Op naar de top

Bedrijfsmedewerkers die leren hoe ze zich moeten kleden en hoe ze een hand moeten geven? Het gebeurt. Imagoconsulente Dany Geypen geeft in het bedrijfsleven workshops ‘persoonlijke presentatie’ en ‘businessetiquette en non-verbale communicatie’. Omdat een goed ’total image’ belangrijk is.

Zenuwachtig geschuifel en gekuch. Het is dinsdagavond en in het cursuslokaal van een Leuvens bankfiliaal maakt een twaalftal werknemers zijn opwachting voor een workshop ‘persoonlijke presentatie’. De vrouwen en het tweetal mannen monsteren – de eersten nieuwsgierig, de heren wat argwanend – het cursusmateriaal dat imagoconsulente Dany Geypen heeft uitgestald: dassen, brilmonturen, lappen stof in diverse kleuren. “Zit ik hier wel in de juiste cursus?” zie je de aanwezige heren denken. “Is dit niet veeleer iets voor vrouwen?” Dat is het niet, maakt Dany Geypen hen al snel duidelijk.

Even later drukt ze de heren op het hart om zelf hun garderobe te beheren en hun echtgenote bij het winkelen thuis te laten. “Vandaag hebben we het over de verpakking”, verduidelijkt Geypen. “Hebt u er al aan gedacht dat uw imago dat kleine verschil kan maken dat bijdraagt tot een salarisverhoging, een promotie, kortom: de top halen?” Op het projectiescherm verschijnt het beeld van een bediende. De man in kwestie heeft duidelijk de cursus nog niet gevolgd: wat zwaarlijvig, een broek, hemd en das die aan combinatie te wensen overlaten en een wat voorovergebogen, onzekere houding.

“Binnen de tien seconden dat je iemand ontmoet, vorm je je een eerste indruk. En je hebt maar één kans om een goede eerste indruk te maken. Die eerste indruk wordt voor 55 procent bepaald door het totaalbeeld dat we van iemand krijgen, voor 38 procent door de houding en voor 7 procent door wat we vertellen”, vervolgt Dany Geypen.

Een tweede beeld laat zien hoe het wel moet: dezelfde man draagt een net pak en bijbehorende das, staat rechtop en kijkt de toeschouwer zelfverzekerd in de ogen. “We kunnen ons imago verbeteren door ervoor te zorgen dat onze lichaamskenmerken en onze kledij harmonie uitstralen”, zegt Geypen. In de daaropvolgende twee uur zullen we leren hoe dat moet.

We krijgen tips voor de zakelijke kledingcode. In de financiële wereld houdt iedereen van grijs, zo leren we, omdat grijs de kleur van het geld is. Hoe donkerder de kleuren waarin je gekleed gaat, hoe meer afstand je creëert tot je gesprekspartner. Getinte brilglazen zijn in het zakenleven uit den boze – een aantal cursisten grijpt angstvallig naar de bril – want door die donkere glazen kan je gesprekspartner je ogen niet zien en dat schept weinig vertrouwen. En dames met lang haar dienen dat tijdens de kantooruren op te steken. Weelderige lokken leiden, zeker bij de mannelijke zakenpartners, tot heel andere ideeën dan die aan de vergadertafel worden besproken. Een minimum aan make-up moet dan weer wel, wil je verzorgd overkomen. We leren dat lange mensen hun lengte kunnen breken door kleren met meerdere kleuren te dragen, en dat ronde types gebaat zijn bij soepele, zachte stoffen. Dat felgekleurde sokken onder een herenpantalon te veel de aandacht trekken en witte sokken helemaal te mijden zijn. En ten slotte leren we dat iedereen een kleurenpalet heeft dat hem of haar bijzonder goed staat, en dat dat afhankelijk is van de haar-, ogen- en huidkleur. Normaal gezien zou onze voorkeur automatisch uitgaan naar kleuren die goed bij ons passen. Dat we toch vergissingen begaan, kan omdat we ons te veel laten leiden door wat de mode dicteert of omdat we onze aankopen te snel doen. “De grootste vergissingen bega je wanneer je gaat shoppen voor een bepaalde gelegenheid.”

Gedurende het tweede uur krijgt iedere cursist persoonlijk advies over zijn kleurenpalet en aangepaste kledingstijl, over de meest gepaste bril en de stijlvolste dassen.

“Ik vind het een uitdaging om mensen een goed gevoel te geven, hen dingen te leren die meer zelfvertrouwen bijbrengen”, vertelt Dany Geypen achteraf. Geypen schoolde zich de voorbije vijftien jaar bij tot een van Vlaanderens meest gevraagde consulenten in communicatie, persoonlijke effectiviteit en imago.

Het begon allemaal in haar eigen instituut. Dany Geypen: “Gedurende tien jaar was ik eigenaar van twee parfumerieën, waar ik exclusieve merken verdeelde. Bloeiende zaken, maar ik had het gevoel dat ik de mensen vaak de verkeerde dingen verkocht. Producten die ze zelf graag wilden hebben, bijvoorbeeld omdat ze in de mode waren, maar waar ik helemaal niet achter kon staan. Ik vond die schoonheidsbusiness erg oppervlakkig. Ik wilde de mensen leren dat het belangrijker is om er goed uit te zien dan om mee te gaan met elke nieuwe mode, en producten te gebruiken omdat ze nu eenmaal in zijn.”

Dany Geypen trok naar Parijs, waar ze bij Dior marketing- en verkooptrainingen volgde, naar Londen voor een opleiding kleurengebruik en total image, en naar de Verenigde Staten om zich bij te scholen in zakelijke etiquette. Dany Geypen: “Zo groeide het beetje bij beetje. Ik ging lezingen geven bij de Lions– en andere serviceclubs, de Weight Watchers, startte met adviseren in total image.”

Momenteel geeft Dany Geypen advies aan particulieren, vooraanstaande bedrijfsleiders en politici, en zelfs in adellijke kringen wordt voor speciale gelegenheden een beroep op haar gedaan.

Geypen: “In steeds meer bedrijven wordt aandacht besteed aan de kleding- en omgangsstijl van de medewerkers, als onderdeel van het bedrijfsimago. Het is juist door hun imago dat bedrijven zich kunnen onderscheiden van andere. Maar in België staat dat imagodenken nog in de kinderschoenen.”

Een andere avond, het hoofdkwartier van dezelfde bank. Alweer het wat onwennige binnenschuifelen in het cursuslokaal. Deze keer voor de workshop ‘zakelijke etiquette’. Het publiek dat op deze cursus afkomt, is enigszins anders: iets meer directiesecretaressen, managers, directeuren. “Etiquette”, zo introduceert Dany Geypen het onderwerp, “is het vermogen om, zonder jezelf onrecht aan te doen, begrip op te brengen voor de ander en die correct te behandelen.”

Op het projectiescherm verschijnt het beeld van een man die, het hoofd wat aarzelend gebogen, een slap handje vooruitsteekt. Het volgende beeld toont ons dezelfde man met geheven hoofd, een lach op het gelaat en de hand zelfverzekerd vooruitgestoken.

Hoe we iemand de hand moeten drukken, is een van de eerste zaken die we leren tijdens deze les. We mogen het allemaal eens uitproberen: hoe we oogcontact moeten houden met de persoon die we de hand geven, hoe we een fiere rechte houding aannemen, dat we onze hand recht voor ons uit moeten houden, hoe we een optimaal contact van de handpalmen moeten bewerkstelligen. Dames geven nooit de hand met de handpalm naar beneden, tenzij ze werkelijk op een handkus azen. En tijdens een receptie houden dames én heren het glas in de linkerhand, zodat de rechthand vrij is om te allen tijde iemand de hand te schudden. Het is overigens geen slecht idee om steeds tissues of geparfumeerde doekjes bij zich te hebben, vooral als je last hebt van zweethanden.

Vervolgens leren we onszelf voorstellen, volgens de principes van elevator speech. Dany Geypen licht toe: “Eigenlijk zouden we in staat moeten zijn om onszelf voor te stellen in de tijd die een lift nodig heeft om van de ene naar de andere verdieping te gaan. En bij die voorstelling moet je uitgaan van de regels van de marketing: je moet de aandacht trekken, interesse opwekken, bij de andere het verlangen opwekken om een verder gesprek met je aan te knopen, hem eventueel tot actie aanzetten.” We leren dat we ons daarom bij onze voorstelling niet moeten beperken tot onze naam, de naam van ons bedrijf en de functie die we daar uitoefenen, maar dat we zeker ook onze successen en realisaties moeten vermelden, en dat het sympathiek overkomt als we iets over ons privé-leven vertellen.

Ook dat mogen we bij elkaar uitproberen. Onze oefenpartner moet achteraf proberen weer te geven wie we zijn. Ik zeg mijn naam, ik vertel dat ik journaliste ben, hoeveel jaar ervaring ik heb, over welke onderwerpen ik schrijf, dat ik een huis deel met twee sympathieke studentes en een kat.

De commerciële topmanager in kwestie vertaalt dat als: “Deze mooie jongedame is journaliste denk ik, en over haar privé-leven valt er niets bijzonders te vertellen.” Dat is duidelijk: geen man, geen kinderen en dus heb ik blijkbaar geen privé-leven.

Over naar andere heikele situaties. Hoe gedraag je je tijdens een receptie? Met wie knoop je een gesprek aan? Niet met iemand uit een groepje van twee, want dan ben je een indringer; wel met iemand die alleen staat of bij groepjes van meer dan twee personen. Hoe zorg je ervoor dat je beter andermans naam onthoudt? Hoe kom je van een vervelende gesprekspartner af zonder onbeleefd te zijn? Wat is small talk en welke onderwerpen kan je wel (het weer, sport, reizen, de omgeving, gemeenschappelijke ervaringen) of juist het liefst niet (gezondheid, inkomen, relatieproblemen, seks, godsdienst, politiek) aansnijden? Hoe introduceer je je baas, collega of klant bij iemand anders? We leren over de voor- en nadelen van het zakenontbijt (efficiënt, goedkoop en je komt vlugger to the point), de zakenlunch (vind je nog parkeerplaats?) en het zakendiner (te laat, te veel wijn, de gesprekken komen algauw op privé-terrein). En we leren over wat wel en wat niet te doen op een dergelijke zakenmaaltijd.

Begin bijvoorbeeld altijd met small talk en snijd het zakenonderwerp niet aan voor het hoofdgerecht op tafel staat – waar ga je het anders tijdens het dessert over hebben? Eet niet te snel, want dat komt agressief over; maar ook niet te traag, want dan lijk je een twijfelaar. En natuurlijk: drink niet te veel, zodat je de situatie meester blijft.

Het lijkt allemaal vanzelfsprekend, die tips en trucs om een goede indruk achter te laten. Elementaire beleefdheid, kregen we dat niet met de paplepel ingegeven? Toch blijkt de interesse voor Dany Geypens cursussen groot te zijn. Zijn we het dan allemaal verleerd? Dany Geypen: “Ik denk dat het te maken heeft met de zoektocht naar hernieuwde waarden die deze tijd kenmerkt. En het kan geen kwaad om die etiquetteregels regelmatig op te frissen. Sommige mensen weten van nature hoe ze zich correct moeten gedragen. Hoe hoger in de bedrijfshiërarchie, hoe meer mensen dat vanzelf hebben. Topmanagers hebben die persoonlijke flair, en wellicht is dat een van de redenen waarom ze de top bereikten. Maar veel mensen zijn nog te ruw in hun omgang met anderen, het kan allemaal nog wat fijngevoeliger. Bovendien hebben wij Belgen doorgaans weinig lef. Een Nederlander bijvoorbeeld komt door zijn vlotte taalgebruik al meteen veel zelfverzekerder over.”

Waar wij het dan precies moeilijk mee hebben? Dany Geypen: “Met alles wat met non-verbale communicatie te maken heeft. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig mensen die van nature goed iemand de hand kunnen schudden. Of hoe gedraag je je in een zaal van 400 mensen? Veel mensen zouden baat hebben bij een goede feedback, bij het objectief kijken naar je eigen en andermans gedrag en houding. Iedereen heeft immers wel ergens een bepaalde zwakheid. Alleen maar door daarover te communiceren, kan je jezelf verbeteren. Durf eens te vragen: ‘Hoe kom ik eigenlijk over?’ aan iemand die je goed kent.”

Heeft hoe je overkomt niet veel te maken met hoe je denkt, hoe je je voelt, kortom: je persoonlijkheid?

Dany Geypen: “Natuurlijk. Het zou goed zijn mochten we in de eerste plaats naar ons innerlijk kijken. Maar daar kan je mensen nu eenmaal minder goed toe aanzetten. Ze vinden het makkelijker om hun buitenkant te veranderen. En dat werkt ook. Je kijkt in de spiegel of je ziet foto’s of videobeelden van jezelf en denkt: ‘Zie ik er zo uit?’ Dat geeft vaak een schok. Eerst wil je de dingen die je niet bevallen, ontkennen. Je denkt: ‘Ze moeten mij maar nemen zoals ik ben.’ Maar je voelt je er toch een beetje gefrustreerd door. Dat is het moment waarop je begint te experimenteren: andere kledingstijl, ander kapsel, proberen je op een andere manier uit te drukken. Uiteindelijk integreer je alles wat je hebt uitgeprobeerd en kom je tot een betere presentatie van jezelf. Dat heeft niet alleen invloed op je uiterlijk, maar ook op je innerlijk. Ik trek wel eens een rode trui aan als ik me wat opgewekter wil voelen.”

Kleurentaal

Niet alleen heeft ieder mens een kleurenpalet dat het best bij hem of haar past, er zijn ook kleuren die een positief effect hebben op het gemoed. Neem nu oranje: een kleur die positiviteit, vitaliteit, enthousiasme uitstraalt. Rood: doet het bloed sneller stromen. Kan warm zijn en opwindend maar kan iemand ook een erg assertieve look geven. Groen: is door zijn verwijzing naar de natuur rustgevend. Blauw: straalt harmonie en vertrouwen uit en geeft een ordelijke indruk, maar kan iemand ook erg conservatief doen lijken. Bruin: geeft een gevoel van huiselijkheid en verbondenheid met de aarde.

Met mensen aan de praat raken, benaderbaar zijn: het is niet altijd makkelijk. Zeker wie groot van gestalte is of een donkere kleur van haar en ogen heeft, komt van nature afstandelijk of zelfs dominant en arrogant over. Dany Geypen geeft zulke mensen volgende tips: leer ‘open’ bewegingen maken, lach vooral veel, geef zelf de aanleiding tot een gesprek en versoepel zo de communicatie rondom u, compenseer door zachte, lichte kleuren te dragen.

Dany Geypen, Facett, Berkenvensdijk 8, 2440 Geel, Tel. en fax 014-58 40 47.

Dany Geypen: “Sommige mensen weten van nature hoe ze zich correct moeten gedragen. Hoe hoger in de bedrijfshiërarchie, hoe meer mensen dat vanzelf hebben. Wellicht is dat een van de redenen waarom ze de top bereikten.”

Isabelle Rossaert / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content