Op goed fortuin

Het Alpenpanorama op het terras van restaurant Soucoupe. © GF / COURCHEVEL TOURISME / JEROME KELAGOPIAN

De Beyoncés, Beckhams, oliesjeiks en oligarchen van deze wereld zijn er kind aan huis, en het geld stroomt er als water. Courchevel heeft minstens evenveel diamantairs als skiverhuurders. Het gekke : dit fenomeen is een uit de hand gelopen socialistische droom. Skiën voor Jan en alleman, dát was het doel.

Skiën ? Nee, dank u. Er valt al genoeg te vrezen zonder. Ik ga sneeuwschoenlopen. Bespottelijk gemakkelijk. Vooraan twee punten om de raquettes – ze lijken inderdaad op tennisrackets – te bevestigen. De hiel blijft los, zoals bij langlauf of Nordic walking. “Als je bergop of bergaf gaat, klik je ze vast. Anders donder je de helling af”, zegt Matthieu.

Dat ik hém als gids krijg, deed het baliemeisje van de materiaalverhuur groen uitslaan van afgunst. ” Il est super“, zwijmelde ze. Vlotte jongen, die Matthieu : slobberbroek om het pezige lijf, muts over de ogen. Net geen snotneus meer, en hij zat al in het Franse olympisch team, maar hij hield ermee op. Te veel blessures.

Ik dacht dat sneeuwschoenlopen een stukje wandelen was ? Verkeerd gedacht, want Matthieu zet koers naar de stoeltjeslift. Naarmate we stijgen, verdwijnt de zon achter de wolken, en even later druilt er motregen rondom ons. Matthieu bij een table d’orientation, met weidse gebaren naar de denkbeeldige horizon : ” Voilà les Trois Vallées. Achter dié berg ligt Italië, en dáár is Zwitserland.” Ik zie geen hand voor ogen, ik zie een muur van mist.

We beginnen aan de steile afdaling. Vastgeklikt. Matthieu, jeugdig enthousiast, ik zorgelijk en behoedzaam. De piste – op zijn minst een rode – is spiegelglad, en keer op keer ga ik onderuit. Ik vind er geen lol aan, maar Matthieu tatert erop los. “In dát huis”, wijst hij, “woont een man helemaal alleen. Jaar in, jaar uit. In de winter rijdt hij de skipistes plat.”

“En in de zomer ?” doe ik alsof het me interesseert. “Sais pas”, zegt Matthieu.

Om het gesprek gaande te houden, vraag ik : ” Un jeune homme ? Ou un vieux ?” Matthieu schokschoudert. ” Sais pas. Zoals jij. Is dat jong ? Is dat oud ? Sais pas.”

Getver. Mijn dag verpest. Zo gauw het fatsoenshalve kan, geef ik er de brui aan. Ook Matthieu vindt het welletjes. Waarschijnlijk door mijn gesukkel en gestuntel, al zegt hij vergoelijkend dat het niet aan mij ligt, maar aan de sneeuw. Hij en zijn kornuiten zien natuurlijk meer in snowkite, speed riding, snowpark of snow cross, activiteiten uit de New School Skiing, zoals het in de Franstalige (!) brochure van La Rosière staat. Maar er zijn ook uitstapjes voor grijsaards en semibejaarden. Sleehondentochten bijvoorbeeld.

Meisjes van Qatar

Als het in La Rosière druppelt, dan regent het in Courchevel, maar dan wel sterren van formaat. Jetsetsterren, michelinsterren… Daarover straks meer, als de zon onder is, want nu is de lucht staalblauw, de bergen stralend en schitterend wit. Hét moment voor une balade en raquette avec Laurence Poulet. Er zijn vijfhonderd skileraars in Courchevel, maar slechts zeven moniteurs de raquettes, onder wie één vrouw : Laurence Poulet. Ze is dan ook drukbezet en veelgevraagd, want moslima’s mogen uitsluitend op wandel met een vrouwelijke gids. Met Laurence dus, the one and only. De proef om sportleraar te worden is geen kattenpis : in zes uur tijd 32 kilometer afleggen over berg en dal, met een verloop van tweeduizend meter, vrouwen met een rugzak van tien kilo, mannen met één van twaalf. Alles op kompas. Als ze dát voor elkaar krijgen, mogen ze aan de opleiding beginnen.

Laurence vertelt dat Saudi-Arabische olieprinsessen en meisjes van Qatar, Dubai of Abu Dhabi graag zeggen dat ze het gewend zijn om te stappen. “Waar dan ?” vraagt Laurence ze. “In de woestijn ?” Blijkt dat ze trainen op een loopband, in een luchtgekoelde ruimte. Ik lach hartelijk om die malle dames, maar niet lang, want de frêle Laurence gaat er als een haas vandoor. Met haar 153 centimeter dartelt ze als een badmintonpluimpje over de verblindende hellingen. En ik, ik strompel als een ontheemde olifant achter haar aan, en zak bijna bij elke stap tot mijn knieën in de sneeuw. Eén keer zelfs tot mijn kruis. Zoals Repelsteeltje, maar die danste van dolle pret, schoot met één been door de plankenvloer, zijn andere been in de lucht. En zo scheurde hij middendoor…

Fotogeniek contrast

Le Chalet de Pierres ligt op de pistes en het terras is op de middag bijzonder geliefd : zevenhonderd couverts per lunch. Het lijkt een openluchtdisco. Naar verluidt zijn de Britse jongedames de eersten om uit te pakken : bij het eerste sprietje zon zitten ze in mouwloos T-shirt, hun rossig, vlassig haar in een paardenstaart opgebonden, maar nu stelen anderen de show. Een ranke zwarte in een zwart marcelleke (het fotogenieke contrast met de hagelwitte bergtoppen !) en een zuiderse schone in een discojurkje kreunen en croonen dat het een aard heeft, en ze kronkelen langs de tafels waaraan Russische rijken magnums rode wijn in hun glas uitgieten.

Dat het Russen zijn, concludeer ik uit hun outfit met veel goud, brokaat en bont ; en uit een gesprek met Christiane Maes. Christiane woont sinds 38 jaar in Courchevel. Ze is afkomstig uit Tielt, een dochter van Costumier Maes die kleding voor opera en theater verhuurde. Christiane was hostess op Expo ’67 in Montreal toen ze verliefd werd op de kok, de enige Fransman in het Belgisch paviljoen. Na een omweg langs de Memlinc op de Antwerpse Keyserlei belandde ze in Courchevel, in restaurant Le Pilatus, waarvan Christiane en haar man veertien jaar uitbater waren. Sinds hun scheiding werkt ze in Le Tremplin, een gigantisch restaurant in het hart van Courchevel : elke middag achthonderd couverts, elke avond 160. Vijftien obers, drie barmannen, meisjes die bestellingen noteren, Christiane aan de kassa. Nee, ze heeft nooit tijd gehad om te skiën of wat dan ook. ’s Winters Le Tremplin, ’s zomers de Crêperie du Tremplin. En ze heeft drie zoons. Een van hen, Steeve, werd zesde in het schansspringen op de Olympische Winterspelen in Albertville in 1992. Toen zij hier aankwam, was Courchevel nog een onooglijk dorp. Er was wel wat toerisme, maar bescheiden. Nu zijn er dertigduizend bedden, en tal van miljardairs hebben er een optrekje.

Twaalf talen

“De echte gefortuneerden,” zegt Christiane “die vallen niet op. De parvenu’s, dié zie je : ze zijn opzichtig gekleed, met gouden ski-jacks en veel te grote brillen.” En ze lijken ook allemaal klant bij dezelfde esthetische chirurg, want ze hebben identieke rechte neuzen, holle ogen en opgepompte lippen. “O ja, maar hier komen ook de prachtigste vrouwen”, zegt Christiane. “En de allermooiste, die zijn Russisch. De obers, die toch één en ander gewend zijn, laten soms van verbijstering hun dienblad vallen.”

De Russen komen pas sinds vijftien jaar, maar soms lijkt het of ze de boel overnemen, want van de tien chalets die te koop staan, worden er negen door Russen gekocht. En ze spreken allemaal Frans, volgens Christiane : “Je denkt toch niet dat Fransen andere talen leren ? Hooguit Engels.” Maar de skileraars geven toch les in twaalf talen ? “Er worden wel twaalf talen gesproken, maar niet door Fransen, wel door ingevoerden. Venezolanen, Finnen, noem maar op.”

Een van Christianes schoondochters is gouvernante in een chalet dat voor 200.000 euro per week verhuurd wordt. Weliswaar met alles erop en eraan : een butler, haar schoondochter als huishoudster, vier uur per dag een werkster… De eigenaar komt een paar weken – of enkele weekends – per jaar, de rest van de tijd staat het leeg. Dan komt de huishoudster twee keer per week de planten water geven, kijken of de waterkranen intact zijn en of de elektriciteit werkt zoals het hoort.

Socialistische droom

Nathalie Faure, media communication manager van Courchevel Tourisme, kent de geschiedenis van het skistation op haar duimpje. “In 1946 kocht het lokale bestuur alle grond boven de 1800 meter voor vijf francs per vierkante meter ( 0,80 euro). Nu worden chalets in Courchevel geschat van 10.000 tot 37.000 euro per vierkante meter”, zegt ze. “Het gekke is dat dit fenomeen groeide uit een socialistisch streven van twee mannen. Laurent Chappis was architect en krijgsgevangene tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pierre Cot was een radicaal links politicus. Het was hun bedoeling om werk te verschaffen aan boeren uit de streek en om Jan en alleman de kans te geven om te skiën. Er werden een paar gebouwen in de sobere stijl van Le Corbusier neergezet, in 1947 kwam er een skischooltje. Het werd een bescheiden succes, tot Michel Ziegler burgemeester werd, begin jaren zestig. Ziegler was een fervent voorstander van een landingsbaan in Courchevel. Daarnaast had hij een uitgesproken mening : dat beton moest weg. Hij wou chalets met leien daken en met open haarden en kleine raampjes die het binnen gezellig maken… Hij was ervan overtuigd dat Courchevel een droom moest worden, een sprookje. Ziegler kreeg gelijk. Eerst kwamen er vedetten uit de Franse showbizz, types als Brigitte Bardot en Johnny Halliday. Met le beau monde in hun kielzog. En zo werd het de winterse speeltuin van de rich and famous.

De Beyoncés en Beckhams van deze wereld zijn er kind aan huis, ook de Arabische oliesjeiks vonden de weg naar Courchevel, maar de Russen trekken alle aandacht naar zich toe. En niet altijd in gunstige zin. Zoals ten tijde van het ‘misverstand’ met Mikhail Prokhorov, een van de rijkste vrijgezellen op aarde. Prokhorov had voor zijn Christmas party in januari 2007 illegale hoeren ingehuurd voor zijn gasten. De politie arresteerde hem en pas vier dagen later was hij weer op vrije voeten. Twee jaar lang, tot de politie zich openlijk had verontschuldigd bij Prokhorov, bleven hij en zijn vrienden weg uit Courchevel. “Ach ja”, relativeert Nathalie Faure. “Dat zijn belangrijke klanten. Maar met oligarchen en oliesjeiks kunnen we Les Trois Vallées, het grootste skigebied ter wereld, niet draaiend houden. Hier komen ook andere mensen, van allerlei slag. Mijn echtgenoot bijvoorbeeld, werkt als skileraar met gehandicapten.”

Decadente delicatessen

In Frankrijk zijn er in totaal een vijftigtal vijfsterrenhotels. Courchevel alleen al heeft er negen, en er worden er nog nieuwe gebouwd. Er zijn ‘klassieke’ sneeuwpaleizen, zoals Les Airelles, waar het personeel in klederdracht is, en waarvan men de vorige eigenares Madame Bianca Castafiore noemde, want daar leek ze sprekend op. Er is Le Strato, een hotel van de eigenaars van Rossignol. Le Strato is ook de naam van een Rossignol-ski van glasvezel, die een ware revolutie ontketende in de jaren zestig – meer dan een miljoen paar verkocht. (In Le Strato kost de goedkoopste standaardkamer in het laagseizoen 790 euro, zonder ontbijt.)

Het laatste paradepaardje is Le Cheval Blanc, alsof je in een operette bent terechtgekomen. Voor de reuzenalpenhut staat een reuzenhobbelpaard, dat gebouwd is van spiegels. Le Cheval Blanc telt vijf verdiepingen, en daar middenin zit, als een spin in haar web , l’Appartement / The Apartment : een chalet in een chalet, een suite van 650 vierkante meter. “De grootste van Courchevel”, zegt Nathalie. “Met een privébutler, en een complete huishoudploeg voor 35.000 euro per nacht.” Of daar vraag naar is ? “Ik denk niet dat l’Appartement één nacht leegstaat.”

Voor het ontbijt hoef je de deur niet uit, dat haal je (je laat het halen) in Le 1947, het restaurant van Le Cheval Blanc, dat begin 2010 in één klap twee michelinsterren kreeg. Want waar tophotels zijn, zijn toprestaurants. Van de zeventig restaurants in Courchevel zijn er zeven bekroond met minstens één michelinster. Een paar hebben die lang geleden al verdiend. Le Chabichou – waar voorbijgangers voor een rode Ferrari poseren alsof het hun eigendom is – heeft al 25 jaar twéé michelinsterren. En Le Bateau Ivre – waar decadente delicatessen als flan met zee-egeltongetjes op de kaart staan – heeft bijna net zo lang evenveel sterren.

Zappen

Om al die verwarrende indrukken te verwerken, trek ik me terug in mijn kamer in La Sivolière, dernier hotel avant les étoiles, hoewel het er zelf vier heeft. Ik zap op mijn twee tv’s tussen BBC en CNN, Al Jazeera en Disney Channel. Ik zap tussen mijn jacuzzi, bad en douche ; ik pieker me suf of ik een massage neem of niet, en ik denk aan de taxichauffeur die tussen neus en lippen vermeldde dat hij ooit Clint Eastwood als klant had. En Harrison Ford. En koning Mohammed III van Marokko. En Belgen ? “De vorige was Jean Claude Van Damme, Muscles from Brussels. En nu u.”

Door Griet Schrauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content