Olivier Theyskens De kleine prins
In Modeland geniet de Belg Olivier Theyskens het predikaat van wonderkind wegens 26 lentes jong en onschatbaar veel talent. Een gesprek met de bejubelde opvolger van Marcel Rochas, dat andere eeuwig jonge genie uit een ver verleden.
Met zijn frêle gestalte en doordringende blik heeft hij veel weg van een wereldvreemd figuurtje uit een verhaal van Antoine deSaint-Exupéry. We hebben afgesproken in een rustige brasserie, ergens in het derde arrondissement van Parijs. Twee uur en vijf koffie later zal hij opstaan en zelf de rekening betalen. Terwijl zijn persattaché en ik rustig voortkeuvelen. De voor Belgen zo typerende afwezigheid van kapsones siert ook hem. Ofschoon zijn ster hoog aan het firmament boven de modewereld staat. Niet zonder reden. Na het overlijden van Marcel Rochas in 1955 was Rochas de schone slaapster. Alleen de kus van Theyskens kon haar weer tot leven brengen.
Blikvangers in deze zomercollectie zijn zonder twijfel de korsetten. Marcel Rochas is de vader van de guêpière. Zweer je eeuwige trouw aan de geest van Rochas ?
Olivier Theyskens : Tot op zekere hoogte wel. Maar deze collectie heeft ook iets persoonlijks. Want ook al is mijn werk voor Rochas niet voor honderd procent mijn stijl, toch probeer ik in de geest van Rochas ontwerpen te maken die mij raken. Vandaar dat ik me heb laten inspireren door vrouwelijke artiesten. Zoals Louise Bourgeois. Of Aloïse. Zij was niet echt een artieste, maar een schizofrene die tijdens haar internering in de psychiatrie verlichting vond in het tekenen.
Het is een zeer fragiele vrouwelijkheid
Heel onwezenlijk ook. Het resulteert in iets wat gemaakt lijkt te zijn door een vrouw, voor een vrouw. Het is iets heel intiems, vandaar dat ik erg gewerkt heb aan het binnenwerk van de kleding. De collectie is visueel en tegelijkertijd ook heel klassiek. Het raffinement zit vaak aan de binnenkant.
Heb je al veel tijd doorgebracht in de archieven ?
Intuïtief had ik al een heel precies beeld van wat Rochas zou kunnen zijn. Twee à drie documenten hebben me in die stelling bevestigd. En ik baseerde me op een klein boekje van de hand van Marcel Rochas. Maar verder heb ik mijn onderzoek bewust uitgesteld. Omdat ik me niet te zeer wou laten beïnvloeden. Vandaag besef ik dat andere apriori’s en idee-en in mijn hoofd dan weer niet kloppen. Zo zitten er geen pantalons in de eerste twee collecties, omdat Rochas in mijn ogen stopte in 1955, toen vrouwen nog geen broeken droegen. Terwijl de geschiedenis Marcel Rochas beschouwt als de ontwerper die vrouwen de broek gaf. Ik heb dat toevallig vernomen tijdens een ontmoeting met een museumconservator in New York. Het was een verrassende ontdekking. Kortom, mijn idee stemt overeen met een bepaalde fase en niet met het geheel. Marcel Rochas is begonnen in 1925, op zeer jonge leeftijd. Hij was 22 jaar toen hij zijn eerste collectie voorstelde. Zijn werk werd geassocieerd met jeugd, met reizen, art deco en dynamisch kubisme. In de jaren veertig werd hij veel klassieker, meer haute couture. Voor de oorlog was hij al bezig met concepten die in 1947 aan de grondslag lagen van de new look. Eigenlijk was hij een avant-gardist.
Hij is net als jij op erg jonge leeftijd doorgebroken.
Ja, maar hij leefde in een andere wereld.
Was het toen evidenter om op jonge leeftijd een collectie te presenteren ?
Neen, niet echt. In die tijd werd het ook beschouwd als iets zeer uitzonderlijks.
Is jeugd een voordeel ?
Je leert sneller. Veel zaken had ik echter niet gekend, had ik het normale parcours doorgelopen, van vijf jaar studie en twee à drie jaar stage. Ik heb alles heel snel en intensief geleerd. Als kind droomde ik hier al van. Ik heb nooit vragen gesteld, er is nooit iets anders dan dit werk in mijn hoofd geweest.
Op dit moment is er een explosie aan jong talent. Zac Posen, Prouenza Schouler… Je wordt vaak in één adem met hen genoemd.
Het verrast me, die associatie. Ondanks dezelfde leeftijd, heb ik toch het gevoel dat ik oud ben in vergelijking met hen. Ik ben al veel langer bezig. Anderzijds is het wel flatterend. Maar het moet nu wel eens gedaan zijn. Ik wil over vier jaar niet nog eens deel uitmaken van “de nieuwe generatie”. Het is ook allemaal heel subjectief, dergelijke associaties. Andere magazines vergelijken me dan weer met McQueen en Viktor & Rolf.
Maar ergens zie ik toch een verband. Jullie behoren tot een generatie die erg gedreven wordt door esthetiek.
Van kindsbeen af voelde ik me aangesproken door la splendide. Mode à la Yves Saint Laurent. Mijn esthetiek is daarop gebaseerd. Ook op die van mijn moeder, die zeer française is. Zij onderrichtte mij in le goût. Maar tijdens mijn adolescentie werd het me ook duidelijk dat de intellectuele mode van de Japanners of Antwerpen niet per definitie lelijk is, dan wel interessant. Dat het iets bijbracht aan mijn studie. Zij hebben me geleerd dat je als ontwerper een zekere logica kunt opbouwen. En gaandeweg ben ik dat ook zelf beginnen toe te passen. Anderzijds is de studie van pure esthetiek me blijven boeien en het is dat wat ik voor Rochas doe. Als ik voor Rochas werk, stel ik niet te veel vragen. Misschien dat het anders zou zijn voor mijn eigen collectie. Ik weet alleen, dat ik vandaag dit type mode breng als compensatie voor het huidige tekort aan schoonheid. Als een reactie op het vulgaire en het agressieve. Mode die van vrouwen hoeren maakt, daar heb ik echt genoeg van. En sommigen kunnen mijn werk nu als madame afdoen, maar ik vind dat er echt behoefte is aan smaak. Als de vraag van Rochas niet was gekomen, had ik het misschien voor mezelf gedaan. Of misschien pas als iemand anders de eerste stap had gezet, ik weet het niet. Ik heb altijd geprobeerd integer te blijven, trouw aan mijn eigenheid. Tegelijkertijd is wat ik nu doe helemaal in de geest van Rochas. Vandaar dat ik ook niet voor eender welk merk zou kunnen werken. Het moet uit het hart komen.
Heeft het ook iets te maken met het Frans bloed dat door je aderen stroomt ? De meest gelauwerde renaissances zijn ongetwijfeld die van Balenciaga en Rochas. En wie staat er aan het hoofd ? De jonge Fransman Nicolas Ghesquière en de Franse Belg Olivier Theyskens.
Er is inderdaad een culturele notie die niet te ontkennen valt. Parijs heeft me altijd na aan het hart gelegen door mijn familie. Het is amusant en anderzijds moeilijk te beschrijven, maar mode parisienne is vooral een kwestie van filosofie. Het gaat niet over wat actueel interessant is, maar het gaat tot de fond, tot de vezel. Men kan een approche parisienne hebben en tegelijkertijd heel eigentijds zijn. Wat Nicolas Ghesquière doet, beantwoordt ook aan die benadering.
Verklaart dat ook waarom van alle Belgische ontwerpers enkel jij en Jose Ona Selfa voor buitenlandse luxelabels werken ? Allebei uit Brussel, jij met Franse roots bij Rochas en hij met zijn Spaanse roots bij Loewe.
Het zullen wel omstandigheden zijn, maar in mijn ogen past Jose inderdaad perfect in de benadering van Loewe. Waarschijnlijk ook door zijn roots. En wat mezelf betreft. Rochas ging volledig akkoord met mijn voorstel. Zonder bijkomende tests. Anders was ik er niet aan begonnen. Ik denk dat modehuizen wel goed weten met wie ze contacten leggen.
Hoe luidde de opdracht van Rochas ? Creëer een modehuis of poets het imago op zodat we meer parfums kunnen verkopen ?
Parfums en accessoires vertegenwoordigen een belangrijke markt, zonder twijfel. Niet het minst bij Rochas , dat na de dood van de oprichter werd opgekocht door Wella. Maar mode generaliseert een zeker dynamisme. Het geeft inspiratie en sterkte aan een merk. Daar zijn alle specialisten het over eens. Ik ben ervan overtuigd dat Rochas opnieuw een sterke positie in de mode kan nemen.
Mode is dus geen schaamlapje om de parfums een push te geven ?
Neen, de mode groeit dankzij zichzelf. Ze staat niet alleen ten dienste van de parfums. Het ene wint bij het andere.
Als artistiek directeur zul je ook betrokken worden bij de creaties van parfums. Heb je er affiniteit mee ?
Ik heb altijd gehouden van parfums. Het is een prachtige wereld die bestaat uit uiteenlopende universums. Net als in de mode streeft men naar stabiliteit en naar vernieuwing, maar dan wel in het tijdloze en het eeuwige. Terwijl mode heel vluchtig is. Ik ben niet zo onderlegd in geuren en wil me er ook niet te veel in verdiepen. Ik laat me liever leiden door mijn intuïtie. Je moet ook niet de chef-kok spelen alvorens gastronoom te zijn. Ik heb respect voor de vakkennis van anderen. Het is net als in de mode, waar toegewijde modellisten ook respect verdienen. Op die manier verloopt het werk in harmonie. Het heeft ook iets magisch, de creatie van een parfum. En bij Rochas gebeurt het nog volgens de regels van de kunst.
Bestaan er plannen in de richting van de haute couture ?
Ik heb een wat ambigue houding ten opzichte van de haute couture. Ergens wil ik wel, maar niet elke zes maanden. Het systeem klopt niet. Haute couture zou meer kunst moeten zijn. In de prêt-à-portercollectie kunnen ook jurken waar maanden aan geborduurd is. Alleen hoeft een ontwerper bij haute couture zich niet af te vragen of het wel gaat verkopen. Hij kan zeer ver gaan, al zijn fantasieën uitleven. Maar ik weet niet of dat mijn droom is. Ik maak liever iets constructiefs, iets wat deel uitmaakt van het huis Rochas. Pas op, haute couture kan constructief zijn voor het imago. Ach, je kunt er uren over discussiëren. Anderzijds speelt ook mijn persoonlijkheid. Ik zal nooit iets tekenen onder de noemer haute couture voor ik echt zeker ben van mezelf. En zolang me niets wordt geweigerd, zolang ik mijn ideeën volledig kan uitwerken…
Je freakt uit, maar het blijft wel altijd draagbaar.
Ja, omdat schoonheid mijn uitgangspunt is. Als je te ver gaat in extremen… Ik blijf liever binnen de grenzen van respect. Hoewel ik helemaal niet zo begonnen ben. Mijn eerste collecties waren erg radicaal. Ik ben me ervan bewust dat het een persoonlijke evolutie is. Vandaag zit ik in een fase dat ik iets integers wil maken.
Heb je nog tijd om te creëren ? Wordt je tijd niet helemaal opgeslokt door de zakelijke aspecten van de job ?
Als ik ergens tijd voor nodig heb, is het veeleer voor reflectie. Het ontwerpen zelf gaat snel. Al heb ik deze zomercollectie wel twee keer getekend. Maar dan nog had ik de tijd om alles te herbekijken, veranderingen aan te brengen. Deze creaties waren erg bewerkt, maar de volgende collectie heb ik in één dag getekend. Het hangt er echt van af. Ik tekende al als kind. Altijd. In het begin waren het niet echt modeschetsen, veeleer tekeningen waarin heel geraffineerde jurken opdoken.
Hoe verklaar je die drang om te tekenen ? Met een vader als ingenieur kom je niet echt uit een artistiek milieu.
Neen, maar ik ben wel altijd omringd door gevoelige ouders die belang hechtten aan goede smaak, een openheid van geest. Ze hebben me altijd vrij gelaten. Nu kleed ik me heel sober, maar als kind heb ik echt geëxperimenteerd. Als een kind de eerste jaren van zijn leven in een keurslijf wordt gestopt, rebelleert het tijdens de adolescentie. Bij mij was het net tegenovergestelde. Ik had het allemaal al gedaan.
En hoe reageert je familie nu op je succes ? Dragen ze jouw creaties ?
Helemaal niet. Ze komen graag naar het defilé, maar verder trekken ze zich er niets van aan. Mijn ouders zullen wel trots zijn, maar dat zijn ze op al hun kinderen. Iedereen vindt het wel leuk, maar verder blijven ze zichzelf. Als ze allemaal gekleed zouden zijn in Rochas, dat zou vreemd zijn. In mijn familie wordt er heel weinig belang gehecht aan kleding. A la limite, je m’en fou aussi. Nu ik bij Rochas werk, besteed ik er een beetje meer aandacht aan. Vroeger droeg ik vaak versleten kleren. Omdat ik niet graag shop. Soms ga ik wel eens winkelen in Brussel, omdat ik daar iedereen ken.
Twee jaar geleden ruilde je Brussel voor Parijs. Voel je je hier thuis ?
Als ik in Brussel ben, wil ik er na twee dagen al weer weg. Alles is te klein. Het enige wat ik mis, is de menselijkheid, l’art-de-vivre. In Parijs is iedereen altijd zo gejaagd. Er zijn nog andere aspecten hier die me niet aanstaan. Het is erg om te zeggen, maar Parijs zou veel beter kunnen. Bijvoorbeeld op het niveau van hygiëne. Er leeft hier een zeker laisser aller. De meeste Fransen reizen ook te weinig, beperken zich tot hun eigen kleine wereld.
Er heerst ook wel een echte hokjesmentaliteit. In de tijd van Marcel Rochas maakte mode nog deel uit van een culturele stroming. Heb jij veel contact met andere kunstenaars ?
Neen, niet echt. Maar het is wel grappig dat je dat zegt omdat Marcel Rochas in 1950 als een van de eersten een boek uitbracht over de link tussen mode en kunst. Van 1925 tot 1950 beschreef hij telkens een periode van vijf jaar, waarin hij alles met elkaar verbond : mode, kunst, de tijdgeest. Dat zou ik niet kunnen. Ik mis de culturele bagage. Ik ben niet voldoende op de hoogte van wat er gebeurt. Ik bekijk alles wel, maar sla het niet op. Ik laat me leiden door zaken die me raken, maar heb niet de ambitie om alles te kennen.
Je gaat dus niet op zoek naar kruisbestuiving.
Neen, ik put meer uit mezelf en het leven rondom mij. Alles beïnvloedt alles. Zoals een bezoek aan New York, enkele jaren geleden. Waardoor ik een immense kooi met kanaries op de catwalk had gezet. Als symbool voor het leven van een stad waar mensen alle richtingen uitgaan. Ik was trouwens naar New York getrokken uit behoefte om de geur van warm asfalt te ruiken.
Je laat je dus vooral inspireren door ervaringen. Vaak maakt een bepaalde gebeurtenis iets los in mij. Mijn hersenen werken continu op volle toeren. Als ik me tijdens een afspraak verveel, begin ik eender wat te tekenen. Ik verveel me snel. Om wakker te blijven, moet ik constant in beweging blijven. Ik heb een permanente behoefte aan emoties, aan mooie dingen, aan meningen… Ik reis daarom voortdurend. Op het randje van de verslaving. Noem me maar een traveloholic. Ik kan niet langer dan drie weken op dezelfde plaats blijven. Meestal reis ik binnen Europa : Berlijn, Barcelona… Reizen is een deel van mijn leven geworden. Ik leef in transit. Het is ook een manier van werken. Als ik me ergens goed voel, kan ik overal werken. De collectie voor volgend seizoen heb ik in het appartement van een vriend getekend omdat er bij mij verbouwingswerken aan de gang zijn. Op een avond, zonder muziek of wat dan ook, terwijl hij naar de televisie keek.
Heb je geen angst om op je dertigste uitgeblust te zijn ?
Er zijn genoeg ontwerpers die heel jong begonnen en nu nog bezig zijn. Soms nemen ze wel enkele jaren adempauze en dan zijn ze er weer. Het is een golfbeweging. Ik heb me altijd laten leiden door het moment. Zo heb ik ook zonder veel nadenken mijn studies afgebroken en mijn eerste collectie voorgesteld. Ik heb altijd veel vertrouwen gehad. Was sereen in mijn keuzen.
Ook toen je een tijdje op non-actief stond wegens problemen met je zakenpartner ? De kans is dan reëel dat je snel vergeten wordt en in de geschiedenis belandt als een eendagsvlieg.
Neen, die gedachten gingen helemaal niet door mijn hoofd. Misschien ook omdat alles zo gemakkelijk is gegaan. Vanaf mijn eerste collectie kreeg ik erkenning. Ook al moest ik hard werken om aan de vraag te beantwoorden, toch liep alles vlot en probleemloos. Het enige waar ik minder in vertrouw is mijn capaciteit tot creëren. Misschien droogt mijn inspiratiebron ooit wel op. Anderzijds teken ik al sinds mijn kindertijd, zonder onderbreking. Ik kan me ook aanpassen. Misschien verdwijnt mijn enthousiasme ooit. Ach, ik zie het wel.
Je ligt niet snel wakker van iets ?
Neen, maar als ik ergens aan bezig ben, blijf ik wel uiterst geconcentreerd en hou ik me aan de planning. Het zal wel met mijn astrologisch teken te maken hebben, ik ben Steenbok.
Ik heb ook veel vertrouwen in de mensen die met me werken. Toen ik één jaar geleden bij Rochas begon, waren we slechts met zijn tweeën. Nu werk ik met een team van 24 mensen.
Je noemt mode steevast werk en hecht veel belang aan draagbaarheid. Vanwaar die realistische houding ?
Vanuit een bekommerdheid om vrouwen. Schoonheid en esthetiek impliceren ook een humane houding ten opzichte van vrouwen.
Misschien ook omdat je generatie niet gespaard is gebleven van economische recessie ?
Ik weet niet. We hebben in ieder geval geen opvoeding gekregen op het niveau van smaak. We zijn een generatie waarvan de ouders de sixties en de seventies hebben meegemaakt. Maar zelf hebben we geen eigen codes opgebouwd. We hebben alleen een passionele binding met een verhaal uit het verleden. Als je dat vergelijkt met de jonge meisjes van vandaag. Ze volgen de mode op de voet. Hun vader heeft hun nooit gezegd hoe ze zich aan tafel moesten gedragen, of ze paarse schoenen konden dragen onder een groene jurk. We werken voor een generatie die openstaat voor analyse, smaken. Ze maken hun keuzen intuïtief. Ik wacht vol ongeduld tot de tienjarige meisjes jonge vrouwen worden. Ze hebben nu al geëxperimenteerd met alle mogelijke kleuren haarverf, ze zijn op de hoogte van alle nieuwigheden, ze dansen zoals hun filmsterren. Ze maken een erg doorgedreven esthetische analyse, zelfs al is het slechte smaak. Ze hebben nu al een zeer individuele benadering van esthetiek. Ik vind dat fascinerend. Want eerlijk gezegd, mijn generatie stond helemaal niet zo ver. De discussie ging niet verder dan “draag ik een bruine of blauwe pull ?”. We waren niet geïnspireerd, behalve misschien door Madonna en Michael Jackson, maar dat ging dan ook niet over het echte leven.
De modebusiness houdt ook almaar meer rekening met die jonge, kapitaalkrachtige groep.
Maar ik vraag me af of de jonge meisjes nog met grote ogen naar defilés kijken, zoals ik dat deed in mijn kindertijd. Uiteindelijk zien ze daar alleen maar klonen van Shakira en Britney. Dat is een realiteit waar ik niet aan wil toegeven. Ik hoop dat ze via Rochas een goede smaak assimileren. Wat Shakira of Britney dragen, is echt vreselijk angstaanjagend. Lelijk ! Ik wil ze iets moois laten zien. Maar het kan natuurlijk ook dat ik me vergis.
Ze beloven in ieder geval de meest veeleisende consumenten te worden, eens ze de adolescentie hebben bereikt.
Ik durf er niet aan te denken. Het wordt een verschrikking. Ik kan er soms wel om lachen, maar anderzijds verbazen ze me. Ze kennen de lengte van olifantenpijpen in centimeters. En ze consumeren meer dan welke groep ook. Vandaar dat sommige modehuizen ook op hen inspelen.
Als Versace voor haar campagne Christina Aguilera kiest, is dat dan om de verjonging van het huis te vrijwaren ? Omdat de kinderen van vandaag de klanten van morgen zijn ?
Dat is goed mogelijk. Het is de vulgariteit ten top. Ik kan alleen maar hopen dat ze Christina Aguilera vreselijk vinden, eens ze de adolescentie bereikt hebben ( lacht). Ik wacht gewoon geduldig af tot ze hun puberteitscrisis bereiken. Eigenlijk komt het er vooral op aan hen op dit moment vooral niet te benaderen. ( grijnst) Neen serieus, ik denk toch niet dat die hele celebrity marketing de economische impact heeft die iedereen ervan verwacht.
Anderzijds bepalen de sterren de trends, en niet de ontwerpers.
De mode is niet meer zo populair, dat klopt. Maar misschien is dat ook haar enige kans op vrijwaring. Mode mag niet te veel in de mode zijn. Op een bepaald moment liepen alle vrouwen rond met dezelfde handtas. Dat brengt de mode in diskrediet.
Jij hebt anders wel je internationale doorbraak aan Madonna te danken. Toen zijn in 1998 op de Oscaruitreiking verscheen, wist de hele wereld plots wie Olivier Theyskens was. Heb je haar ook persoonlijk ontmoet ?
Ja, maar dat behoort voor mij echt tot een ander tijdperk. Ik heb er nooit van wakker gelegen. Een vriend die bij mij op bezoek was en al zappend het bewuste beeld zag, maakte me erop attent. Anders had ik het misschien nooit gezien. Het deed me niet zoveel. Vreemd, maar ergens had ik het ook wel verwacht. Het maakt gewoon deel uit van de dingen. De galajurken voor deze zomer heb ik ook niet gemaakt om filmsterren aan te kleden.
Maar ze zijn toch onvervalst rodelopermateriaal ?
Daar ben ik nog niet zo zeker van. Ze stralen niet de wens uit om er sexy uit te zien. Er speelt trouwens geen enkele filmster in mijn hoofd. De jurken positioneren zich binnen de logica van de collectie. En bovendien zijn ze goed verkocht, omdat ze minder duur zijn dan een haute-couturejurk. Verder heb ik mijn reservaties ten opzichte van de sterren van vandaag. Ik zie er nog maar weinig die zich goed kleden. Die vintage uit Los Angeles komt me de strot uit. Ik ga geen namen noemen. Ze kunnen ook snel veranderen. Nu spreekt iedereen weer over CateBlanchett en Nicole Kidman. In Amerika worden er permanent programma’s gemaakt over wat de sterren dragen. Mij interesseert het totaal niet dat prinses Mathilde gekleed gaat in Nathan. Zolang ze er maar stralend uitziet.
Het zal je dan verheugen dat de sterren alweer lichtjes op retour zijn. De supermodellen dreigen opnieuw hun plaats in te nemen.
Ach, ook dat is al even aan de gang. Het zijn niet echt opwindende tijden. Ik ben opgewonden over mijn ervaringen bij Rochas, maar verder raak ik vlug verveeld. Al die vulgariteit staat me niet aan.
Trendwatchers voorspellen een periode van bezinning met een terugkeer naar elegantie en oude luxe.
Het is in ieder geval opvallend hoeveel mensen me na afloop van het defilé backstage vertelden dat ze opgelucht waren. Dat de modellen nu eens niet gebukt liepen onder de accessoires. Dat het eindelijk nog eens om de kleren ging. De verkoopcijfers liegen er ook niet om. Dat we ook op het economische plan zo snel een hoge vlucht hebben gemaakt, verrast me wel. Blijkbaar zit iedereen te wachten op de terugkeer naar mooie mode. Loop eens door de warenhuizen en kijk wat er aan vrouwen wordt voorgesteld. Je sterft gewoon. Het is een aanslag op de kwaliteit. Slechte coupe. Ik denk dat de Belgische mode daarin altijd een voorbeeldfunctie heeft gespeeld. Wegens onze grote zorg voor kwaliteit en vakkundigheid. Niet voor niets dat de kledingrekken van Ann Demeulemeester en Martin Margiela in New York zo snel uitgeput zijn. Er schuilt een zekere generositeit achter. Een zekere zin om iets moois te maken.
Vandaar ook je nostalgie ?
Het is geen nostalgie, wel een benadering, een filosofie. Het is het zoeken naar zaken die tijdloos zijn en ze aanpassen aan het leven van vandaag. We beschikken vandaag over geavanceerder technieken en materialen dan toen. Het ontwerperschap is vandaag interessanter dan toen. Het is waar dat sommige zaken niet meer te betalen zijn wegens te arbeidsintensief, maar anderzijds is het schandalig hoe mensen toen werden uitgebuit. En toch is het binnenwerk van een jurk vandaag mooier afgewerkt dan vroeger. Dat heeft me echt verbaasd tijdens een bezoek aan de archieven van het Modemuseum in Parijs. Bovendien was de mode van de jaren vijftig genadeloos voor het straatbeeld. De creaties van grote modehuizen werden door kleine naaisters gekopieerd, maar niet iedereen was Grace van Monaco.
Dat gebeurt nu ook nog, maar dan door de Zara’s en H&M.
Dat is het mooie aan deze collectie. Ze is gewoon niet na te maken in massaproductie, omdat er veel te veel handwerk en fijne kant in zit. Rochas produceert alles nog in Parijs. Vandaar ook het hoge prijskaartje. Maar het is ook een sociale kwestie. Als een T-shirt hier vier euro kost, wordt aan de andere kant van de wereld iemand uitgebuit. n
Tekst Pascale Baelden I Foto’s defilé Reporters I Schetsen Rochas
“Ik heb een permanente behoefte aan emoties, aan mooie dingen, aan meningen. Ik reis daarom voortdurend. Op het randje van de verslaving. Noem me maar een ’traveloholic’.”
“Mode die van vrouwen hoeren maakt, daar heb ik echt genoeg van.”
“In mijn familie wordt er heel weinig belang gehecht aan kleding. A la limite, je m’en fou aussi.””Ik zal nooit iets tekenen onder de noemer haute couture voor ik echt zeker ben van mezelf.””In Amerika worden er permanent programma’s gemaakt over wat de sterren dragen. Mij interesseert het totaal niet dat prinses Mathilde gekleed gaat in Nathan. Zolang ze er maar stralend uitziet.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier