Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Lianne Goossens en Willy Fassart ontdekten een schat: een slapend merk, Jansen & Tilanus.

Misschien ben ik saai, maar ik zie een man nog het liefst in een klassieke onderbroek of boxer. De liefde van mijn leven in een tijgertanga, ik huiver bij de gedachte. Lianne Goossens, marketing Iduna, is het met mij eens. “In Nederland is grappig ondergoed erg populair. Een man in een olifantenshort, een slurf vooraan en twee dumbo-oren opzij, zie je ’t voor je?”

Iduna is een internationale reus in de ondergoedsector, hoofdhuis van gekende merken als de vrouwenlingerie Rebelle en Pastunette (ja, het komt echt van de slogan: past u net) en de badgoedlijnen Nickey Nobel en Catamar. Twee jaar geleden kochten ze de firma Koala, een van de oudste Nederlandse tricotfabrikanten. Willy Fassart, afgevaardigd bestuurder Iduna: “Binnen het aanbod van Koala vonden we een aantal collecties. Er zat weinig structuur in het merkenbeleid, er moest gesnoeid en gestroomlijnd worden, maar Jansen & Tilanus had mogelijkheden. We vonden meteen dat het marketing-technisch gezien een A-label kon worden. Het is op zich al een prachtige naam met een mooi logo, en uit onderzoek bleek dat het geen slecht imago had. Men bekeek het eerder positief, als een ondergoedlijn voor heren: kwalitatief hoogstaand, traditionele vormgeving.”

Wicker Jansen en Arnold Tilanus combineerden hun vaardigheden als breier en textielexpert in 1869. Ze produceerden herenondergoed in de 1×1-rib, in jersey of wol, van het degelijke warme soort waarmee je de Himalaya kon beklimmen, op zijn minst goed voor een lange fietstocht door de Nederlandse velden. “De oorspronkelijke kwaliteit en afwerking hebben we behouden”, zegt Lianne. “Maar qua stijl hebben we weinig van de oude modellen bewaard. We hebben er onmiddellijk een styliste opgezet om het allemaal wat moderner en actueler te maken. Lange onderbroeken en superzware singlets liggen niet echt nog goed in de markt.”

Jansen & Tilanus werd een strakke collectie van basisartikelen: een T-shirt met knoopjes, een singlet, een boxer met knoopjes, de klassieke slip, de sportstring. Wit, zwart, grijs. “Zonder franjes”, zegt Lianne. “Simpel en sober, met modieuze details. Voor de modebewuste man die kwaliteit zoekt en niet helemaal voorop wil lopen wat trends betreft.”

Iduna heeft zich tot nu toe alleen aan vrouwenondergoed gewaagd maar verwacht veel van de mannenmarkt. Hoewel de Belgische heer net als zijn Europese vrienden bijzonder laag scoort in het investeren in ondergoed. Het gemiddelde ligt op minder dan twee slips per jaar. Bovendien koopt hij ze meestal niet eens zelf, maar laat hij ze door zijn vrouw meebrengen. “Tja, wat zegt een gemiddelde?”, vraagt Willy Fassart zich af. “Het is duidelijk dat het een markt met groeipotentieel is. Mannen worden steeds mode- en lichaamsbewuster, kopen steeds vaker hun eigen ondergoed en geven er ook meer geld aan uit. Elke designer komt uit met een ondergoedlijn, dat zou toch al een aanduiding moeten zijn.” Lianne: “Enkele jaren geleden was je een tikje verdacht als je als man veel belang hechtte aan je ondergoed. Nu is het gewoon een basisartikel en een mode-item geworden. Een man vindt het nu zelf belangrijk om mooi ondergoed te hebben. We zijn helemaal aan het weggroeien van die oude mentaliteit van drie-voor-een-tientje-op-de-markt. Voorlopig ligt Jansen & Tilanus in de speciaalzaak, later zou het ook in herenboetieks moeten komen.”

De Jansen & Tilanus-man leunt op zijn badkuip met pootjes in zijn retrobadkamer en kijkt peinzend. Waarschijnlijk vraagt hij zich af of die olifantenboxer nu wel zo’n goed idee is voor vanavond.

Lene Kemps

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content