Het was een frisse Pasen dit jaar. Voor mij zelfs iets meer dan voor de doorsnee Belg, want op Goede Vrijdag gaf de boiler er naar analogie met de Here finaal de brui aan. Weg warm water, weg warmte tout court, uitgerekend met een verlengd weekend voor de boeg. Noem mij onredelijk, maar daar kan ik dus niet tegen. Toestellen horen te doen waarvoor ze gemaakt zijn : auto’s moeten rijden, mixers mixen, video’s opnemen, warmwatertoestellen warm water maken. Elk technisch falen beschouw ik als een persoonlijke provocatie. Niet dat ik daar iets mee opschiet natuurlijk. Een blik in de boilerkast in de badkamer bewees dat ik daar al heel lang niet meer geweest was. De stofzuiger ook niet. In het wilde weg morrelde ik aan een paar schakelaars. Er gebeurde niets, het toestel gaf geen kik. Ook niet toen ik het een flinke opdonder verkocht. Vervolgens draaide ik tegen beter weten in de warmwaterkraan een paar keer open en dicht. Aanvaarding is niet mijn sterkste kant, als mijn fiets weer gejat is, blijf ik ook altijd minstens een kwartier op de plaats van de misdaad ronddrentelen, in de ijdele hoop dat het ontvreemde rijtuig als bij toverslag opnieuw opduikt. Maar gestolen fietsen komen niet op eigen kracht terug, net zomin als kapotte boilers vanzelf aanslaan.

Wat nu ? “In zo’n geval roep ik Tony”, zei een collega monter. Ha, de geneugten van het nucleair gezin. Met zo’n papa die vol zelfvertrouwen zijn mouwen opstroopt : “We zullen dat varkentje eens eventjes wassen.” Zodat je weet : “Dat zit wel snor, binnen een half uur sta ik onder de warme straal mijn haar te wassen.” Ik kom zelf uit zo’n gezin. Met een vader die zijn handen naar alles staan. En volgens de overlevering kon opa zowat elk mankement aan een auto met een paar nylonkousen verhelpen. Als die straffe verhalen kloppen, is mijn grootmoeder zo goed als altijd met blote benen ter bestemming gekomen, want auto’s wilden het wel eens vaker laten afweten in de jaren vijftig. Nu zijn zelfs de raampjes computergestuurd en tegen onwillige elektronica kun je met een paar nylons niet veel beginnen.

En de mannen zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Neem nu Yves Leterme. Begaf zich onlangs in het gezelschap van Kathleen Van Brempt naar Technopolis om er het gelijkekansenbeleid te promoten. Met de hulp van een paar handige meisjes van de Techniekclub moesten de excellenties een theelichtjeshouder en een verjaardagskalender in elkaar prutsen, waarbij bleek dat ze allebei over twee linkerhanden beschikten. Alleen had Leterme meer praat. Verwees in zijn speech naar de mannelijke superioriteit, omdat hij er ocharm min of meer in geslaagd was om op de windroos het noorden aan te duiden…

Ach, je kunt het ze niet kwalijk nemen, die onhandige mannen. De meesten zijn met de Playmobil in plaats van met de gereedschapskist van hun vader opgegroeid. En ze moeten al zoveel tegenwoordig : luiers verversen, salsa dansen en hun emoties tonen. Je moet nu ook weer niet te veel van ze eisen. De meeste vrouwen zijn al blij met een beetje goede wil. Maar zo’n kerel die zich bij elk technisch mankement met troglodietische horkerigheid achter zijn krant verbergt, nee, daar kunnen we niets mee beginnen. Die moet beslist bij de meisjes van de Techniekclub in de leer.

Met die boiler is het overigens nooit meer goed gekomen. Maar ik kreeg eigenhandig de open haard in vuur en vlam, zonder dat de brandweer moest uitrukken, en plenty invitaties om bij vrienden in bad te gaan. Zo werd Pasen toch nog een beetje zalig.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content