Uit Amerika waaide de trend over om koffie kunstmatig te aromatiseren. De echte koffiedrinker geeft de voorkeur aan eerlijke, natuurzuivere koffie.

Pieter van Doveren Foto Tony Le Duc

Het waarderen van een kopje koffie is iets persoonlijks. Iemand die regelmatig koffie drinkt en bewust geniet van het bakje troost, heeft meestal gekozen voor een welbepaald merk, dat tegemoetkomt aan zijn individuele smaak. Het smaakkarakter van koffie wordt bepaald door diverse factoren, zoals het soort bessen (er bestaan ruim 60 botanische koffievariëteiten, te herleiden tot twee rassen : arabica en robusta), de selectieve oogst, de zorg waarmee partijen ruwe koffie worden behandeld (één achtergebleven boontje van een vorige partij in de ontbolster-citerne kan de kwaliteit van een volledig pak naar de vaantjes helpen), het natuurzuivere roosteren (hoe zachter, hoe voller de aroma’s) en het mengen van natuurmilde koffiesoorten. De smaak wordt tevens beïnvloed door gewoontes, die regionaal gebonden zijn.

Wat de smaakzones en drinkstijlen betreft, kan men in het algemeen stellen dat hoe meer men naar het noorden gaat, hoe meer arabica (verfijnd aromatisch en een weinig zurig van smaak) en hoe minder robusta (cafeïnerijk, robuust en pittig) men drinkt. Belgen zijn duidelijk arabicadrinkers, want bijna 85 procent van de meer dan 1 miljoen balen van 60 kg die in Antwerpen worden gelost, zijn gevuld met deze variëteit.

Bij het roosteren wordt ruwe koffie bruin door verhitting en karameliseren de natuurlijke suikers in de bonen. Minder bonafide koffiebranders knoeien met hun product, door tijdens het roosteren allerhande koffie-vreemde producten toe te voegen. Met suiker roostert men egaler en bronskleuriger en kan men minderwaardige kwaliteit verdoezelen. Door het toevoegen aan hoge temperatuur van vetstoffen, zoals was, komt er een dun laagje glans rond de boontjes. De boontjes ogen dan aantrekkelijk, doch de verteerbaarheid is verminderd. Bij koffie die aan meer dan 200 wordt geroosterd, verkrijgt men de gewenste plotse afkoeling via water-injecties, die tevens voor een gewichtstoename van de bonen zorgen. Die gewichtstoename betekent voor de grote bedrijven aanzienlijk meer winst. Industriële koffie wordt ook vaak behandeld met scheikundige bewaarmiddelen en ook hierdoor vermindert de verteerbaarheid. Sinds enkele tijd zijn er koffiebranders, zoals Java en Rom, die hun afzetmarkt proberen te verbreden met aromata-koffies. Deze koffies, met supplementaire smaken als amaretto, hazelnoot, vanille, chocolade, sinaasappel, whisky en cognac, worden gemaakt door de bonen tijdens de koeling na het branden, een oliebad met natuurlijke en synthetische smaken te laten ondergaan.

De mode waaide over uit over Amerika, waar men veel voedingswaren kunstmatig op smaak brengt. Het kopen van een potje natuurjoghurt is daar geen sinecure. Aanvankelijk was het toevoegen van aroma’s aan koffie bedoeld om de smaak van minderwaardige soorten op te krikken. Maar toen bleek dat heel wat beginnende koffiedrinkers, die niet gehinderd zijn door tradities en die door hun jeugdige leeftijd minder kritische eisen stellen aan zuiverheid en betrouwbaarheid, zo’n kopje geparfumeerde koffie makkelijker drinkbaar vonden, dan een gewoon kopje koffie. Echte koffiedrinkers halen hun neus op voor gearomatiseerde soorten en weten dat kwaliteitskoffie genoeg smaak heeft van zichzelf.

Het waarderen van een goed kopje koffie moet je echter leren en daar is niet iedereen toe bereid. Een kritisch liefhebber degusteert zijn kopje natuurkoffie minutieus en kiest voor bonen die een mengeling zijn van uitsluitend hoogkwalitatieve arabicasoorten, die een zachte en rijkgeurige koffie garanderen, zonder nutteloos veel cafeïne en zeker zonder additieven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content