op een loeiharde discobeat. Hoe dat idee tot stand is gekomen ? Gewoon een namiddag brainstormen met Etienne en heel de ploeg. Er hoeft niet altijd een diepliggende reden te zijn. Tenslotte is het maar mode.”

Catastrofe

“In het boek heb ik heel open wil zijn. Door niet alleen les moments de gloire te tonen, ook de catastrofes. Ik kom ervoor uit als zaken minder waren. Missen is menselijk. Zo is er een volledig verslag over het meest rampzalige defilé ooit. Nog voor de show begonnen was, ging het al fout met het eten. Bij de ontvangst was in fruit- en groentesap voorzien. Mensen wierpen zich op de tafel en stortten zich ook op de decoratiegroenten die voor een mooie glans waren bespoten met glycerine. Niet erg gezond, maar we konden hen er niet af houden. Vervolgens liep ook nog de timing van het defilé mis. In plaats van om de elf seconden kwamen de mannequins om de negen seconden op de catwalk Met als resultaat dat de mannequins haast geen tijd hadden om zich om te kleden en het defilé negen in plaats van elf minuten duurde. Etienne(Rousseau) was zo over zijn toeren dat hij na afloop ook nog het licht vergat aan te steken zodat de mensen in de duisternis hun weg naar buiten moesten zoeken. Nog een mirakel dat er toen geen ongelukken zijn gebeurd. Kortom, één grote ramp. Het daaropvolgende seizoen hebben we Parijs laten schieten ten voordele van Firenze. Het avontuur was nog niet verteerd. Mijn ploeg vraagt me soms nog wel eens waarom ik het mezelf zo moeilijk maak. De collectie is al complex genoeg. Waarom dan ook nog eens defilés organiseren waarbij zoveel facetten in acht moeten worden genomen ? Maar dat is nu net het boeiende aan mijn job. Enkel kleren maken zou me vervelen. Ik wil het achterliggende verhaal ook vertellen.”

Sneeuwstormen en ‘fashion victims’

“In het begin ontwierpen we de uitnodigingen zelf. Daarna heeft Anne Kurris het een periode voor ons gedaan. Vervolgens Paul Boudens en af en toe een graficus uit Londen. En nu hebben we het terug in eigen handen genomen. Op die manier maakt grafiek deel uit van het totale visuele concept. Deze uitnodiging is opgevat als een reclamefolder van goedkope producten, voornamelijk Indiase. Omdat er geen tijd meer was om toestemming te vragen, hebben we de merknamen lichtjes aangepast. Het defilé was buiten gepland, onder de brug waarover de metro loopt. We hadden zeilen voor beschutting voorzien. En ook vuurkorfjes en dekens. Het was januari. We werden verrast door een sneeuwstorm. Er viel niet alleen sneeuw naast maar ook onder de brug. Iedereen leek na afloop bevroren, maar het beeld was wel magisch. Toen modejournaliste Suzy Menkes een tijd daarna werd gevraagd of ze zichzelf als een fashion victim beschouwde, antwoordde ze : “Ik denk het wel, want ik heb ooit een defilé gezien in de sneeuw en veertien dagen later was ik nog verkouden, maar ik heb wel genoten van de show.” Alleen bij Comme des Garçons, dat na ons op de kalender stond, waren ze minder opgetogen. Op de foto’s van hun show waren overal onze felgekleurde dekens te zien, van mensen die ze hadden meegenomen om zich warm te houden.”

Innerlijk wrak

“We hadden dertien Marokkaanse tenten opgebouwd aan de voet van de Eiffeltoren. De nacht voor het defilé heeft het heel de nacht geregend, met als resultaat dat we halsoverkop op zoek moesten naar een nieuwe locatie. We hebben ze gevonden aan de overkant van de straat, in een expositieruimte. Die mensen zijn zo vriendelijk geweest om ons voor één dag één hal te verhuren. Op een halve dag hebben we al het materiaal dat nog te redden viel, naar de andere kant van de straat verhuisd. We waren als een bende mieren, op stap met tapijten, kussens en lampen. Het defilé was voorzien om vier uur. Om één uur hebben we dan besloten : hier komt de catwalk. Vervolgens is er halsoverkop knalrode tapis plein gekocht. En aan de oever van de Seine vonden we een opslagplaats van wit zand, om toch maar het gevoel van de woestijn te creëren. Toen de mannequins arriveerden, waren er nog geen kleren. Iedereen moest de handen uit de mouwen steken. De fotografen hebben zelf nog het podium verhuisd. Op het laatste nippertje hebben we nog één tent kunnen redden. En uiteindelijk heeft het publiek zich nooit gerealiseerd wat er aan de hand was. Hoeveel jaar ouder ik ben na zo’n dag ? Heel oud ! Ook al blijf je op het moment zelf ogenschijnlijk erg rustig, innerlijk ben je na afloop wel een wrak.”

Tekst Pascale Baelden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content