ONTHAASTEN OP SKI’S

© Sabine Lamiroy

Klein maar fijn. Slovenië maakt optimaal gebruik van zijn schitterende natuur. Het minilandje telt wel vijftig skiresorts, kleinschalig en heel divers van sfeer. En betaalbaar. Fun is de pasmunt.

“Weet je waarom Slovenië geen gevechtsvliegtuigen heeft ? Als ze moeten draaien, zijn ze al over de grens ! Hahaha.” Onze chauffeur heeft er lol in. Slovenen zijn een beetje als Vlamingen. Een kleine entiteit, vaak onder de voet gelopen door andere volkeren. Zelfspot, relativerings- en aanpassingsvermogen zijn een strategie om te overleven. De meeste Slovenen spreken dan ook vlotjes drie, vier vreemde talen : Engels, Duits, Italiaans, Hongaars…

Maar een klein landje – zo’n twee derde van de oppervlakte van België – heeft ook zijn voordelen. Vanmorgen om negen uur gevlogen vanuit Zaventem naar de hoofdstad Ljubljana, en tegen de middag staan we al op de ski’s. In Krvavec, het populairste skigebied, gelegen in de Karnische Alpen, slechts op zeven kilometer van de vlieghaven en een halfuurtje van Ljubljana. Van zodra de winterzon schijnt, zakken heel wat hoofdstadbewoners af voor een halve of hele dag om hun geliefde sport te beoefenen. “Skiën is onze nationale sport”, klinkt het overal. “Iedereen doet het, van kindsbeen af.” Je ziet dan ook overal grappige kleintjes met opengesperde beentjes die fluks in het spoor van vader of moeder, opa of oma volgen. Dat is wellicht het meest opvallende van skiën in Slovenië : het is gemoedelijk, zonder opgefokte toestanden. Dagelijkse kost, bij wijze van spreken. Iedereen geniet, rustig weg. Een beetje de sfeer van skivakanties in de omringende landen, zo’n twintig, dertig jaar geleden. Maar de infrastructuur en de organisatie zijn prima.

Snelle kilometervreters op de ski’s zullen hier in Krvavec misschien hun gading niet vinden, maar met 100 hectare aan pistes zijn er voor recreatieve skiërs mogelijkheden genoeg. Aan de voet van de berg is ruim parkeergelegenheid en busjes rijden af en aan naar de liften.

Natuurbad en partizanen

Totaal anders van sfeer is Cerkno, op een uurtje rijden westwaarts van Ljubljana, op het kruispunt van drie regio’s : Gorenjska, Primorska en Centraal-Slovenië. Het dorpje met vijfduizend inwoners ligt ogenschijnlijk in the middle of nowhere, maar eigenlijk in het midden van alles : 55 km van Ljubljana, een uur rijden naar het toeristische Bled, 52 km van Bohinj en zijn schitterende meer. Tot de Eerste Wereldoorlog maakte het gebied deel uit van Oostenrijk-Hongarije, daarna kwam het in handen van Italië en vervolgens van voormalig Joegoslavië. In de streek werd hevig gevochten. Een tocht door het dichte bos naar Franja, het vroegere verborgen partizanenhospitaal, nu openluchtmuseum, doet nog steeds koude rillingen over je rug lopen. Maar vandaag is Cerkno vooral bekend als uitvalsbasis voor vredige wandelingen in de ongerepte natuur en als gezellig skioord in de winter. Niet groot, maar je vindt er alle types van pistes. Het werd zelfs uitgeroepen tot beste Sloveense skiresort 2012-2013 en is bekend om zijn excellente faciliteiten voor kinderen. Een dagje geen zin om te skiën of te wandelen ? Dan is een uitje naar Ljubljana een leuk en haalbaar alternatief.

Topsport en spa

Weer heel anders is Rogla, in het noordoosten van Slovenië, op zo’n 120 km van de hoofdstad. Het Olympic and Skiing Center met state-of-the-artuitrusting ligt op 1517 meter hoogte, heel rustig te midden van de bossen. Er staan slechts enkele hotels, waaronder het in 2013 geopende, volledig ecologische Hotel Natura, dat bekend is om zijn spa. Skiërs van alle niveaus vinden hier hun gading, tot topsporters en competitieskiërs toe. Met het grootste funpark van Oost-Europa zijn ook snowboarders hier gelukkig. Door de uitstekende sportfaciliteiten, het gunstige klimaat en de natuurlijke schoonheid van de locatie is Rogla sinds 1997 een olympisch trainingscentrum, waar atleten zich het jaar rond komen voorbereiden, en waar internationale competities worden gehouden.

Parel in het natuurpark

Het skigebied Vogel, boven het Bohinjmeer, ligt in het schitterende natuurpark Triglav, vlak bij de Italiaanse en de Oostenrijkse grens. Het park, ruim 800 km² groot, maakt deel uit van het biosfeerreservaat van de Juliaanse Alpen (genoemd naar Julius Caesar). Vanuit Ukanc bereik je met een kabelbaan het bergstation op zo’n 1500 meter hoogte. Het uitzicht op het meer en de omringende bergen is ronduit adembenemend. Bij mooi weer kun je de ‘driehoofdige’ Triglav zien, met 2864 meter de hoogste berg van Slovenië en ook het nationale symbool. Niet alleen het verbluffende panorama maakt skiën hier een voorrecht, vooral voor freeriders en snowboarders is Vogel, waar kunstsneeuw verboden is, een miniparadijs. In het dal en rond het meer genieten langlaufers en sneeuwschoenwandelaars ongestoord van de ‘eeuwig zingende bossen’ – al worden ze her en der gewaarschuwd voor beren ! Het bekende Bled met zijn romantische meer en de vroegere villa van Tito liggen op slechts 25 kilometer.

Tekst & foto’s Sabine Lamiroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content