Na jaren van restauratie is het Chinees Paviljoen in Laken sinds kort in al zijn luister hersteld. Het werd tussen 1903 en 1908 gebouwd in opdracht van koning Leopold II door de Parijse architekt Alexandre Marcel, die ook de vlakbij gelegen Japanse Toren voor zijn rekening nam. Samen met die Japanse Toren, die ruim vijf jaar terug heropend werd, is Brussel nu een dubbele kunstattraktie rijker.

Leopold II staat bekend als een omstreden vorst, maar dat hij van Brussel een stad met architekturale grandeur heeft gemaakt, kan niet ontkend worden. Onder invloed van de Grote Wereldtentoonstelling die hij in 1900 in Parijs zag, wou hij ook “zijn” stad, geheel in de tijdgeest van toen, enige exotische flair geven. En daarin is hij zeker geslaagd. Het Chinese Paviljoen moest aanvankelijk als luxerestaurant gaan fungeren, maar dat duurde niet lang : in 1910 al werd het via de Koninklijke Schenking aan de Belgische staat overgemaakt. Met de Japanse Toren gebeurde een jaar eerder hetzelfde. Sindsdien kenden beide gebouwen een wisselende geschiedenis : vóór de Eerste Wereldoorlog werden ze vooral gebruikt als visitekaartje voor de ontwikkeling van de handelsrelaties tussen België en het Verre Oosten, vervolgens kwamen ze onder de bevoegdheid van het Jubelparkmuseum, dat de twee oosterse gebouwen tijdens het interbellum vooral als architekturale attrakties openhield. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Japanse Toren gesloten, bij gebrek aan bewakingspersoneel ; het Chinees Paviljoen kreeg een belangrijk legaat van laat-Chinees porselein en bleef open als museum.

Eind jaren tachtig veranderde alles : met het oog op Europalia Japan werd de Japanse Toren volledig gerestaureerd en in 1989 opnieuw voor het publiek opengesteld. Sindsdien worden er geregeld tentoonstellingen rond Japanse kunst in georganizeerd. Het Chinese Paviljoen heeft een veel langere restauratieperiode achter de rug : het gebouw was zwaar verkommerd, en vooral het toeslaan van de houtzwam had op sommige plekken voor onherstelbare schade gezorgd. Grote delen van het Paviljoen zijn dan ook opnieuw opgetrokken met nieuwe materialen, waarbij wel de oorspronkelijke architektuur en materiaalkeuze gerespekteerd bleef. Het resultaat mag gezien worden : het Chinese Paviljoen schittert als nooit tevoren, dank zij het veelvuldige gebruik van goudverf. In het museum wordt nu permanent de belangrijke eigen kollektie van Chinees en Japans porselein tentoongesteld, vervaardigd vanaf eind 17de tot begin 19de eeuw. Ter gelegenheid van de heropening wordt ook een belangrijke kollektie Chinees exportporselein uit het British Museum getoond, tot 30 september.

Eén probleempje blijft : de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (waaronder het Chinese Paviljoen en de Japanse Toren ressorteren) beschikken over onvoldoende personeel om de gebouwen open te houden. Als binnenkort ook het nieuwe Instrumentenmuseum en de Appartementen van Karel van Lotharingen (aan het Brusselse Koningsplein) voor het publiek opengesteld worden, zal de toestand alleen maar penibeler worden. “Het lijkt absurd monumenten te restaureren, ” aldus hoofdkonservator Van Noten bij de heropening van het Chinees Paviljoen, “als die achteraf door personeelsgebrek weer gesloten moeten worden. ” Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren, allebei aan de Van Praetlaan 44 in Laken, zijn alle dagen behalve maandag open van 10 tot 17 uur. Info : (02) 268.16.08.

De Japanse Toren, samen met het Chinees Paviljoen een nieuwe kultuurattraktie in Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content