Het uitzicht is adembenemend. Van op het terras lijk je helemaal alleen op de wereld te zijn. Omgeven door een boomgaard, een weide met paarden en de bergen van de Cevennes wacht ik op de eigenares van deze grote vakantiewoning bij Breau et Salagosse.

:: Info : betjeadam@aol.com

Nog even genieten van het laatste zomerzonnetje en dan hoor ik op het pad de energieke stappen van Elisabeth Adam. Ze is vergezeld van twee van haar vier kinderen. De meisjes rennen het huis in. De kleinste onmiddellijk richting tv-hoek, de oudste drentelt van kamer tot kamer.

“Buitenstaanders hebben het altijd over het vakantiehuis, maar voor ons is dit ons échte huis. In de winter wonen we hier”, legt Elisabeth uit. “In de zomer verhuren we het, maar zodra het seizoen voorbij is, nemen we er zelf onze intrek. Vandaar dat het een andere sfeer heeft dan de meeste vakantiewoningen. Het is echt een gezinswoning met heel veel persoonlijke verhalen.”

Tien jaar geleden besloten de Nederlandse Elisabeth Adam en de Brit Paul Wellaerd dat het tijd werd om hun drukke Londense leven achter zich te laten. Beiden zijn interieurarchitect. Paul had een bloeiend kantoor in hartje Londen en Elisabeth runde een kinderkledingbedrijf : Icle Ocle. “Toen mijn oudste dochter twee jaar was, had ik plots genoeg van de interieurs en besloot ik een eigen kinderlijn uit te tekenen. Ontwerpen zit me in het bloed, en of het nu om een meubel, een huis of een kledingstuk gaat, dat maakt voor mij weinig verschil. Het merk groeide en we deden goede zaken in Groot-Brittannië, maar ook in Nederland en België. Het resultaat van al dat succes was dat Paul en ik het gevoel hadden onszelf voorbij te hollen. We verlangden steeds meer naar een ander leven. Het ontwerpen en creatief bezig zijn zouden we wel altijd willen blijven doen, maar de stress van de big business was er te veel aan. We wilden samen aan iets werken, iets duurzaams, waar ook onze kinderen iets aan hadden. Zestien jaar geleden kwamen we voor het eerst op vakantie in deze streek. Het ruwe, onherbergzame van de Cevennes trok ons meteen aan. Pas zes jaar daarna dachten we erover om de boel te verkopen en hier in de natuur te komen wonen, ver weg van de wereld die ons zo vertrouwd was.”

Een zwak voor oude deuren

Elisabeth verkocht haar kledingmerk, Paul zijn atelier en studio, en ook hun Victoriaanse woning waar ze twaalf jaar met hart en ziel aan hadden gewerkt, ging onder de hamer. “We verkochten al onze bezittingen en alleen de noodzakelijkste spullen laadden we in de vrachtwagen waarmee we richting Frankrijk zouden trekken. Het was een echt avontuur. De kinderen waren nog klein, maar vonden het heerlijk. We huurden eerst een huisje aan zee, totdat we deze oude boerderij vonden. De mas, zoals ze hier een boerderij noemen, was een bouwval. Eigenlijk niet veel meer dan een grote schuur met enkele kamers erboven. De laatste bewoner was er tien jaar eerder uit getrokken. Het huis, of beter de twee kamers waarin geleefd werd, waren in lamentabele staat. Ik begrijp nog steeds niet hoe we in zes maanden tijd deze primitieve plek tot een leefbare woonst hebben omgetoverd.”

Het was vooral het authentieke karakter van het gebouw en de verzameling prachtige oude deuren die de doorslag hebben gegeven tot de aankoop. “Daar heb ik echt een zwak voor, en in dit huis wandel je van de ene antieke deur naar de andere. Het authentieke aspect hebben we ook proberen te behouden. Er is weliswaar luxe, want mensen die hier op vakantie komen, willen toch graag een moderne keuken en badkamer, maar daarom hoeft het oorspronkelijke karakter niet te verdwijnen.”

De grote stal werd voor een deel zitkamer en keuken, op de eerste verdieping werd de grote open ruimte ingedeeld in kamers. “Ook in de stal hebben we zelf vloeren en plafonds moeten leggen. Maar we hebben dat zo gedaan, dat je er eigenlijk niets van merkt. Door oude materialen te gebruiken, kan je de oorspronkelijke kamers bijna niet van de nieuwe onderscheiden.”

Voor elke kamer koos Elisabeth een andere stijl en atmosfeer. “Ik heb pigment gekocht en de muren geschilderd zoals dat hier vroeger gedaan werd. Dan hebben we de kamers ingericht met oude meubels die we door de jaren heen hadden verzameld. Voor elke dochter een andere kamer en badkamer en dan nog een paar master bedrooms en enkele extra gastenkamers. Het is eigenlijk wel leuk om in zo’n groot huis te kunnen wonen. We veranderen regelmatig van kamer. Na de zomer, wanneer de vakantiegangers weer naar huis zijn, is het altijd prettig hierheen te komen. Dan kunnen we opnieuw beslissen wie waar slaapt de komende winter.”

In het uienveld

Tijdens de zomermaanden wonen Elisabeth, Paul en de kinderen in wat ze noemen hun ‘zomerhuis’. Het is een tweede woning die ze kochten. Hier verhuren ze echter niets. “We waren meteen verliefd op dit huis. Het is ook zeer groot en met een zeer authentieke sfeer. Het is tegen een bergwand gesitueerd. De hele berg is van ons. Wellicht het meest pittoresk is het brugje naar het huis. We moeten via een hangbrug van de straat naar het tuinpad. Langs de boomgaard en de weilanden komen we na ongeveer één kilometer stappen bij de woning. Dat is zo’n fantastisch gevoel. Het is een meditatieve manier om thuis te komen.”

Sinds Elisabeth en Paul in de Cevennes wonen, is hun hoofdbezigheid landbouw. Zowel op de weilanden rond het huis als op de velden rond de oude boerderij kweken ze zoete uien die ze op de lokale markten verkopen. Hoewel ze de indruk geven erg gelukkig te zijn met hun nieuwe levensstijl, heb ik het vermoeden dat het ook hier in dit vakantieland niet altijd even makkelijk is. Als de zon hoog aan de hemel staat en het 35°C wordt, staan deze inwijkelingen voorovergebogen in hun uienveld. En terwijl de gasten rustig lengtes zwemmen in het openluchtbad, moeten de vier kinderen van Paul en Elisabeth het doen met waterspelletjes in de boomgaard. Als vluchtige bezoeker lijkt dit leven idyllisch, maar wanneer je er even verder over nadenkt, is de realiteit niet altijd zo mooi. Of toch ?

“We hebben hard gewerkt om te bereiken wat we hier hebben. Ook voor onze kinderen is het niet altijd even makkelijk geweest. Maar ik hou van het leven op het platteland en zou voor geen geld van de wereld terug willen naar de hectische tijden die we in Londen doormaakten. Elke dag dat ik hier wakker word, is voor mij een mooie dag.”

Tekst Hilde Bouchez I Foto’s Verne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content