Varen met de Noorse ‘Hurtigruten’ van Bergen naar Kirkenes, is haasje-over springen tussen havens. Al brengt de postboot dan geen brieven meer, hij is wel de levenslijn voor veel dorpen op de route. En voor passagiers een manier om langzaam te genieten van het landschap en het licht in het hoge Noorden.

Als ik echt alle havens wil zien die de Trollfjord aandoet, zal ik maar weinig slapen, constateer ik de eerste nacht na de afvaart uit Bergen. Het schip legt twee keer aan in het holst van de nacht en ik hoor de laaddeur opengaan en het gerommel van het verkeer op de kade. De volgende nachten zullen de oordopjes klaarliggen naast mijn bed, zeker weten. Als ik mijn ogen opentrek, zo rond zeven uur ’s ochtends, zijn we in Torvik, een van die plekken waar we aanmeren om zakelijke redenen, niet voor het plezier van de passagier.

Sommige aanlegplaatsen, zoals Ã…lesund, doen we op een drafje. Dat is eigenlijk zonde. In de drie kwartier dat de Trollfjord in dit art-nouveaustadje aanlegt, heb ik net de tijd om snel de QE 2 te groeten, het cruiseschip met traditie van de Cunard-rederij, dat aan de andere kant van de haven ligt. Vanavond komen we hier terug voor een uurtje en dan is er tijd voor het juwelenkistje van dit stadje : het Jugendstilmuseum, dat ondergebracht werd in de oude apotheek.

Negen uur doen we over de vaart door de honderd kilometer lange Geirangerfjord. Fjorden zijn voor Noorwegen wat kasseiwegen waren voor België. Gletsjers hebben op hun weg naar zee diepe dalen uitgegraven, de zee nam de plaats van het land. Een uniek berglandschap met eenzame hoeves hoog tegen de flanken, watervallen die als fijne bruidssluier over de bergwanden meanderen. Een overweldigende natuurervaring, die je best over je laat komen, ergens op een zonnige plek op het achterdek, met een deken over de knieën, want zeventien graden is niet echt warm genoeg om stil te blijven zitten. Het licht is helder en fel, je hoort alleen de motoren van het schip en het geroezemoes van de medepassagiers. Varen is soms een heel meditatieve ervaring.

Op beide oevers ligt hier en daar een dorp waar ze meubelen maken of motoren. En Stranda, een gemeente met geen vijfduizend inwoners, heeft de grootste pizzafabriek van Noorwegen.

En fin dag

Ha en fin dag !” roept de juffrouw van de receptie ons toe als we van boord gaan in Trondheim . We ontschepen om 9 uur en hebben tot de middag. Zeeën van tijd aan land. Dat wordt dus een mooie dag, inderdaad. Trondheim groeide als eerste hoofdstad van Noorwegen aan de monding van een rivier, het was de uitvalsbasis voor de eerste vikingrooftochten. De Nidarosdom, waar het schrijn van de heilige Olav bewaard wordt en de aanpalende kazernes en het bisschoppelijke paleis getuigen van de grootsheid van deze stad in de Middeleeuwen.

De Noorse koning heeft een residentie, Stiftsgården, een houten rococopaleisje in het centrum van de stad. De oude handelsbeurs werd verbouwd tot een winkelgalerij met het gezellige grand café Bø rsen. Op de meeste caféterrassen liggen eind augustus dekentjes op de stoelen. Een mens moet hier in het noorden, met het vooruitzicht op snel kortende dagen, genieten van elk straaltje zonlicht dat langskomt.

Langs Kjøpmannsgata zijn de in vrolijke kleuren geschilderde oude pakhuizen aan het water verbouwd tot winkels, restaurants en woonhuizen. Onder meer het opnieuw trendy Finse Marimekko is er te vinden. Vandaar naar het Nordenfjeldske Kunstindustrimuseum, het museum voor sierkunst aan Munkagata is een eindje wandelen. Een indrukwekkende Jugendstilcollectie, met als hoogtepunt een interieur van Henri van de Velde en een mooi overzicht van Scandinavisch design en van de Italiaanse groep Memphis, zijn wel het laatste wat je verwacht in een zo noordelijk gelegen provinciestad als Trondheim.

Na een uitgebreid lunchbuffet, met veel vis en heerlijke Noorse kazen, wachten weer de dekstoelen en dekentjes. Jonglerend met leesbril en verrekijker, verdeel ik mijn aandacht tussen boek en voorbijtrekkend kustlandschap. Dit is het landschap van Sigrid Undset en haar romanpersonage Kristin Lavrans-datter. De scheepsomroeper meldt trots dat we Fosen passeren, waar de scheepswerf ligt die de Trollfjord en haar zusterschip de MS Midnatsol heeft gebouwd. Verder naar het noorden liggen rijke visgronden. De bevolking leeft er van een combinatie van landbouw en visvangst. Visvangst is het allerbelangrijkst hier, slechts drie procent van Noorwegen is geschikt voor landbouw. Wat maakt dat fruit en groenten hier van ver moeten worden aangevoerd, op de markten en in de supermarkt is de keuze veeleer beperkt.

De Lofoten

Voor dag en dauw passeren we de poolcirkel. Die imaginaire lijn op 66°33’noorderbreedte, die de grens vormt met het echte hoge noorden, waar ’s zomers de zon nooit ondergaat en de winterdagen aardedonker zijn. Een mythisch moment, waarvoor toch maar weinig volk vroeg is opgestaan. We stappen over op de veel kleinere Melsø y en tuffen in de Melfjord richting Svartisen , de op een na grootste gletsjer van Noorwegen. We varen langs zalmfarms, grote onderwaterkooien waarin jonge zalm wordt uitgezet om op consumptiegewicht te komen. Langs de zalmkwekerijen liggen scheepjes die als voederinstallatie dienen. Zalm is hier, naast aardgas, het belangrijkste exportproduct.

Aan de voet van het gletsjerdal ontschepen we dicht bij een idyllisch zandstrandje met daarachter een camping met hytten. Eén op de vier Noren bezit een hytte , een simpel houten zomerhuis voor het weekend en de vakanties. Scandinaven zijn buitenmensen, die als ze maar even kunnen de stad de rug toekeren. Eén op de drie Noren heeft ook een boot, de meeste huizen langs de kust hebben een boothuis met steiger. Wat de aantrekkingskracht van ongerepte natuur is, wordt hier licht duidelijk. Jammer, de Trollfjord moet stipt weg uit de haven van Bodø , dus meer dan een uur kunnen we hier niet genieten van stilte en een klaterend beekje, van het groenste groen en van het perfecte spiegelbeeld van de gletsjer in het groenblauwe meer.

“Aan bakboord ziet u de Lofotenmuur,” meldt de scheepsomroeper, we passeren een eindeloze rij rotsachtige eilanden die er op de besneeuwde foto’s van de wintercruises nog indrukwekkender uitzien. De Lofoten. Een mythische plek waar ik al lang eens wil komen. De romantiek van het kabeljauw vissen in de winter, de clichés van de droogrekken waaraan de stokvis hangt te drogen in de ijzige wind. We varen Svolvaer binnen voorbij een baken, een standbeeld van een vissersvrouw met kind, ze tuurt uit over zee. Er wordt verteld dat op de kerkhoven van deze eilanden haast geen mannen liggen. De vissers vinden hun graf vaak op zee. De boothuisjes, die de vissers bouwden om ’s winters te schuilen, worden tegenwoordig gehuurd door toeristen die hier de stilte en de eenvoud komen zoeken. Buiten de passagiers van de Trollfjord, is er geen kat op straat in Svolvaer. In het witte restaurant aan de haven flikkeren tientallen kaarsen, er is een vuur aangestoken in de haard, dat maakt het late schemeruur hier nog aantrekkelijker. Maar er is geen tijd om even te schuilen op deze warme plek. Ik beloof mezelf terug te komen en lang te blijven.

Er wacht een ander avontuur. We varen de Trollfjord in. Een spectaculair manoeuvre waarbij tussen scheepswand en de rotsen vaak geen meter ruimte blijft. Met zoeklichten wordt de donkere spelonk, die de fjord zo om en bij middernacht is, afgespied. Passagiers verdringen elkaar op de voorplecht om geen seconde van dit staaltje stuurmanskunst te missen. In volle zomer, bij middernachtszon en met de wanden van de fjord vol kwetterende papegaaiduikers, zal dit wel een heel andere belevenis zijn.

Sushi in Tromsø

Dertien jaar geleden was ik voor het eerst in Tromsø. Het was een zonnige zomerdag waarop iedereen samentroepte in de zon op het terras van het unieke café van betekenis, Skarven. Het enige attractiepunt was het Poolmuseum. Het terras van Skarven is nu twee keer zo groot geworden en het wordt geflankeerd door een winkelcentrum. In de haven tegenover het Polar Museet steekt een futuristisch flatgebouw met een punt de haven in. Pakhuizen in de buurt van het Poolmuseum werden verbouwd tot trendy cafés, waar ook overdag een dj draait op het terras en waar veel jong volk zit, Tromsø is een studentenstad. Er is zelfs een sushibar tegenwoordig. Naast het, wat ouderwetse, maar zeer interessante Poolmuseum, met herinneringen aan Fridtjof Nansen, Roald Amundsen, en aan onze eigen de Gerlache, en hun heldhaftige ontdekkingsreizen naar beide poolgebieden, is er nu Polaria, een avonturencentrum met als thema’s de Noordelijke IJszee, de Zuidelijke IJszee en de Barentszzee, waarbij vernuftig gebruik wordt gemaakt van de nieuwste technologieën.

Lonely Planet ontraadt reizigers om het Poolmuseum te bezoeken, omdat het ook de zeehondenjacht in beeld brengt. Dat was en is wél een broodwinning in het barre hoge Noorden, hoe gruwelijk ook. De overige zeer interessante informatie in het Poolmuseum overslaan om die reden is kortzichtig.

Vogelsafari

In de provincie Finmark, die op dezelfde hoogte ligt als Siberië, maar waar de zee dankzij de warme Golfstroom niet dichtvriest ’s winters, maakt de bevolking zich zorgen. Voor hun kust passeren immers veel gammele Russische tankers. Eén scheepsramp en de onbezoedelde natuur rond HonningsvÃ¥g riskeert een flinke klap te krijgen. De hoofdstad van de Noordkaap is een vissersplaats, maar er leven ook Samen met hun rendierkudden. In de lente worden een kleine vierduizend dieren met landingsboten van het Noorse leger overgezet naar de zomerweiden op het eiland Magerøy, in de herfst zwemmen ze op eigen kracht weer naar het vasteland.

De gids die ons begeleidt op een vogelsafari met een vissersboot, probeert de ‘zuiderlingen’ te overtuigen van de rijkdom van het leven hier. Het grootste vermaak is het zoeken van meeuweneieren in de lente en ’s zomers het kamperen ‘in de natuur’. Tegenwoordig is de elektriciteitsvoorziening al wat stabieler, maar het gebeurt nog geregeld dat door een sneeuwstorm alles uitvalt. Vroeger duurde het dagen vooraleer de leidingen weer hersteld werden, nu is het meestal maar een kwestie van uren, al blijft het ook al eens een hele dag donker. Daar windt geen mens zich over op aan de Noordkaap, ze zijn erop voorzien, maken het thuis gezellig en wachten tot de panne hersteld is. De natuur is en blijft altijd machtiger dan de mens. En als buitenkomen onmogelijk wordt door zo’n storm, dan valt het openbare leven even stil.

Het bootje blijft een paar uur rondvaren op zoek naar drieteenmeeuwen, Jan van Genten, zeekoeten, Noorse sternen en aalscholvers. Een paar zeearenden die boven onze hoofden zeilen, maken de dag compleet. De vrolijke papegaaiduikers, waar ik zo naar uitkeek, zijn eind augustus al verder noordelijk getrokken. Het is nu wachten op die ene dag in april waarop ze klokvast allemaal tegelijk terugkeren. Dan is het feest in Honningsvåg, want dat is de aankondiging van de langverwachte lente.

Tekst Tessa Vermeiren l Foto’s Gerald Dauphin

Op het caféterras liggen eind augustus dekentjes op de stoelen. Een mens moet hier genieten van elk straaltje zonlicht dat langskomt.

Een interieur van Henri van de Velde verwacht je niet meteen in een noordelijke havenstad als Trondheim.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content