‘NINE ELEVEN IS OOK EEN SMAAKBREUK’

Na 2000 onderging ons interieur een gedaanteverwisseling. Vintagedesign vervangt het ‘bruine antiek’, de Latemse School zakt in prijs en abstracte kunst wordt duurder. Volgens de experts van het Antwerpse veilinghuis Bernaerts, dat net veertig jaar actief is, staat Nine Eleven ook voor een smaakrevolutie.

Over de records voor van Goghs Zonnebloemen praat niemand meer, want sindsdien worden er superprijzen opgehoest voor werken van Cézanne, Picasso, Bacon, de Koning en Warhol. De bedragen, miljoenen dollars, zijn zo hoog dat niemand ze precies onthoudt. Ook de hedendaagse kunst was nooit zo duur. Maar laten we terugkeren naar de dagelijkse realiteit, de markt van deze toppers blijft immers een ver-van-mijn-bedshow. Wie de regionale veilinghuizen bezoekt, weet dat veel prijzen zijn gedaald. Tracht de inboedel van grootmoeder te slijten en je merkt dat je voor een rustieke kast amper honderd euro vangt. De handel lijkt door een aardbeving getroffen. Hoe komt dat ? We vroegen het aan veilingmeester Mon Bernaerts en zijn zonen Peter en Christophe. Het veilinghuis Bernaerts viert straks zijn veertigjarige bestaan. Deze experts zijn best geplaatst om uitleg te geven. En wat blijkt ? We beleven een bijzondere tijd vol nieuwe opportuniteiten.

Vooral antieke meubelen zijn spectaculair in waarde gedaald. Vroeger stond elke antiekzaak vol donker gebeitst meubilair, nu vind je dat voor een zacht prijsje bij de brocanteur. Twintig jaar geleden kocht wie goed in de slappe was zat een kussenkast, een zwart gepolitoerd pronkmeubel uit een kasteel, een statussymbool van vijftien- of twintigduizend euro, nu kost zo’n stuk nauwelijks tweeduizend euro. “Franse bruidskasten zijn in hetzelfde bedje ziek,” zegt Mon Bernaerts, “tot vijftien jaar geleden kostte zo’n kast met veel snijwerk tienduizend euro, nu amper een vijfde. Is het een simpel meubel uit de achttiende eeuw : een paar honderd euro.” Over de Mechelse buffetten, het antiek van Jan Modaal, spreekt niemand meer. “Een eetplaats met scènes op à la Teniers, raak je zelfs in de Troc niet kwijt”, lacht Christophe Bernaerts.

Hoe komt dat ? Peter Bernaerts ziet een verband met Nine Eleven : “Tot dan waren de Amerikaanse decorateurs actief over de hele wereld en kochten veel meubelstukken. Door de aanslag op de Twin Towers stokte hun handel.” Sinds de late jaren negentig veranderde ons interieur ook structureel. “In de jaren zeventig hadden de rijken een groot huis vol kasten en schilderijen, nu leven ook zij compacter, in woningen met veel glas en weinig wanden.” In één klap werd het succes van alle grote stukken antiek weggeveegd, zoals de wandtapijten, die ooit tot vijftigduizend euro kostten. “Nu zijn ze nog een tiende waard, zelfs een Brussels wandtapijt uit de zeventiende eeuw verkoopt moeilijk, alleen de zestiende-eeuwse vinden nog kopers”, aldus Christophe.

OUDE MEESTERS EN ZILVER

Het veilinghuis Bernaerts haalde ooit de nationale pers met de verkoop van wat in het vakjargon Oude Meesters wordt genoemd, schilderijen en beelden van de middeleeuwen tot de negentiende eeuw. Ook die markt werd flink door elkaar geschud. “Vroeger kon je alles verkopen, nu enkel nog museumkwaliteit met een pedigree”, legt Mon Bernaerts uit. “Zo’n werk brengt wel meer op dan vroeger. Straks veilen we een werk van Jan Brue-ghel I (een van de zonen van Pieter Brue-ghel de Oude). Destijds goed voor 150 à 200.000 euro, het maakte niet uit of het getekend en gedateerd was. Nu schiet het werk dat wel een signatuur en jaartal draagt eruit, en wordt dat vijf- of zeshonderdduizend euro”, vult Christophe aan.

Tot voor enkele jaren hoorde er in elk klassieke interieur wat zilverwerk. Zilver kent niet dezelfde terugval als de meubelen, maar toch. “Vroeger was alle zilver makkelijk verkoopbaar en had zelfs verzilverd metaal een waarde”, vertelt Mon Bernaerts. Nu raak je verzilverd nergens meer kwijt. “Echt antiek zilver doet het nog vrij goed,” legt Christophe uit, “bijvoorbeeld, een paar achttiende-eeuwse kandelaars uit Mons gingen destijds zesduizend euro, nu twee- tot drieduizend. Maar alles van na 1850 wordt op de weegschaal gezet. De prijs wordt slechts bepaald door het gewicht. Wat te jong is, wordt niet zelden smeltzilver.”

SMAAK EN STATUS

We maken een grondige prijscorrectie mee, veel oude kunst en antiek is in waarde gehalveerd. “Misschien was die schifting nodig en waren de prijzen te hoog,” oppert Peter Bernaerts, “maar de kopers, zo ervaren wij, weten ook meer dan vroeger. Ze volgen cursussen, zoeken op het net en zijn selectiever.” Maar er is meer. Omstreeks de millenniumwissel greep er een smaakrevolutie plaats, die samenvalt met Nine Eleven. Niet alleen de liefde voor wat antiekdealers de ‘zware antiek’ noemen, ging eruit. Ook heel wat moderne kunst, voor- en naoorlogs, is minder in trek. Zelfs gevestigde waarden laten hun pluimen, zoals de meesters van de Latemse School of Constant Permeke. Vroeger hing je de geërfde kunstwerken netjes aan de muur. Nu vinden veel erfgenamen impressionistische of expressionistische kunst oubollig. Peter Bernaerts : “Iets ouds wordt niet langer geapprecieerd. Het antiek ruilde de plaats in voor design en abstracte of hedendaagse kunst.”

De interieur- en verzameltrends veranderen sneller dan vroeger. Een populaire stijl ging makkelijk een generatie mee. Wat nu prijzig is, zal later een deel van zijn waarde verliezen. Nu is het grote publiek tuk op vintagedesign. “Maar ik denk dat de top stilaan bereikt werd. Hou er rekening mee dat design mainstream wordt”, aldus Peter Bernaerts. “Begin jaren negentig gaf je met vintage in je interieur blijk van extra persoonlijkheid, het was een nieuw statussymbool. Nu staat de wereld vol design en pronken de zitjes van Panton of Prouvé in elke modezaak. Dit haalt de status van design naar beneden, het is niet langer exclusief en de kans bestaat dat de prijzen wat gaan zakken. Wie persoonlijk uit de hoek wil komen kiest tegenwoordig voor een mix, van oud en nieuw, uiteraard zonder heruitgaven. Want die heruitgaven van oud design worden nooit echt waardevol”, beklemtoont Christophe Bernaerts. “Kijk naar de meubelen van Jules Wabbes, oude exemplaren gaan geld, de remakes krijgen geen antiquarische meerwaarde.”

Ook in de kunst is het een komen en gaan van trends en namen. “Dat is altijd zo geweest. Kunstschilder Pol Mara is een mooie illustratie. In de jaren zeventig moest je omwille van je standing een werk hebben uit zijn Bilitisperiode, met zo’n sensuele vrouw erop. Dat kostte toen algauw tienduizend euro, nu zijn die doeken onverkoopbaar, of halen nog amper een tiende van die prijs, maar terzelfder tijd groeit de belangstelling voor zijn oudere, abstracte werk.”

Collectioneurs van hedendaagse kunst houden er doorgaans weinig rekening mee dat wat vandaag in de mode is van levende kunstenaars, straks misschien als minder aantrekkelijk wordt beschouwd. “Het is gewoon zo. Wie hedendaags werk koopt van een jonge kunstenaar, die weet niet of dat doek nog in waarde zal stijgen, zelfs niet of het zijn waarde behoudt,” merkt Peter op, “dat is net de reden waarom dit een riskante business is en wij er onze handen van afhouden. De hedendaagse markt moet, zoals vroeger ook, nog een schifting ondergaan. In een veilinghuis zit je dus steeds een tot twee generaties achter, je brengt wat al een tijdje op de markt is.”

CHINA

Niet alles daalt in waarde. De archeologica uit Egypte of Griekenland doen het uitstekend en de markt van de etnische kunst wakkert al jaren aan. Ook nieuwe markten zagen het licht. “Zoals de Russische markt,” vertelt Christophe Bernaerts, “al is die nu wat afgekoeld.”

De topper is natuurlijk de markt van het Chinese antiek. “Een jonge markt,” legt Peter Bernaerts uit, “alles begon zo’n zeven jaar geleden. We verkochten toen een onvolledige vaas voor liefst 55.000 euro.” Ondertussen boomt die markt overal, ook in ons land waar verschillende veilinghuizen actief zijn. In tegenstelling tot wat de westerlingen lang hebben gedacht, is de belangstelling van de Chinese kopers voor echt antieke objecten gering, ginds pronken de nieuwe rijken met grote porseleinen vazen of ivoor uit de negentiende en twintigste eeuw. Ze kopen de kitsch terug die hier na de oorlog werd verpatst. “Hou er wel rekening mee dat de Chinezen gokkers zijn,” legt Christophe Bernaerts uit, “het ene object brengt zoveel meer op dat het andere, soms is de logica zoek. Sommige vazen blijven stijgen in waarde, andere dalen.” Door de enorme omvang blijft de Chinese markt belangrijk voor de handel in het Westen, maar niemand weet hoelang de koopwoede zal standhouden.

FASHION

Voor de interieur- en kunsthandeltrends zijn de woningen van fashiondesigners trendsetting. Zij verlaten stilaan het pure vintagedesign en integreren weer oudheden in hun woningen. Dat begon met antieke oosterse tapijten en nu lijken zelfs bijzondere meubelen aan de beurt. De revival van het bijzondere meubel, zoals het Antwerpse kunstkabinet, komt op gang. Bernaerts veilt deze week ook een collectie Parijse rococomeubelen van topkwaliteit. “Zulke stukken zijn opnieuw in trek”, aldus Christophe Bernaerts. De rijke jetset droomt weer van een flat in Moskou of New York in le goût Français, de chique Parijse stijl waar destijds de Rothschilds en Rockefellers hun pied-à-terre mee inrichtten. Kortom, de belangstelling voor meubelen zal stijgen en de prijzen zijn vooralsnog erg laag. Het is koopjestijd !

Ook de periferie van de kunsthandel wordt steeds aantrekkelijker. Bernaerts organiseert al lang veilingen van werken op papier, dat gaat van fotografie tot tekeningen en grafiek. “Jonge en minder gefortuneerde verzamelaars ontdekken de grafiek die betaalbaar blijft. Prenten en tekening van moderne kunstenaars zijn in”, aldus Christophe Bernaerts. Terwijl de verzamelaars van echt antieke boeken afhaken, is al wat uit de twintigste eeuw komt aan papier in trek. Dit komt deels door het internet waarop wel wat wordt aangeboden. Nieuwe verzamelaars ontdekken daarop ook de catalogi van de klassieke veilingen.

De experts van Bernaerts verwachten dat deze nieuwe generatie het verzamelen weer zal doen aanwakkeren. Misschien kopen ze nu grafisch werk van Guy Vandenbranden of Jef Verheyen en verzamelen ze over tien jaar etsen van Ensor of Rembrandt. Iedereen is het er ook over eens dat de lage prijzen die je momenteel betaalt de verzamelwoede aanwakkeren. Dit is nu eenmaal de wet van de kunsthandel : goedkoop wordt aantrekkelijk. Zo werd een kwarteeuw geleden ook het vintagedesign herontdekt, toen je voor een Bertoiastoel slechts twintig euro betaalde op de vlooienmarkt.

DOOR PIET SWIMBERGHE & PORTRET CHARLIE DE KEERSMAECKER

“Wie hedendaagse kunst koopt, weet niet of dat doek ooit in waarde zal stijgen, zelfs niet of het zijn waarde behoudt”

“De wereld staat vol design, het is niet langer exclusief, dus bestaat de kans dat de prijzen wat gaan zakken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content