Ook in de Himalaya woedt de WK-koorts. Voor welk team ik supporter, wil mijn Nepalese sponsorzoon Ramesh mailsgewijs weten. Argentinië of Brazilië, naargelang van de score wil zijn eigen voorkeur wel eens variëren. Ik ben opgetogen : eindelijk iets concreets waarover we van gedachten kunnen wisselen. Met iedere andere adolescent zou het muziek zijn, daar kom ik aardig mee weg, maar met een doofstomme jongen ligt dat moeilijk. Voetbal dus, waarvan ik evenveel verstand heb als van kantklossen. Maar een favoriet team, dat heb ik wel. “Costa Rica !”, mail ik triomfantelijk. Die jongens ken ik namelijk persoonlijk. Nu ja, persoonlijk. Toen ik twee jaar geleden beroepshalve in Suriname verbleef, was in hetzelfde hotel het Costa Ricaanse elftal te gast. Een feest voor het oog, zo’n roedel atletische café con leches in het zwembad ; mijn lippen waren blauw en mijn vel gerimpeld als een winterappel toen bezorgde collega’s mij uit het water trokken.

Helaas, op het WK hebben los niños er niet veel van gebakken. In de openingsmatch meteen tegen de Mannschaft moeten aantreden, ga er maar aan staan. En ook in de derby tegen Ecuador wilde het niet echt lukken. Spits Paolo Wanchope deed wat hij kon, watertrappen ging hem toch duidelijk beter af. Maar ook nu mijn favorieten zo goed als uitgerangeerd zijn, valt er op het WK nog lol te beleven, zij het eerder op esthetisch vlak. Waar is de tijd dat El Sympathico opzien baarde met zijn blonde permanent ? En Ludo Coeck het etiket charmevoetballer kreeg opgeplakt wegens zijn coupe soleil cum nekmatje ? Regelrechte bosberen waren het, in vergelijking met de soccer peacocks die nu over de grasmat dribbelen. Af en toe zie je ze een lang haar uit hun mondhoek vegen, de trendy knapen van Brazilië en Argentinië. Hinderlijk voor de concentratie ? Wellicht, maar als er negentig minuten lang televisie- camera’s op je gericht staan, kun je maar beter een beetje leuk voor de dag komen. ’s Werelds wonderkind op spikes Ronaldinho doet het wel eens met een haarband, zo kun je meteen zijn diamanten oorringen in de vorm van zijn rugnummer bewonderen. En wat jammer toch dat Djibril Cissé, de 24-jarige aanvaller van Frankrijk, er wegens een beenbreuk niet bij kan zijn. De mokkakleurige verft immers niet alleen hoofdhaar, maar ook stoppelbaard en snor platinablond, als een kinky uncle Tom in een black and white minstrel show. Bovendien mag Cissé na de wedstrijd graag zijn truitje uittrekken, waarbij hij de getatoeëerde engelenvleugels op zijn viriele rug showt.

Maar daarom niet getreurd, er komt nog meer moois voor doel. Danijel Ljuboja van Servië-Montenegro met zijn skunkkapsel, en Angola’s verdediger Loco bijvoorbeeld, twee parmantige vlechtjes midvoor op een voor de rest kale schedel. En hebt u de Japanse line-up gezien ? Modieus piekhaar, acajou spoelingen, het lijkt verdorie wel een coiffeurscongres. “Voetballers zijn de nieuwe stijliconen”, poneerde Giorgio Armani onlangs, en engageerde de appetijtelijke middenvelder met de onappetijtelijke naam Kaká voor zijn nieuwe Emporiocampagne. In Milaan liep Hide Nakata, the Asian Beckham, over Armani’s catwalk.

Maar hoe zit het met de échte Beckham, de man met wie het allemaal begon : de hanenkam, de pseudo-Mohawk, de Bo Derek- vlechtjes ? “No energy, he play tired”, luidt het verdict uit Nepal. “Not enough gel”, antwoord ik. In voetballersmiddens betekent dat zoveel als : afgeschreven.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content