Jo Blommaert Tekening Sandra Schrevens

Enige tijd geleden was ik voor het werk op reis in het buitenland met een collega die een gsm bezit. Het liep al tegen middernacht toen we met een groepje door de straten van een gezellig stadje hotelwaarts keerden. We hadden lekker gegeten en gedronken en liepen er allemaal nogal vrolijk bij. De collega-gsm-bezitter was ook een fervent moppentapper en was net aan de ontknoping van zijn zoveelste grap toe, toen zijn gsm van zich liet horen. In het thuisland informeerde zijn vrouw naar het verloop van de reis. Waarheidsgetrouw antwoordde hij dat hij net een mop aan het vertellen was. Na een kort onderhoud met thuis probeerde hij de grap nog af te ronden, maar door de onderbreking kwam er van de clou niks meer terecht. Ook de sfeer was niet meer wat ze was geweest.

De collega zelf vond het voorval niet vervelend. Integendeel, de hele reis lag zijn gsm binnen handbereik en hield hij ons op de hoogte over de gesprekken die hij gevoerd had of nog te voeren had. Of zijn dochter geslaagd was in haar examen, of zijn favoriete voetbalclub gewonnen had of niet, welk weer het thuis was… We werden zelfs ingelicht over het tijdstip waarop die gesprekken plaatsvonden : voor of na het ontbijt, voor of na de wedstrijd. Eén keer, vertelde hij, was hij zelfs midden in de nacht door zijn vrouw uit zijn slaap gebeld.

Zelf niet in het bezit zijnde van een dergelijk toestel, heb ik er geen idee van welke consequenties leven-met-een-gsm kan hebben, maar daar in het buitenland groeide het vermoeden dat het altijd en overal bereikbaar zijn voor koppels behalve een bron van plezier ook een bron van veel ergernis kan zijn. Dat er in een werksituatie vervelende kantjes kunnen zitten aan het altijd beschikbaar zijn, is bekend, maar dat een gsm ook in relaties de spanning kan opdrijven, wordt minder vaak gezegd.

Stel nu dat de vrouw van die collega ietwat jaloers zou zijn aangelegd, dan wordt de gsm het ultieme middel om haar man altijd en overal te controleren : ?O, loop je nu nog op straat ?? ?O, lig je nu al in bed ?? ?O, waarom antwoordde je een half uur geleden niet ?? Enzovoort. Waar je ook bent, wat je ook doet : ík ben er ook. Ik zie je !

Stel nu dat de man ietwat jaloers zou zijn aangelegd. ?O, ben je nu al thuis van je werk ?? ?O, maar de bibliotheek is toch dicht vandaag ?? ?O, weeral naar de sauna ?? Het kan allemaal leuk zijn, maar het lijkt niet uit te sluiten dat al die belangstelling ook wel eens irritant wordt. Terwijl je vroeger nog op zoek moest gaan naar een telefoon, kan je nu om ’t even wanneer, om ’t even waar eens informeren naar wat partnerlief op dat eigenste moment uitspookt. Zelfs als er geen enkele reden is tot jaloezie of tot gebrek aan vertrouwen, kan dat toch niet anders dan beklemmend worden ?

?Schat, ik ben nu net voorbij de Welriekende Dreef. Zet de soep maar op.? Misschien is dat handig voor de partner achter het fornuis, maar als die even later te horen krijgt dat er een nieuwe file is ontstaan, blijven aangebrande patatten of koude koteletjes toch tot de mogelijkheden behoren.

Bovendien, zoals we allemaal regelmatig uit enquêtes of wetenschappelijk onderzoek kunnen vernemen, blijken zowel mannen als vrouwen wel eens vreemd te gaan. Wat doet iemand die een gsm bezit als hij of zij naar een afspraak gaat waar men anderen liever niet over inlicht ? Onbereikbaar zijn ? Het zal je maar overkomen dat men je uitgerekend op dat moment voor één keertje echt dringend nodig had ! En wat doet de partner van zo iemand als er geen antwoord komt op een ogenblik dat er een antwoord hoort te komen ? Allicht wordt het wachten op nieuw wetenschappelijk onderzoek om te weten welke nieuwe smoezen er sinds de komst van de gsm de wereld worden ingestuurd. Want dat sommige gsm-gebruikers volleerde acteurs zijn, stond onlangs nog in Le Monde Diplomatique. Daarin beschrijft romancier Didier Daeninckx het wonderlijke gedrag van zo iemand. In een grootwarenhuis, meer bepaald aan de pasta’s, zag hij hem zijn gsm tevoorschijn halen en vol tederheid zeggen : ?Hallo… Ik ben het, liefste… Ik ben nu in de winkel maar ik herinner me niet meer wat je nu gezegd had over die noedels. In reclame ? Ik zie hier niks van reclame. Wat moet ik dan doen ? Zeker ? Goed dan…? En zo hoorde hij de man bij elke afdeling hele gesprekken voeren. Een paar dagen later ontmoette hij de telefonerende man opnieuw op de trein. Toen plots een medepassagier dringend medische hulp nodig had, weigerde de gsm-er zijn toestel ter beschikking te stellen. Toen het hem werd afgenomen, bleek het niet te werken. De eigenaar moest toegeven dat het ding vals was. Hoezo vals ? ?Welja,? zei de man, ?zoals bij speelgoed, je doet alsof.?

En dan maar wetenschappers laten verklaren dat gsm’s de gezondheid geen schade berokkenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content