“Nooit eerder was ik zo mooi in balans”
Hilde Crevits (40) maakt een blitzcarrière in de politiek. In no time werd ze van CD&V-schepen voor Openbare Werken in Torhout, Vlaams minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur. Van de overstap van Vlaams Parlementslid naar minister heeft ze een paar nachten wakker gelegen. Nu geniet ze van de job. Op een nuchtere manier, macht en glorie kunnen haar gestolen worden.
Mijn leven was nooit eerder zo druk en zo chaotisch, maar ik was ook nog nooit zo gelukkig. Ik ben nog nooit zo mooi in balans geweest. Ik doe mijn job ontzettend graag, al moet ik er elke dag om 5 uur voor opstaan en al zijn ook de weekends soms druk. Mijn kinderen voelen dat ik gelukkig ben. Misschien klinkt het egoïstisch, maar het feit dat ik straal, is voor hen ook tof. Mijn man Kris zit nu net zo goed op zijn top, hij heeft een mooi kantoor uitgebouwd als architect. Vragen naar hoe je dat nu allemaal combineert als moeder maken me boos. De kinderen merken dat ik soms afzie, maar ze leven ook mee met de kick als iets lukt. Ze beseffen dat het voldoening geeft om iets op te bouwen. Als we op zondagavond met ons vieren zitten te pokeren thuis, kan ik bij mezelf denken dat ik echt wel content ben op dit moment.”
“Tot voor kort was ik onrustiger omdat ik voelde dat ik mijn bestemming nog niet had bereikt. Die rusteloosheid is er wel al mijn hele leven, het gevoel dat een dag altijd te weinig uren telt. Dat zal ook wel erg West-Vlaams zijn.”
“Mijn beide ouders waren onderwijzer in Torhout. Ze hadden een rij kinderen gepland. Jammer genoeg heeft Moeder Natuur daar een stokje voor gestoken. Ik bleef dus enig kind, maar het was bij ons thuis de zoete inval voor vriendjes en vriendinnetjes. ‘Je hebt verstand, laat je niet opzijzetten omdat je een meisje bent’, dat was hun motto bij mijn opvoeding. In mijn katholieke school was het logisch dat je naar Kortrijk of Leuven ging studeren. Maar mijn vader stuurde mij eropuit om overal de sfeer te gaan snuiven. Rechten studeren in Gent, dat wou ik, en mijn beste vriendin ging mee om aan geneeskunde te beginnen. Mijn ambitie was zeker niet om op termijn aan politiek te gaan doen. Mijn vader was zeer actief in het verenigingsleven, hij was geen enkele avond thuis. Maar hij zat nooit in de actieve politiek omdat mijn moeder en ik hem altijd hebben belet om op een lijst te gaan staan.”
“Kris kende ik al van in de humaniora. Ik zat in het tweede jaar rechten en hij in het derde jaar architectuur toen we elkaar op de tram in Gent weer tegenkwamen, het klikte meteen. Wij hebben onze wagonnetjes aan elkaar gehaakt, maar tegelijk elkaar altijd vrijgelaten om onze dromen en ambities te realiseren. Ik ben een aantal jaar parttime assistent geweest, vooral bezig met milieurecht. Zonder veel na te denken hebben Kris en ik ons al snel gevestigd als zelfstandig architect en zelfstandig advocaat. We zagen wel waar we landden en al hadden we soms weinig geld, ons motto bleef carpe diem. Ik was 24 toen we trouwden, 25 toen Bram geboren werd en 2,5 jaar later was Soetkin er. Achteraf bekeken is het voor mij een zegen dat ze zo snel kwamen. Met kleuters of peuters in huis zou ik het op dit moment in mijn job vermoedelijk veel moeilijker hebben.”
“In 1994 vroeg men mij al om deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, maar ik was er bang voor dat de politieke microbe me niet meer zou loslaten als ik ze in mijn leven binnenliet. Een jaar later werd ik dan toch eerste opvolger bij de parlementsverkiezingen. Ik nam me voor om rustig te bekijken of politiek echt iets voor mij was. Van 1995 tot 2000 ben ik de boer op gegaan. In 2000 werd ik schepen van Openbare Werken in Torhout en provincieraadslid. In 2004 kwam ik in het Vlaams Parlement. Ik maak soms zeer intuïtieve keuzen, zowel professioneel als privé. Mijn man, mijn associé in de advocatuur, de politiek, ik heb voor alle drie op die manier gekozen.”
“Het was een hele omschakeling om na drie jaar Vlaams Parlement al minister te worden. Ik had ook nergens voor gesolliciteerd. Mijn grootste vrees was dat ik niet trouw aan mezelf zou kunnen blijven. Men had mij gezegd dat er nog wat werk aan me was, de goede raad gegeven mij wat chiquer te kleden om te beginnen. Maar als er iets is wat ik vastgesteld heb, is het dat ik gewoon mezelf kan blijven.”
“Ik ben zes jaar schepen van Openbare Werken geweest in mijn gemeente. Ik hou van de wereld van ingenieurs en aannemers. Geef mij laarzen en een helm en ik trek naar de werf. Ook als minister wil ik dat doen, dan ken ik de context van werken, dan heb ik het in mijn hoofd zitten.”
SCHOONHEID – LELIJKHEID
” Op kerstdag 2007 belde mijn dokter dat ik terug mocht beginnen te lopen, vier maanden na een herniaoperatie. Diezelfde dag heb ik mijn loopschoenen aangetrokken en ben ik het bos in gerend. Het was een bijna goddelijke ervaring dat opnieuw te kunnen doen. Nu loop ik weer elk weekend één of twee keer vijf kilometer. Zalig ! De geuren van het bos, de stilte, het alleen-zijn. Dat is puur geluk dat heel dicht bij schoonheid ligt. Lopen is niet alleen een fysieke ervaring, het doet mij relativeren. Iedereen die aan politiek doet, moet er nu en dan eens uit springen.”
“Op kantoor trek ik mij, midden de hectiek, soms een halfuurtje terug. Even bellen met vrienden, een kop koffie drinken met iemand. Ik kan enorm genieten van een goede babbel. Even afstand nemen. Je afvragen of je wel goed bezig bent. Dat helpt mij, net als lopen, om naar mijzelf te kijken. Ik kan heel erg gestresseerd zijn, maar in panieksituaties word ik doodkalm. Nu ik de job ken, is de paniek verminderd. In het begin test men je voortdurend : collega’s, journalisten, iedereen wil je peilen. Je moet veel woelige watertjes doorzwemmen, maar nu kan ik al gemakkelijker de stop uit het bad trekken.”
“Ik heb een oeverloze bewondering voor wie de rust zelve is. Mijn man is dat en ik heb ook een paar goede vrienden die rust brengen in mijn leven. Met mijn temperament heb ik mensen nodig waartegen ik kan bonken, mensen die mij laten komen tot ik stilval.”
SCHOONHEID – LELIJKHEID
“Jaloersheid vind ik het degoutantste wat er bestaat, elkaar niets gunnen. Mensen besteden veel te veel tijd aan afgunstig zijn op wat anderen hebben of verwezenlijken. Ik probeer daaraan voorbij te gaan. Toevallig ben ik nu minister. Volgend jaar misschien niet meer ? Stel dat ik over een jaar of over vijf jaar weer met mijn associé samenwerk in ons advocatenkantoor, dan zal ik even gelukkig zijn als nu. Een stap terug is misschien niet eenvoudig, maar je kunt ook op een ander niveau veel verwezenlijken.”
“Ik heb een hekel aan personages die wind in de broek hebben, zoals wij in Torhout zeggen. Mensen die het aureool van de macht uitstralen. Ik kom niet onder de indruk van uiterlijke tekenen van macht. Als er zo’n windbuil passeert, heb ik de neiging om te zeggen : doe maar gewoon. Glorie zegt mij niets, glorie is een zeepbel die je rond jezelf blaast. Al zit ik in een job die veel uiterlijke plichtplegingen meebrengt, ik wil niet de functie zijn, ik ben Hilde.”
“Luc Vanderkelen schreef in Het Laatste Nieuws dat iedereen die de eerste zes maanden minister is, denkt dat hij macht heeft. Is dat zo ? Je kunt sturen en je kunt soms beslissen, maar je wordt ook afgerekend op alles wat je doet.”
WIJSHEID – DWAASHEID
“Ik heb bewondering voor mensen die in moeilijke situaties, door te luisteren, anderen kunnen motiveren om juiste keuzen te maken. Al zijn er maar weinigen naar wie ik opkijk. Mijn vader zegt altijd dat mijn generatie geen helden meer heeft. Dat is misschien wel zo, politici zijn ook niet langer helden.”
“Politiek is er op jouw domein voor zorgen dat zoveel mogelijk mensen zo goed mogelijk kunnen samenleven. Het is fout om wetten en regels als absoluut te beschouwen. Je moet betreden paden durven te verlaten om tot betere oplossingen te komen. Je moet de tijd nemen om veranderingsprocessen hun werk te laten doen. Mensen moeten kunnen meegaan in je denkproces. Ik geloof sterk in participatieve democratie.”
“Ook naar je kinderen moet je luisteren. Onze dochter Soetkin heeft een beetje mijn felle temperament. Als kinderen weten dat je oor voor hen hebt, vragen ze zelf om raad. Wanneer je geen tegenspraak duldt, lopen ze weg met slaande deuren. Leren opvoeden is een proces. Ik had plots een puber rondlopen en ik voelde me zelf nog een beetje puber. Je kunt je ouders niet om raad vragen want je kinderen staan helemaal anders in het leven dan jijzelf toen je hun leeftijd had.”
“Sinds ik minister ben, hou ik vrienden die ik echt kan vertrouwen dicht bij me. Ze hebben zelf ook kinderen en leiden een druk leven. Het is belangrijk om mensen rond je te hebben die niet je hielen likken. Maar die je wel graag zien en je met enige afstand bekijken. Die merken of je gelukkig bent of niet en die je durven te zeggen of je al dan niet goed bezig bent.”
WIJSHEID – DWAASHEID
“Het is heel dwaas om mensen te onderschatten. We zouden tijd moeten hebben om het beschikbare menselijk kapitaal terdege aan te boren en te laten renderen. Maar je moet altijd maar verder racen. Er is voldoende creativiteit aanwezig om de uitdagingen voor de toekomst goed aan te pakken. Iedereen zou de verantwoordelijkheid moeten opnemen om mee naar oplossingen te zoeken. De klimaatuitdaging bijvoorbeeld kunnen we de baas als iedereen meedenkt en meewerkt.”
“We leggen heel vaak regels op van boven af, zonder dat ze gedragen worden door de basis. Dat werkt niet. Ook op het lokale vlak heb ik dat ervaren. Mensen willen een project zien waarin ze ook hun eigen belang terugvinden. Het grootste compliment dat ik krijg, is dat ik met zeer concrete dingen bezig ben, de mensen snappen wat ik zeg. Ik krijg op mijn kabinet massa’s mails met heel concrete vragen, dát is voor mij de stimulans om aan politiek te doen. Een salonpoliticus wil ik niet zijn, geef mij maar concrete dingen. Dat mensen niet meer geïnteresseerd zouden zijn in politiek krijg je er bij mij niet in. Ik beul me niet af voor mezelf.”
KRACHT – ZWAKTE
“Toen ik gevraagd werd om minister te worden, heb ik een paar nachten niet geslapen. Ik ben in die dagen nooit blij geweest. Wat komt er op mij af, dacht ik. Wat zal er veranderen ? Hoe gaan we thuis het evenwicht bewaren ? Daar ben ik toch een paar weken mee bezig geweest.”
“Mijzelf blijven in alle situaties, dat is mijn kracht. Toen men onlangs aan mijn man vroeg hoe hij erin geslaagd was een vrouw als mij te binden, antwoordde hij dat dat alleen kon door mij te laten vliegen. Ik ben een duif die altijd naar haar hok terugkeert. Eenkennig als ik ben, heb ik mijn nest absoluut nodig. Er is nog nooit een avond geweest dat ik tegen mijn zin naar huis ging. Met Kris heb ik afgesproken dat ik ’s avonds altijd thuis eet. Vaak is het elf uur, halftwaalf voor ik in Torhout aankom. Dan heeft hij iets klaargemaakt, we drinken een glas wijn en we praten. Met een jaloerse partner zou dit leven onmogelijk zijn. Mijn man is absoluut geen watje, maar hij gunt het mij en ik gun hem zijn leven. Toen de kinderen klein waren, hebben we gelukkig veel hulp gekregen van onze ouders. Dat is het voordeel van allemaal dicht bij elkaar te wonen op een plek als Torhout.”
“In het Vlaams Parlement heb ik veel geleerd van Miet Smet. Zij heeft me ingepompt dat het om het even is wat je doet, als je het maar goed probeert te doen. Een les die ook mijn vader mij al had proberen bij te brengen. Ik tracht dat ook aan mijn kinderen door te geven. Stel dat onze zoon bakker, advocaat of iets anders wil worden, dan moet hij proberen zijn ziel erin te leggen. Je moét niets, maar probeer wel te genieten van waar je mee bezig bent.”
KRACHT – ZWAKTE
“Ik ben een stresskonijn, maar als het er hier mega over is, in extreme situaties, word ik heel kalm. Op het persoonlijke vlak heb ik enorm moeten schaven aan mezelf. Als ik vroeger kwaad was, zou ik een servies tegen de grond gekwakt hebben. Soms loop ik in mijn hoge tempo mezelf ook voorbij. Ik denk zeer proactief. Nog voor het probleem zich aandient, heb ik al een strategie in mijn hoofd. Als de moeilijkheid dan opduikt, ben ik een paar stadia verder. Ik hou te weinig rekening met het tempo van anderen. Af en toe kan ik snel ontroerd zijn en dat is lastig. Misschien heb ik wel wat te veel empathie, ik heb het er soms moeilijk mee dat mijn ontroering zo zichtbaar is. Of het echt een zwakte is, daar ben ik nog niet uit. In gesprekken met actiegroepen bijvoorbeeld kan die empathie ook een sterkte worden. De dag dat ik het niet meer voel, ben ik misschien iets essentieels kwijt.”
Door Tessa Vermeiren I Foto’s Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier