OOSTENRIJK in een notendop
Van gemütliche, gezinsvriendelijke dorpen tot ?High Snowciety? : het Ötztal heeft zowat alles te bieden waar Oostenrijk voor staat. Bruno Koninckx
In deze tijd van overaanbod en scherpe concurrentie van wintervakanties in de zon, wordt het voor wintersportgebieden almaar moeilijker om zich te profileren. Het Oostenrijkse Ötztal trekt dan ook alle registers open. Om zich ook bij niet-skiërs bekend te maken, beschikt het over een extra troef : Ötzi, de oudste en meest bekende valleigenoot, die meer dan 5000 jaar in het eeuwige gletsjerijs heeft doorgebracht. Ötzi werd zo’n zes jaar geleden door een koppel wandelaars gevonden. Toen ze plots een hand uit een gletsjerwand zagen steken, dachten ze meteen aan een alpineongeval. Dat was het ook, maar het duurde even voor de reddingsdiensten doorhadden hoe lang geleden dat had plaatsgevonden. Momenteel verblijven delen van het lichaam in verschillende onderzoekscentra. Hoewel Ötzi eigenlijk een droom van een marketingargument is, wordt hij vreemd genoeg bijna niet opgevoerd in brochures en andere publicaties. In plaats daarvan doet de toeristische dienst het op z’n cliché-Amerikaans door allerlei superlatieven uit de kast te halen : het Ötztal is het grootste dal van Tirol, de grootste waterval van Tirol dondert er naar beneden, Sölden is de grootste gemeente van het land, hier ligt het hoogste kerkdorp van Oostenrijk, de hoogste berg van Tirol, en ook het grootste gletsjergebied van de Oostelijke Alpen.
Allemaal waar natuurlijk, maar het Ötztal zou zichzelf beter kort en bondig ?Oostenrijk in een notendop? noemen. De 60 km lange vallei met haar 8 wintersportcentra heeft namelijk zowat alles te bieden waar Oostenrijk voor staat : van authentieke Gemütlichkeit in oude Stuben, tot wat kitscherige driesterrenhotels met een tot hotelmanager opgewaardeerde herenboer ; van rustige natuurwandelingen door ongerepte Alpenweiden tot technogeweld op half-pipes voor snowboarders.
Ook op budgettair vlak heeft het dal voor iedereen wel wat : van gezinsvriendelijke dorpen als Sautens of Oetz, tot Gurgl, door de promomensen zelf bestempeld als High Snowciety. In de informatiebrochure voor deze winter staan enkele voorbeelden die het verschil duidelijk maken. Een sneeuwarrangement in het familiale Oetz kan al vanaf 3510 ÖS (± 10.500 fr.), voor 7 overnachtingen met halfpension en een 6-daagse skipas. In Gurgl betaal je voor een skiliftarrangement met vergelijkbare voorwaarden 6500 à 7000 ÖS (19.500 à 21.000 fr.). Als je naar dit gebied op vakantie wil, is het dus raadzaam eerst je budget te bekijken.
Je bepaalt ook best op voorhand welk soort verblijf je precies wil. Uiteraard is Gurgl mondainer dan het gezapige Oetz. En als je rust en kalmte zoekt, moet je niet in Sölden zijn. Dat is het meest bekende en levendigste dorp van het Ötztal, maar echt mooi kan je het niet noemen : het ligt in een eerder smal gedeelte van de vallei, en de ruimtelijke ordening doet er bijna denken aan de lintbebouwing waar ons land een patent op heeft. Maar als je mee wil zijn met de hedendaagse skicultuur, dan ben je hier wel op je plaats. Sölden probeert zich namelijk de laatste jaren te profileren als een van dé internationale trefpunten voor de snowboardscène. Vanaf oktober is er bijna elk weekeinde een evenement voor snowboarders : fabrikanten of winkelketens organiseren er testsessies en begin november vond er voor de eerste keer de Swatch ISF Boardercross Masters Opening plaats.
Dat Sölden effectief een geliefde rendez-vousplek voor snowboarders is, merk je duidelijk op de piste. Het gletsjerskigebied wordt gevormd door de Rettenbach en de Tiefenbach. Op deze laatste gletsjer, die voor een groot deel bestaat uit een brede boulevardpiste, zijn de snowboarders op sommige dagen zelfs in de meerderheid. De aanwezigheid van zoveel jong volk heeft natuurlijk consequenties voor de rust op het skiveld, en vooral rond de restaurants : door de oorverdovende techno is stilletjes genieten van het landschap niet echt mogelijk.
Desondanks blijft het gletsjergebied bijzonder aantrekkelijk voor alle soorten skiërs. De twee gletsjers samen vormen niet alleen een vrij uitgestrekt gebied met in totaal 9 liften en zo’n 11 pistes, ze bieden ook voldoende variatie. Naast de voornoemde brede en vlakke piste zijn er ook leuke afdalingen voor gevorderde skiërs. Hier komen trouwens nogal wat skiteams trainen. Omdat de gletsjerpistes van 2700 m tot iets boven de 3000 m gaan, heb je er het hele jaar door voldoende mogelijkheden. Daarop inspelend pakt het Ötztal dit seizoen ook uit met een sneeuwgarantie : wie tijdens zijn verblijf als gevolg van een gebrek aan sneeuw niet minstens één dag ergens in het Ötztal kan skiën of snowboarden, krijgt zijn verblijf en skipas volledig terugbetaald.
Uiteraard probeert het Ötztal nog op andere manieren toeristen te lokken. Oetz bijvoorbeeld pakt tijdens de dalperiodes uit met voordelige arrangementen voor gezinnen met jonge kinderen. In Sölden vinden nachtbrakers een heel arsenaal bars en disco’s, en je kan er elke woensdag aan een nachtelijke skitocht deelnemen. Er staat ook een mooi sportcomplex, met onder meer een groot zwembad en een uitgebreide sauna-afdeling. En terwijl andere stations nog maar mondjesmaat durven investeren, plant de lokale liftmaatschappij grote infrastructuurwerken. Zo wil men een rodelbaan bouwen om wedstrijden te organiseren. In november vond trouwens voor de eerste keer de wereldbeker Naturbahn-Rodeln plaats op de Rettenbachgletsjer. Belangrijker voor de meeste skiërs is echter dat men tegen volgend seizoen een verbinding plant tussen het ?gewone? skigebied van Sölden en de gletsjer. Normaal is deze laatste alleen toegankelijk via een steile bergweg van zo’n 15 km, die bovendien ’s winters vaak gesloten is.
Voor die toegangsweg bestaat momenteel een wat bizarre regeling : heb je een geldige skipas, dan mag je met de auto gratis naar boven. In het andere geval moet je betalen. Dat is nog begrijpelijk, maar voor een milieubewust land als Oostenrijk is het toch wel vreemd dat je 50 ÖS (± 150 fr.) moet betalen om met de bus naar boven te gaan, en nog eens hetzelfde bedrag om terug te keren. Was de zogenaamde skibus gratis, zoals in de meeste skigebieden, dan zou de parking aan de gletsjer op drukke dagen niet zo eivol zitten en zou ook het milieu minder belast worden. Maar goed, dit is één minpunt in dit overigens goed georganiseerde gebied, dat duidelijk mee is met de tijd : carving, de jongste mode in skiland, wordt er volop beoefend.
Sneeuwzekerheid is een van de grote troeven van het Ötztal. Vooral Sölden en de gletsjer profileren zich als hét trefpunt voor snowboarders. Maar ook skiërs, langlaufers en wandelaars komen er volop aan hun trekken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier