In het spoor van een rist andere wereldsteden begint Brussel een eigen designweek. Maar heeft onze hoofdstad eigenlijk wel een designziel ? Participerend ontwerper Dirk Meylaerts geeft uitleg.

Wie designstad zegt, denkt niet onmiddellijk aan Brussel. Antwerpen heeft imposantere meubelwinkels. Kortrijk heeft de biĆ«nnale Interieur, en aast sinds enkele jaren naar de ronkende titel van Designhoofdstad van Vlaanderen. Maar Brussel ? De hoofdstad huisvest enkele evenementen, zoals de vorig jaar opgestarte beurs Design Brussels en het Designer’s Week-End, en kan pronken met enkele toonaangevende ontwerpers ; een dagelijkse rommelmarkt waar men nu en dan een bijzonder meubel aantreft ; een handvol uitstekende tweedehandszaken en de hoofdkwartieren van enkele officiĆ«le instellingen, waarvan Design Vlaanderen het bekendste is.

En nu komt er dus ook een designweek, van 8 tot 17 september. Het evenement lijkt te worden georganiseerd op typisch Brusselse wijze. Vanuit een underdogpositie, zonder al te veel pretentie, en met relatief weinig middelen. Dat is goed nieuws. Er bestaan, elders in Europa, al genoeg generische designweken : Berlijn, Stockholm, Londen, Amsterdam – om nog te zwijgen van New York en Tokio. De Designer’s Days van Parijs zijn een enorm succes. De meubelweek van Milaan, parallel met de Salone del Mobile, is reusachtig. De doorsnee designweek heeft iets mondains. Een publiek van overwegend in het zwart gestoken dertigers en veertigers, nog naar de fabriek ruikend meubilair en gesponsorde cocktails. Nu is Brussel niet mondain. Het ontbreekt de stad niet alleen aan de geschikte infrastructuur (afgelikte meubelpaleizen op kop) maar ook aan de relevante bevolkingslagen. Van een lokale meubelindustrie, altijd handig om een dergelijk evenement te steunen, is nauwelijks sprake. Eigenlijk heeft Brussel alles tegen, en precies daarom belooft deze designweek interessanter te worden – cultureler misschien – dan de vaak puur commerciĆ«le buitenlandse varianten. Er is bijvoorbeeld veel aandacht voor vintage design en er wordt naar de designer geluisterd. Wat misschien evident lijkt, maar dat niet altijd is.

“Brussel is orde Ć©n chaos,” zegt participerend designer Dirk Meylaerts. “Deze stad laat je met rust. Wie bijvoorbeeld in Parijs woont, kan niet om Parijs heen. Parijs is opdringerig. Je leeft er met een constante druk. Brussel is groot, maar woningen en ateliers zijn hier nog altijd veel goedkoper dan elders in Europa. Je kunt gemakkelijk iets beginnen. Wanneer je als migrant naar Brussel komt – zelf ben ik van Limburg -, dan kun je alles op maat creĆ«ren, van je vriendenkring tot je werkomgeving. Je hebt hier een grote vrijheid van denken. Misschien geldt dat voor heel BelgiĆ«. Er is geen Belgische designindustrie. Belgisch design bestaat niet. Net zoals BelgiĆ« niet bestaat. Design kan hier zowel neobarok zijn als minimalistisch. In tegenstelling tot bijvoorbeeld ScandinaviĆ«, dat een zeer herkenbare stijl heeft. Het verschil is dat wij geen druk hebben van onze eigen cultuur. We kennen niet eens ons volkslied. Iedereen kan hier evolueren in de richting die hij wil. En net dat gefragmenteerde is zeer hedendaags.” Meylaerts vergelijkt Brussel graag met de manager van de kerncentrale in de animatiereeks The Simpsons : “In een bepaalde aflevering wordt die man een medisch mirakel genoemd. Hij heeft ongeveer alle ziekten die er bestaan en toch voelt hij zich niet ziek. ‘Ja maar’, zegt de dokter, ‘dat is logisch : die ziekten willen allemaal tegelijk naar buiten en daardoor blokkeren ze de exit’.”

SCHILDERIJEN OF POSTERS

Een belangrijk gedeelte van het programma van de Brusselse designweek is gewijd aan vintage, met een rommelmarkt in Sint-Lambrechts-Woluwe (op 10 september), een wandelparcours langs een aantal van de belangrijkste Brusselse galeries (van 14 tot 17 september) en twee veilingen in de verkoopzaal van Pierre BergƩ op de Zavel (op 12 en 13 september). De eerste veiling is gewijd aan twintigste-eeuws design, met onder meer stukken van de stilaan legendarische Jules Wabbes en een volledig ensemble afkomstig uit een privƩ-interieur van de modernist Marcel-Louis Baugniet. De tweede veiling, georganiseerd door Meylaerts, staat in het teken van hedendaags Belgisch werk. Er worden hoofdzakelijk unieke stukken en prototypes aangeboden.

De verkoop past perfect in het gedachtegoed van Meylaerts. “Eigenlijk is het niet normaal dat ik als designer dit soort dingen doe”, legt hij uit. “Maar ik wil graag een lans breken voor antiglobalistisch, persoonlijk design. Het lijkt vaak alsof design alleen bestaat op een industriĆ«le schaal. Wie als designer geen stukken in productie heeft bij een fabrikant, bestaat gewoon niet. Terwijl veel Belgische designers voornamelijk unieke stukken maken, maatwerk, voor privĆ©klanten.”

Vintage design is, door het patina dat erop zit, een ander voorbeeld van verpersoonlijkt design. “Die voorwerpen hebben een meerwaarde omdat er tijd is overheen gegaan.” Voor Meylaerts heeft een uniek stuk meer waarde dan een designklassieker waarvan duizenden exemplaren zijn gefabriceerd. Een uniek stuk kan worden vergeleken met een schilderij. Een fabriekstuk is niet meer dan een poster. De nieuwe eigenaars van de verkoopzaal willen in de toekomst graag tweemaal per jaar een soortgelijke designveiling houden. “Het is de bedoeling om op termijn een echt verzamelaarsmilieu te creĆ«ren.” Bij de koopwaar van deze tweede editie : een tafel van Siegfried De Buck, fauteuils van Fabiaan Van Severen, schappen van Damien Bihr en verscheidene stukken van Alain Berteau, waaronder een prototype van diens Tab Chair, ontworpen voor het Belgische Paviljoen in VenetiĆ«, naar aanleiding van de ArchitectuurbiĆ«nnale van 2002. De prijzen ? “Die vallen vaak zeer goed mee”, aldus Meylaerts.

Tijdens het weekeinde van 16 en 17 september opent, nog steeds in het kader van de designweek, een tiental Brusselse designers de atelierdeuren. Bezoekers krijgen een blik op hun leef- en werkwereld. Wat drijft een designer, hoe heeft hij (of zij) die stoel of bank eerst bedacht, en achtereenvolgens gemaakt ? Bij de gastheren, onder anderen Charles Kaisin, Bram Boo, en de collectieven Atelier A1, Gabarit en Naos Design. Meylaerts, die van zijn huis een showroom heeft gemaakt, wil tijdens de opendeurdag graag zijn visie op design uiteenzetten. Zijn huis dient daarbij als een statement. “Het is warm en koud tegelijk. Ik heb bijvoorbeeld nogal wat minimalistische stukken, maar daar staat dan rommel op. Ik heb mijn huis gerenoveerd met goedkope materialen. Maar precies door die keuze heeft de woning een upgrade gekregen. Op de benedenverdieping heb ik de goedkoopste vloer gelegd die ik kon vinden : planken van kastanjehout. Dat hout wordt weinig gebruikt omdat er nogal wat oneffenheden in zitten. Maar het heeft weinig zin om perfect, massief hout te kopen als je voor veel minder geld smetteloze klikplanken kunt krijgen. Mijn goedkope vloer heeft iets chics. Als ik vier keer meer had uitgegeven, zou het effect wellicht een stuk minder spectaculair zijn geweest.” Meylaerts woont in Schaarbeek, halverwege het Atomium en de Grote Markt.

AWARDS EN GASTRONOMIE

Naast de opendeurdag bij een tiental Brusselse designers, de designrommelmarkt en de -veiling, telt de Brusselse Designweek nog enkele leuke evenementen, waaronder deze twee : op 15 september worden de Dynamo Belgian Young Design Award uitgereikt (een initiatief van Designed in Brussels). Die beloont een designer jonger dan 35 van Belgische afkomst, of ten minste vier jaar in Belgiƫ werkzaam. Vanaf 16 september worden de laureaten tentoongesteld in galerie ARTEspace.

Food Design : design in het bord loopt van 8 tot 17 september. Food Design wil, volgens de organisatoren, “niet enkel het oog iets gunnen, maar ook de smaakpapillen opwekken.” Een vijftiental restaurants biedt een designmenu van drie gangen. De menu’s worden volledig in zwart/wit uitgevoerd, van de gerechten tot en met de presentatie en de tafelversiering. Het evenement wordt georkestreerd door de Food and Wine Academy, de kokschool van Christelle Verheyden en Eric Boschman.

En op 11 september komen de Franse ontwerpers Ronan en Erwan Bouroullec spreken in Studio 1 op het Flageyplein. Ze vertellen over hun jongste ontwerpen, hoe ze met ruimte omgaan en hoe ze samenwerken. De twee broers werkten onder andere voor grote Europese merken zoals Cappellini, Vitra, Ligne Roset, Magis en Habitat (20 uur, studio 1, Heilig-Kruisplein, Brussel, 02 349 35 95, gratis).

Het volledige programma van de Designweek kan worden geraadpleegd op de website : www.designweek06.be

Door Jesse Brouns / Portret Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content