Of ik gereserveerd had, wilde de dame in het krijtstreeppak weten. Daar stond ik dan in The Regency Hotel, Park Avenue, New York, home of the power breakfast. Waar je ’s morgens niet zomaar kunt aanzitten voor je two eggs any style, maar de avond tevoren een tafeltje boekt. Of een week van tevoren. Want een mens komt hier niet om te eten, maar om zaken te doen. Let’s do breakfast, en nu we hier toch zijn, sluiten we meteen een stuk of wat miljoenendeals. Links en rechts kluitjes heren in pak en das, voorzien van laptops en dure leren aktetassen. Veel keppeltjes, weinig vrouwen, in conservatieve mantelpakken en van die kuise beige kousen die Amerikaanse female executives daarbij plegen te dragen. Power breakfast indeed. Geen eieren, bacon of worstjes, maar magere yoghurt en fruitsla, die veelal onaangeroerd blijft. Mijn God, wat val ik in die warroom uit de toon met mijn blij gebloemde bloesje en blote benen, als een lichtekooi met de vroege shift.

Mijn stiel wil dat ik wel vaker op hotel ga. Niet zelden gaat het om dure tenten, die ik op eigen kosten nooit van binnen te zien zou krijgen, laat staan dat ik er zou maffen. Boven je stand leven zonder ervoor in het rood te hoeven, schaamteloos genieten is dat. Of toch niet zo schaamteloos. Soms zou ik willen dat die luxetenten met een gebruiksaanwijzing kwamen. Etiquette voor simpele duiven in poepchique hotels, daar moet een markt voor bestaan. Want leven in stijl heeft zo zijn eigen regels en beperkingen. Zo is het in een beetje respectabel hotel volstrekt ondenkbaar dat je je eigen koffertje naar je kamer draagt of rolt. Zelf vind ik dat wel zo handig, dan kan ik meteen aan de slag. Maar nee, dat koffertje wordt je resoluut uit de handen gerukt en op een bagagewagentje gekieperd dat pas een dik half uur later tergend traag door de gang komt aangekriept. Een half uur waarin je met je duimen zit te draaien en zelfs niet naar het toilet durft, uit angst dat de kruier aanklopt terwijl je op de pot zit. Maar goed, die man onderhoudt zijn gezin met het magere loon dat hij krijgt om koffertjes te ontvoeren, dus speel je het spel mee. Ook als hij eenmaal in de kamer nadrukkelijk de televisie aan en uit knipt, demonstreert hoe je de stores bedient en de minibar ontsluit. Pas op, in sommige hoogtechnologische etablissementen is zo’n instructieronde geen overbodige luxe, het zou niet de eerste keer zijn dat ik in een namaakijsgrot overnacht omdat ik de airco maar niet geregeld krijg. Fooien, het is een lastige materie. Is het een receptionist die je naar je kamer begeleidt, verwacht die dan ook een extraatje, of voelt hij zich daardoor juist beledigd ? Ik zal het nooit leren.

Beter helemaal geen fooi dan een te lage, las ik ergens, en dus heb ik de neiging om te overtippen, ook al omdat je als vers ingevoerde mens meestal niet over kleine coupures dirhams of roepies beschikt. Nu ja, iedereen moet leven. En je zult maar op een foute plek van de aardbol geboren zijn, waar je als kamermeisje aan de kost moet komen door de handdoeken van toeristen kunstig in hartjes, zwaantjes of slingerapen te vouwen. Zo staan ze er ook op om je bed voor de nacht te preparen, zelfs als je er al in ligt. No candy, madam ? Nee, bedankt, ik slaap. Bordje ‘niet storen’ weer vergeten te hangen. Zoveel kilometers op mijn teller en nog altijd geen vrouw van de wereld.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content