ONWAARSCHIJNLIJK

Tea for two heeft voor de oorlog

Iets voor mijn vader gedaan.

En ook voor mij.

Hij liep langzaam om

het langer uit een huis

te kunnen horen

en miste zo lijn 2.

In de volgende zat mijn moeder.

In zijn ontwapenende eenvoud bevat dit gedicht van K. Schippers een gedachte die ik altijd intrigerend heb gevonden : hoezeer we ons leven ook proberen te verankeren in vastigheid, we blijven de speelbal van allesoverheersend toeval. Hadden onze vaders of onze moeders, op een bepaald moment hun neus niet gesnoten, dan hadden u en ik hier nooit rondgelopen. En niet alleen onze vaders en moeders, maar ook al hun voorouders, die honderden generaties helemaal opklimmend tot de tijd van de mammoeten. We zijn het resultaat van duizenden en duizenden onbenullige feitjes waarvan er geen enkel detail anders mocht zijn gelopen.

Bij elke verwekking, in al die eeuwen, moest je opnieuw hoerenchance hebben, want van de miljoenen zaadcellen kon er telkens maar één de gegeerde eicel bevruchten. Dat was jij, zoals ál je voorouders de eerste geweest zijn van zeer velen. Zelfs de grootste stumperd is het pronkstuk van een onwaarschijnlijke opeenvolging van bofkonten die zonder uitzondering het langste strootje hebben getrokken. Elk van ons had minder kans om geboren te worden dan dat je een miljoen keer na elkaar met een muntstuk kop zou gooien. Ik denk daar wel eens aan als ik met de auto door de wasstraat rijd : zo weinig kans dat ik hier was, en dit zijn de heldendaden die ik ermee aanvang.

Als je hier dan eenmaal bent, word je geconfronteerd met weer andere samenlopen van omstandigheden die je naar adem doen happen. U kent ze wel, als u gevoelig bent voor de tover van toevalligheden die je het gevoel geven dat er ergens in de coulissen aan touwtjes wordt getrokken. Je loopt door de straat waar zij woonde, voor het eerst in twintig jaar, en uit een openstaand raam waait opeens het liedje dat zij zo graag hoorde. “Toeval is Gods manier om anoniem te blijven”, zeggen gelovige zielen, terwijl wetenschappers – met hun schrik voor het onberekenbare – zich uitsloven om toeval statistisch te verklaren. Ze doen dat aan de hand van sofismen zoals de Wet van de werkelijk grote getallen : herhaal iets vaak genoeg en de kans is groot dat er zich iets extreem onwaarschijnlijks voordoet. Je moet al statutair ambtenaar zijn om zoveel magie met zo’n droge regel op te doeken.

In dit themanummer van Knack Weekend hebben wij geprobeerd om het onvatbare bij de vleugels te pakken. “Het toeval stalkt ons elke dag van ons leven”, schreef Paul Auster, terwijl Pieter Aspe liet optekenen : “Toeval ? Het zijn alleen de deuren die toevallen.” Door welk van die quotes voelt u zich het meest aangesproken ? Mijn hart gaat uit naar wat Albert Einstein gezegd schijnt te hebben : “Als dit universum in zijn miljoenvoudige orde en precisie het resultaat zou zijn van een blind toeval, dan is dat net zo geloofwaardig als wanneer een drukkerij explodeert en alle druklettertjes weer op de grond terechtkomen in de voltooide en foutloze vorm van het woordenboek.”

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Elk van ons had minder kans om geboren te worden dan dat je een miljoen keer na elkaar met een muntstuk kop zou gooien

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content