West-Vlaamse zigeuners noemen ze zichzelf. Natalie en Diederik (28 en 29) troffen elkaar in Nepal. Sindsdien trekken ze al jaren de wereld rond zonder vaste job, huis of vette bankrekening. En de liefde ? Die reist gewoon mee.

In een berghut in Nepal, op een dikke vierduizend meter hoogte, daar leerden Natalie en ik elkaar kennen. Twee Vlamingen, elk op zoek naar zichzelf en naar hun plaats in de wereld. Een gigantisch toeval dat we elkaar uitgerekend dáár ontmoetten : ik was op een berghuttentocht in Nepal met een reisorganisatie voor jongeren. Zij ondernam een trektocht met haar beste vriendin. Achteraf bleek dat we jarenlang op drie straten van elkaar op kot zaten in Gent. Maar we liepen elkaar niet tegen het lijf in een studentencafé, maar in een bouwvallige hut in Nepal. Typisch. Ik zat in een groep van zeven mensen en de trektocht was immens zwaar. Zowel fysiek als sociaal. Openlijk praten lukte niet zo goed, er waren veel stilten, fun maakten we niet.”

“Vijf van mijn zeven reisgenoten waren Nederlanders. Niets op tegen, integendeel, maar je kunt mijn verwondering begrijpen, toen ik in die krakkemikkige hut twee tafeltjes verderop West-Vlaams hoorde praten. Ik was toen 23 en net afgestudeerd in archeologie. Omdat ik het nog totaal niet zag zitten om werk te zoeken – voor archeologen zijn er bijzonder weinig vacatures – plande ik een reis. In de hoop te ontdekken wat ik met mijn leven wou aanvangen. De reis werd voor mij een soort keerpunt én een start. Ik leerde Natalie en haar vriendin Bieke kennen, en we raakten onmiddellijk aan de praat. Dat gesprek was meteen tien keer beter dan alle smalltalk die ik tijdens de groepsreis had moeten doen. Op slag vergat ik alle vermoeidheid en frustraties van de voorbije dagen. Die avond in de hut distantieerde ik me van de groep. Toen Natalie en Bieke me de volgende ochtend vroegen of ik hen niet wou vergezellen op hun verdere trip, moest ik niet erg lang nadenken.”

“Sinds Nepal zijn Natalie en ik een koppel. Ook zij was nog op zoek naar een doel in haar leven. Opeens werd het ons duidelijk : wij zijn elkaars doel ! Ons idealisme, onze drang om los te breken, dat hadden we toen gemeen. Na de reis was de cultuurschok te groot. België bleek te klein voor ons. Twee maanden later besloten we gewoon onze rugzak te pakken en de wereld in te trekken. Met ons tweetjes. Eerst naar Bolivia, om een oude klasmakker te bezoeken die daar verzeild was geraakt. En daarna ? We zouden wel zien. De vijf volgende jaren zijn we maar één keer terug naar huis gekomen. Straf hé ? Natalie en ik trekken ons plan : waar we belanden, zoeken we plekken om te werken en met het weinige geld dat we daarmee verdienen, zoeken we onderdak. Druiven plukken in Chili, rubber aftappen in Nicaragua, koffie sorteren op Jamaica, Franse les geven in Tanzania, onze CV’s zijn intussen al rijk gevuld. Al doen we het daar echt niet voor. Een hoger doel hebben we eigenlijk niet. Behalve dan misschien het bewijs leveren dat overleven ook kan zonder een vaste job en een saai leven. We noemen onszelf blanke nomaden of West-Vlaamse zigeuners. Wat er later van ons zal worden ? Goh, ik weet het echt niet. Misschien nestelen we ons wel eens definitief ergens op deze aardbol. Misschien belanden we toch terug in West-Vlaanderen en zullen we later eens goed lachen om onze overmoedige wereldreis. Mij eender, zolang Natalie maar aan mijn zijde blijft.” Mijn tienerdroom was een happy gezinnetje en een huisje met alles erop en eraan. Het is voorlopig compleet anders uitgedraaid. En dat is maar goed ook. Met Diederik leid ik niet wat je noemt een doorsneeleventje. Nee, veel zekerheden hebben we niet. We hebben geen definitief dak boven ons hoofd, geen vast loontje dat op onze bankrekening wordt gestort. Laat staan een idee over wat we ‘later’ gaan doen. Nu zijn we wel een paar maandjes in België, maar na Nieuwjaar trekken we weer de wereld in. Mijn ma zal me wel weer thuis willen houden en me overtuigen om ons voorgoed in België te installeren. Maar we zijn niet tegen te houden. Dit is het leven dat ik nu wil leiden. Het is veel te opwindend om op te geven voor een gesetteld bestaan. Aan de andere kant : soms leven we echt wel van niks. Twee jaar geleden werden we in Honduras brutaal bestolen. Het weinige geld dat we hadden, waren we kwijt. En in Zuid-Afrika zijn we na een weekje werken op een wijngaard wandelen gestuurd zonder loon. Je kunt zulke toestanden avontuurlijk noemen, maar op het moment zelf is dat ongelooflijk balen.”

“Men zegt vaak dat je op reis iemand pas echt leert kennen. Wel, wij zijn de voorbije jaren als koppel veel sterker geworden. Natuurlijk zijn er momenten geweest dat ik het beu was, zo altijd met zijn tweetjes onderweg. Maar we hébben enkel elkaar, en dat maakt het net zo mooi. Wat me stoort aan Diederik ? Misschien soms zijn onbezonnenheid en overdreven nonchalance. Hij heeft een mateloos vertrouwen in de mensheid. Hij zou bij wijze van spreken zijn bankkaart uitlenen aan een arme op straat, omdat hij hem geen kleingeld kan toestoppen. Aan de andere kant : net dankzij zijn impulsiviteit heeft hij met ons zijn reis verder gezet in Nepal. Best een spannend avontuur. Ongelooflijk hoe stuntelig we op die reis onze liefde voor elkaar verborgen hielden, om mijn vriendin Bieke niet te ergeren ! Het hing echt in de lucht, de hormonen sloegen bij ons allebei op hol. Maar pas na Nepal werden we officieel een stel.”

“Ik zou wel willen trouwen met Diederik, ja. Ergens onderweg, in een godvergeten kerkje, op een van onze tussenstops in niemandsland. Maar het hoeft eigenlijk nog niet. De officiële stappen in ons leven – huis kopen, een baan zoeken – stellen we steeds maar uit. Ook kinderen horen er nog niet bij. Onmogelijk combineerbaar met onze stijl van reizen, zo realistisch denken we gelukkig nog wel. Ik denk wel dat ik een goeie mama zou zijn. Al heb ik me door het vele reizen al dikwijls afgevraagd : wat is dat eigenlijk ‘een goeie mama’. Zoveel culturen en volkeren pakken de opvoeding van hun kinderen compleet anders aan. Bijzonder leerrijk is dat. Kinderen hebben me altijd al geboeid. Ik was jarenlang lid en leidster bij de scouts. Scouting was mijn leven : mijn vrienden zaten erin, bijna al mijn vrije tijd stak ik in die ‘hobby’. Een heerlijke tijd, maar op een dag kapte ik ermee. Ik wou eindelijk iets van mijn leven maken. Niet meer met dezelfde mensen optrekken, weg van onder die kerktoren, mijn horizon verbreden. Nu is de aardbol mijn horizon. En Diederik mijn mobiele thuishaven.”

Fictieve namen beschermen de privacy.

Over twee weken :

Hij is 37 en zit midden in een scheiding, zij 23 en verliefd als nooit tevoren. Severine en Carl hadden jarenlang een verborgen relatie, maar kiezen nu voluit voor elkaar. Van verdoken lust naar eeuwige trouw ?

U kent of bent zelf een koppel met een eigenzinnig verhaal ? Laat het ons weten :

guinevere.claeys@knack.be.

Door Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content