“Ik ben verliefd op schoonheid”, zegt Valentino Garavani, die zijn leven lang verwoed verzamelde. In zijn boek ‘At the Emperor’s Table’ laat hij zien hoe je met al dat kostbaars ontvangt in opperste verfijning.

Valentino Garavani woont in het meest smetteloze huis in de meest smetteloze straat van heel Londen. Zijn witgestucte, dubbele herenhuis in Holland Park, met zijn zwart-witte marmeren trappen en zijn in perfecte vormen gesnoeide struiken, lijkt nog meer te stralen dan alle andere huizen in de buurt. Een butler opent de zwarte smeedijzeren poort en gaat me voor, door een immense entreehal met schilderijen van Philip Taaffe, tot in een salon waar twee Warhol-dollartekendoeken hangen, omringd door ontelbare kostbare voorwerpen. Valentino is dan ook een verzamelaar eersteklas. Terwijl zijn favoriete mopshond aan mijn voeten snuffelt, kan ik er niet naast kijken : alles is hier een en al raffinement en elegantie, van de zijden kussens tot het zware kristallen glas dat ik in de hand hou. Shabby chic is aan Valentino niet besteed.

Ik ben hier om met de modeontwerper te praten over zijn nieuwe boek, At the Emperor’s Table, dat een beeld schetst van zijn somptueuze levensstijl in vijf van zijn huizen. Er is het Londense herenhuis met zijn beroemde blauwe kamer boordevol achttiende-eeuws wit-blauw Chinees porselein. “Ze zijn van onschatbare waarde”, zegt hij, terwijl hij me een kostbaar bord aanreikt. Zijn belangrijkste stukken uit de Qianlongperiode bevinden zich hier en in zijn kasteel net buiten Parijs. In zijn chalet in Gstaad bewaart hij zijn collectie fruit- en groentevormige soepterrines in Meissen- en Sceauxporselein. In zijn appartement in New York, met uitzicht op Central Park, staat het merendeel van zijn waardevolle schotels en schalen van geslepen glas uit het Russische tsarenrijk, terwijl hij op zijn jacht, bemand door een staf van 50 medewerkers, de meer hedendaagse stukken van onder meer Ralph Lauren bewaart. “Mijn boot is een andere wereld, eenvoudiger, gewoon blauw en wit, niets om druk over te doen.”

Valentino Garavani, 82, maar nog altijd even elegant, is al tientallen jaren een topcollectioneur. “Ik ben verschrikkelijk, als ik ergens naartoe ga, wil ik altijd iets mee naar huis nemen. Intussen heb ik een prachtige collectie Meissenporselein en Russische schotels. En daar beleef ik veel plezier aan.”

Wat doet hij met die schitterende collectie FabergĆ©karaffen uit de hele wereld, schotels uit het Russische tsarenrijk, Frans glaswerk van geslepen kristal, gouden bestek en op maat gemaakte servetten ? De laatste echte modekeizer gebruikt ze om imposante, oogverblindende tafellandschappen te componeren. “Als ik iets doe, moet het tot in de puntjes verzorgd zijn”, zegt hij. “Ik heb veel ervaring met het ontwerpen van jurken en ik weet hoe ik moet entertainen. Ik denk visueel. Ik ben verliefd op mooie dingen. Ik wil graag dat alles de juiste proporties heeft. Ik hou van eten en ik hou van mooie vrouwen die mooi en feestelijk gekleed zijn.”

EEN ECHTE LASTPOST

Zijn normen liggen zo hoog dat hij liever de gastheer is dan de gast. Alleen wanneer hij elk element zelf in handen heeft en er zeker van kan zijn dat alles voldoet aan zijn verwachtingen, kan hij echt genieten. “Ik kan een echte lastpost zijn, ik wil dat alles altijd perfect is. Zo zit ik in elkaar. Het enige wat hij in ruil aan zijn gasten vraagt, is dat ze “elegant zijn, verblindend, en, voor vrouwen in het bijzonder, dat ze zich inspannen om aantrekkelijk te zijn en zich mooi te kleden.”

Zelfs wanneer hij alleen is, eet hij aan een elegant gedekte tafel, want dat doet hem denken aan zijn eigen succes. “Wanneer ik hier alleen ben en om me heen kijk, voel ik me toch wel trots omdat ik besef wat ik in mijn leven verwezenlijkt heb. Ik weet dat ik goede dingen gedaan heb. Ik heb geen spijt als ik dit alles zie, want ik heb het allemaal zelf gedaan. Niemand heeft me geholpen.” Zelfvoldaanheid duldt hij niet. Zijn medewerkers moeten voortdurend de composities veranderen. “Anders roep ik : ‘Ik wil het zo’, en ’s anderendaags : ‘Ik wil het zus, verander alles’.”

Hij wijst een paar heel bijzondere objecten aan. Een reeks Chinese borden, prachtig beschilderd met kleurige bloemen. “Ze zijn uiterst zeldzaam. Ik heb er slechts negen.” Maar vooral op zijn zwanen van Meissenporselein is hij erg trots. “Ik denk dat ik er zo’n dertig heb. Ik heb een grote, grote collectie. Ik hou van zwanen. Zulke mooie vogels. Ze zijn ook zeer decoratief. Prachtige decoratieobjecten.” Ze worden alleen uit de kast gehaald voor heel speciale gasten. Die kunnen dan hun VIP-status afmeten aan het aantal zwanen op tafel… Valentino herinnert zich een diner waarbij er twintig zwanen op tafel stonden. Ze zwommen in een zee van kleine gele orchideeĆ«n, “sommige zo groot als een vingernagel. Ze zagen eruit als wolken”.

HET JUISTE LICHT

Omdat zijn verzamelwoede dwangmatig werd, besloot Valentino uiteindelijk om ermee te stoppen. “Ik weet niet meer waar ik het moet zetten. Ik stop. Volledig. Compleet. Ik koop niets meer. Enkele dagen geleden heb ik nog in de catalogus van Sotheby’s gebladerd. Er stonden erg mooie dingen in, maar ik hoef mijn collectie niet nog groter te maken. Waarom zou ik ? Ik heb genoeg gedaan in mijn leven.” Maar hij huivert wel van het idee dat hij ooit iets zou verkopen. “Nee, nee”, zegt hij. En hij blijft maar nee schudden.

Iedereen zou thuis hetzelfde kunnen proberen met overvloedig gedecoreerde fruitschalen als tafeldecoratie, of op maat gemaakte servetten met een eigen monogram, maar de ontwerper weet dat zijn extravagante stijl van entertainen onmogelijk te kopiĆ«ren is. “Een charmante tafel kun je ook maken met drie dingen die je op de markt koopt. En als je smaak hebt, kun je er iets heel bijzonders van maken.”

Tot slot heeft hij nog een tip voor wie een indrukwekkend diner wil organiseren. “Het licht in de ruimte waar je eet is zeer belangrijk. Met het juiste licht kun je ervoor zorgen dat iedereen er stralend uitziet.”

Valentino : At The Emperor’s Table, door AndrĆ© Leon Talley, foto’s Oberto Gili, Assouline. www.assouline.com

DOOR CLAUDIA CROFT / THE SUNDAY TIMES / THE INTERVIEW PEOPLE & FOTO’S OBERTO GILLI/ASSOULINE

“Als ik hier alleen ben en om me heen kijk, voel ik me toch wel trots, omdat ik besef wat ik in mijn leven verwezenlijkt heb”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content