Louis en Christelle (allebei 53) leerden elkaar kennen via een contactadvertentie

in De Streekkrant.

De twee eenzame zielen wonen nu al tien jaar gelukkig onder één dak. Een relatie hebben ze niet. Samenleven is voor hen het minst slechte alternatief voor eenzaamheid.

Zij

“Ik kan niet goed zeggen wat we aan elkaar hebben. Ik noem het zeker geen liefde. Louis trouwens ook niet. De liefde van mijn leven is afgesprongen dertien jaar geleden. Jammer mag ik dat niet noemen, want het was achteraf bekeken toch een onhoudbaar huwelijk. Het gevolg was wel dat ik een poosje genoeg had van relaties. Of ik nog vaak aan dat huwelijk terugdenk ? Nee, er is een dikke eeltlaag overheen gegroeid. Na een paar jaar alleen wonen voelde ik me wel ongelofelijk vereenzamen. Moederziel alleen zijn werd op de duur lastig, pijnlijk en uiteindelijk onhoudbaar. Ik zocht wel contact met mannen, maar van een relatie moest ik niets weten. Gezelschap was al meer dan genoeg. Toegegeven : ik ben een tijdje depressief geweest. En op zo’n zwartgallige avond, na een telefoontje met mijn beste vriendin Claire, besloot ik een annonceke te zetten in De Streekkrant. Je weet maar nooit…”

“Ik schrok ervan hoeveel mensen effectief reageerden. Zeventien e-mails heb ik gekregen. En ook brieven, meestal van vrouwen die zich ook eenzaam voelden. Of ze belden mij op. Geforceerde telefoongesprekjes waren dat, ik kan het je verzekeren. Ik had ook een aantal opdringerige mannen aan de lijn, die meteen met mij wilden afspreken. Voor een romantische avond op hun appartement, zulke toestanden. Op die verzoeken ben ik nooit ingegaan.”

“Ik kan niet zeggen dat ik ‘het’ nu gevonden heb, nu ik al tien jaar samenwoon met Louis. Nee, hij was de vriendelijkste aan de telefoon. Ik was meteen geraakt door zijn diepe stem en zijn keurige taal. Ik herinner me nog dat hij me gans ons eerste telefoongesprek ‘mevrouw Desmet’ bleef noemen. Hij was de enige die écht naar me luisterde. De anderen met wie ik praatte, zochten duidelijk contact om zelf eens hun eenzame verhaal kwijt te kunnen. Louis niet. Hij wekte zo’n vertrouwen en rust op dat ik honderduit begon te babbelen over, achteraf bekeken, erg persoonlijke onderwerpen. Over de aanslepende doodstrijd van mijn moeder bijvoorbeeld. Of over de bijzonder pijnlijke rechtszaak bij mijn echtscheiding. Ik voelde me opgelucht na het gesprek en wou de dag erna weer contact opnemen met Louis. Maar ik durfde niet. Tot hij zelf belde, rond halfzeven. Of ik ook alleen moest eten die avond, vroeg hij. En of ik geen zin had om samen te koken en elkaar wat gezelschap te houden. Op slag flitsten er allerlei gedachten door me heen : verdikke, ik kan helemaal niet zo goed koken. Wat ga ik aantrekken ? Mag hij wel zien dat ik mijn huishouden de laatste tijd wat verwaarloosd heb ? Voor het eerst in twee jaar wou ik me eens echt uitsloven voor een man. Want ik wou dat hij me aantrekkelijk en voornaam vond.”

“We spraken af in zijn huisje. En vanaf die avond voelde ik dat het goed zat. We praatten weer over van alles en nog wat. Verliefdheid hing nooit in de lucht, een relatie of liefde eigenlijk ook niet. Ons was het puur te doen om het samenzijn. En dat is eigenlijk nog steeds zo. Ik verkocht mijn huis en trok bij hem in. Al tien jaar houden we elkaar gezelschap onder één dak. Ik voel me niet meer eenzaam. En hij maakt me gelukkig, misschien wel gelukkiger dan ooit.”

Hij

“Sinds mijn vrouw aan baarmoederkanker stierf, vijftien jaar geleden, ben ik door diepe dalen gegaan. Het huis waar we al die jaren van ons huwelijk hadden gewoond, was kil en leeg. Die lege plaats in bed, dat extra bord dat je maandenlang te veel op tafel zet. Wij waren gelukkig getrouwd, ja. Vivianne betekende alles voor mij. Het gat dat ze liet, was enorm. Onopvulbaar. Onvervangbaar. Natuurlijk miste ik affectie en iemand om mee te praten. Maar niemand mocht haar plaats innemen. Collega’s op het werk beurden me wel eens op : ‘Allez, kom, Louis, ga vanavond mee op café. Wie weet leer je wel iemand kennen.’ Dat interesseerde me niet : ik wou geen nieuwe relatie. Ik stortte me op mijn job – ik geef Nederlands en Engels in de humaniora – en door mijn inzet maakte ik promotie : ik werd onderdirecteur. Het contact met de leerlingen en de collega’s had ik nodig om mijn dagen zin te geven. Ik bleef lang na op school. ‘Om al dat papierwerk rond te krijgen’, maakte ik mezelf wijs. Om niet in dat doodstille huis te moeten zitten was de echte reden.”

“Waarom ik uiteindelijk in contactadvertenties ben beginnen zoeken ? Ach, een stom verhaal eigenlijk. Voor de vrijgezellenavond van een jonge collega wilden we een grap uithalen : we plaatsten een valse advertentie over hem in de krant, zodat hij in de week van het vrijgezellenfeest plots massaal veel telefoons en e-mails kreeg van eenzame vrouwen. We hebben er goed om gelachen, dat wel. Maar ik herkende mezelf in sommige van die vrouwen: hun partner was overleden en ze zochten iemand om hen gezelschap te houden. Dat ze niet per se naar een relatie zochten, was voor mij een openbaring. Ik had er nog nooit aan gedacht om mijn leven te delen met iemand met wie ik geen relatie had. Twee boezemvrienden samen, en niks meer : dat was misschien wel de oplossing voor mijn eenzaamheid. Daarom begon ik te zoeken in de contactadvertenties en belde ik op goed geluk enkele dames op. Christelle was nerveus aan de telefoon. Ik voelde dat. Ik probeerde haar gerust te stellen, en ze begon een beetje in het wilde weg te vertellen. Haar levensverhaal raakte me diep. Onbewust had ik bij haar blijkbaar een soort vertrouwen opgewekt.”

“Ik inviteerde haar in mijn huis op onze eerste echte date. Het deed wel raar : een andere vrouw die op de plaats van Vivianne zat. Maar Christelle zal nooit Viviannes vervangster zijn. Nooit. Ik weet één ding : Christelle en ik zijn beter af samen. Het leven is gewoon draaglijker met twee. ‘We lijken wel twee kotstudenten’, zei ik vorige week. ‘Ja, maar dan minder onbezonnen’, kreeg ik als antwoord. Dat zegt veel, hé. We noemen elkaar gewoon Christelle en Louis, en niet ‘schatje’ of ‘lieveling’ of zo. Die afstand is er altijd gebleven, we slapen bijvoorbeeld ook apart. Nooit heb ik de behoefte gehad om een echte relatie te beginnen. En zij ook niet, zegt ze me. Toch blijven veel mensen, en dan vooral de buren, dat raar vinden : een man en een vrouw die ‘voor het gezelschap en niks meer’ samenwonen. Ach, laat ze maar roddelen : ik blijf bij haar voor de rest van mijn dagen. Lekker gezellig. En dat geluk kan niemand me nog afnemen.”

Liefde is een werkwoord.

In een veertiendaagse reeks

brengen wij verslag uit over

dit work in progress.

Fictieve namen beschermen de privacy.

Over twee weken :

Na 35 jaar huwelijk leven René en Sonja

(61 en 63) helaas compleet naast elkaar.

Het gedoe om te scheiden, de angst om alleen

te zijn én hun geloof houdt hen samen. Op het randje van hun pensioen evalueren ze allebei

de houdbaarheid van hun relatie.

U kent of bent zelf een koppel met een eigenzinnig verhaal ? Laat het ons weten :

guinevere.claeys@knack.be.

Door Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content