De bewoner van dit landhuisje in Lovendegem lijdt aan nomadenkoorts. Hij weet niet in welke kamer hij moet wonen en zijn interieur verandert wekelijks van samenstelling, niet van stijl.

D ean Recoulès zucht bij het zien van deze foto’s : “Tja, het zag er toen goed uit, maar nu is alles weer anders. Mijn interieur wijzigt om de haverklap. En ik kan daar niet eens aan doen. Ik vind dat leuk en jammer, want soms wil ik het wel behouden, zoals op deze foto’s. Maar ja, dan zijn die meubelen opeens weer weg en wordt dit meer een atelier dan een woning.” Dean genoot een opleiding als interieurarchitect en werkte een paar jaar voor de befaamde antiquair Paul De Grande. Nu werkt hij voor tal van decorateurs en architecten in Antwerpen, Brussel en Knokke, om zowel meubelen te herstellen, te beschilderen, of zelfs om interieurs te helpen bouwen. Intussen borstelt hij ook schilderijen, waardoor zijn woning stilaan herschapen wordt in een heus atelier.

“Het is hier een va et vient van objecten en meubelen”, legt hij uit. “Ik hou wel van die afwisseling, want ik ben een soort nomade. Ik reis graag en heb overal wat contacten. Dat maakt het leven en het werk afwisselend. Ik ben ook niet zo honkvast. Krijg ik bijvoorbeeld morgen de kans om naar Spanje te trekken, om daar een nieuwe zaak op te bouwen, dan aarzel ik niet. Maar daar zal ik wel weer een huis willen inrichten, voor mezelf. Ik heb een eigen, persoonlijk ingerichte woning nodig, dat geeft me rust en zet ook aan tot creativiteit.”

Hij betrekt een landelijke woning in het mooie Lovendegem, bij Gent. Hij heeft zelf amper een tuin, maar kijkt uit over een weids veld met een bos. “Het was hier ooit een staminé met een afspanning, dat merk je nog aan de grote paardenstal naast de eetkamer. Waarin ik trouwens een soort zitkamer heb ingericht. De voederbakken voor de paarden bleven bewaard. Ik beschik dus over drie ruimten om in te wonen. Zo ben ik ook hier een nomade, want ik vertoef overal een beetje. Meerdere zit- en werkruimten hebben is een luxe”, beweert Dean.

Brugge geeft je voorsprong

Dean komt uit Brugge. “Nu vind ik de stad te klein om in te wonen. Maar daar opgegroeid zijn is toch iets bijzonders. Ik woonde trouwens in het volle centrum. Zo’n mooie stad met prachtige perspectieven scherpt je esthetisch gevoel. Dat geeft je een fundering die mensen van andere steden moeten missen, of pas later ontdekken. Brugge is ook landelijk en rustig.” Daar houdt hij van. Hij laveert dagelijks tussen grote steden, maar woont graag buiten. “Ook mijn stijl is van landelijke inspiratie,” legt hij uit, “ik sta open voor andere stijlen en vind zelfs cleane, moderne interieurs spannend, maar ik zou er niet lang in kunnen wonen. Landelijk betekent voor mij : niet modieus, gezellig, natuurlijk en spontaan. En wat materialen betreft : veel hout. Van daar de betimmeringen tegen de muur : dat is pure en brute warmte.”

Dean houdt ook van kleuren. “Ik merk bij veel mensen een soort kleurenangst. Soms moet je ze echt overtuigen om een wand donker te schilderen. Je mag ook donkere met lichte vertrekken combineren, zo verruim je meteen de sfeer van de woning.” Zijn landelijke stijl heeft een Scandinavische ‘ touch’, bekent hij. “Toch ben ik daar nog niet geweest. Ik reis vrij veel, vooral naar Frankrijk. Voor mij blijven de Fransen de meesters van de decoratie. Loop op de Parijse vlooienmarkt en je ziet direct wat er nu ‘in’ is. Zij zetten de trends en zijn de eersten om bepaalde objecten in huis te halen. Ze waren ook de eersten om wat stuk is toch een plaats te geven in huis. Wij gooiden een kapotte schotel weg, zij zetten hem opnieuw op tafel. Fransen zijn nog geraffineerder dan Engelsen en Italianen.”

“Maar ook in ons land gebeurt er veel creatiefs. Overal richten mensen boeiende interieurs in met verschillende stijlen en sferen. Wie in ons land goed rondkijkt, doet ook veel inspiratie op. Door die veelheid aan materiaal en ideeën raakt mijn interieur misschien nooit af, of verandert het zo snel. Maar eigenlijk hou ik niet zo van een interieur dat ‘af’ is : te burgerlijk voor mij. Wat wel heel belangrijk is, vind ik de harmonie van een gebouw of interieur. Je kunt hier geen design of kostbare antiek in plaatsen. Sommigen durven verschillende werelden te gemakkelijk met elkaar vermengen, dat is zondigen tegen een gulden regel.” n

Tekst Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde

“Fransen zijn de meesters, zij bepalen de trends. Als wij een schotel weggooien, zetten zij hem opnieuw op tafel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content