Nieuw leven voor een legende
Een luxueuze vierzitter met de prestaties van een sportwagen: met de Continental GT wil Bentley een nieuwe, vliegende start nemen. Het designteam dat de prestigieuze machine ontwierp, wordt geleid door een Vlaming. Dirk van Braeckel over stijl, traditie en ingehouden passie.
Pierre Darge
Er staat een frisse wind in de pitlane van het circuit van Le Mans, waar zoveel automobielgeschiedenis is geschreven en waar nu een handvol nieuwsgierigen bijeen staat rondom de Bentley Speed Eight, het racemonster dat dit jaar tijdens de 24 uur op de vierde plaats eindigde. Toch wachten ze op een andere, heel speciale auto: de wagen die Bentley moet toelaten opnieuw zichzelf te worden, nadat het meer dan zeventig jaar lang in de schaduw van Rolls Royce door het leven ging.
Naast me staat een slanke veertiger met gemillimeterd haar en een teruggetrokken kin. Een man die in 1968 als jongetje in Meigem bij Deinze op de televisie de Grote Prijs van Monaco volgde, toen Jack Brabham de hele wedstrijd aan de leiding reed en in de laatste bocht de controle over zijn wagen en daarmee ook de wedstrijd verloor. “Daar, voor dat televisietoestel, is de passie in me opgelaaid”, zegt hij.
Een passie die hem nooit meer verlaten heeft. Dirk van Braeckel studeerde elektronica en bouwde in zijn vrije tijd modelauto’s van racewagens op schaal 1:10 of 1:12. Tot hij in de krant een advertentie van Ford las waarin modelbouwers voor het designcentrum werden gevraagd. Hij aarzelde geen ogenblik en reisde af naar Keulen met een paar auto’s onder arm. “De chef van de afdeling modelbouw kon zijn ogen niet geloven”, zegt van Braeckel terwijl hij zijn groene jekker verder dichtsnoert en op zijn Breitling-horloge kijkt. “Hij had nog nooit een model gezien dat zo minutieus was uitgewerkt en kon niet geloven dat een hobbyist en een autodidact alle onderdelen zelf had vervaardigd.”
Van Braeckel werd niet alleen aangenomen, hij kreeg ook de steun van Ford om in het Londense Royal College of Art transportdesign te gaan studeren. Na zijn studies maakte hij in 1984 de overstap naar Audi, waar hij de wagen tekende die met succes het record van de klim op de Pike’s Peak omverhaalde en zich boog over de vormen van de Audi 80 die in de Amerikaanse Imsa-series werd ingezet. Hij sleutelde ook aan de Audi’s voor het Duitse toerwagenkampioenschap, en was in de wolken. “Het mooie aan de autosport is dat het allemaal zo snel gaat. Het seizoen loopt af, tegen Kerstmis heb je een nieuwe auto ontworpen en in februari is die raceklaar. Al ging het er, achteraf bekeken, toen nog wat amateuristisch aan toe. Je voelde intuïtief aan welke vormen aërodynamisch belangrijk waren, tekende die uit, maakte een model en bracht dat naar de windtunnel.”
Het werk van de jonge Vlaming ontging de kenners niet en met de uitbreiding van de Volkswagen-groep was enthousiast, jong volk nodig. Maar toen van Braeckel hoofd van de designafdeling bij Skoda werd, wist niemand of dat nu echt wel een promotie was. “Collega’s verklaarden me voor gek, terwijl ik juist de kans zag om een merk met een roemrijk verleden een gezicht voor de toekomst mee te geven. Bovendien werd het geheel ondersteund door de knowhow en de kwaliteitseisen van Volkswagen, en uiteindelijk kwam de heropstanding van het Tsjechische merk sneller dan verwacht. Belangrijker was dat Ferdinand Piëch, de grote baas van de Volkswagen-groep, de Octavia prachtig vond. En toen het werk aan het interieur van de Superb af was, vroeg hij me om bij Bentley aan de slag te gaan.”
Een half uur later rijdt een vrachtwagen achterwaarts de pitlane in, de laadruimte plooit open en we zijn de eersten die de Bentley Continental GT bij daglicht mogen aanschouwen, pakweg drie weken nadat die op het salon in Parijs onder de schijnwerpers aan het publiek is getoond. Een brok krachtige elegantie op wielen, het vleesgeworden bewijs dat het nieuwe bedrijf met vertrouwen de toekomst tegemoet kan zien. Want op 16 september, niet toevallig de geboortedatum van Walter Owen Bentley, werd Bentley Motors boven de doopvont gehouden, nadat enkele weken eerder de laatste Rolls Royce in Crewe van de band was gerold. Na 71 jaar had Bentley zich opnieuw losgemaakt van Rolls Royce. ” We are, once again, unique“, zei pr-vrouw Sarah Perris op het salon, “maar we zijn Rolls Royce ook dankbaar, omdat het in november 1931 Bentley van het bankroet redde, net een jaar nadat het merk voor de vijfde keer de 24 uur van Le Mans gewonnen had.”
Walter Owen Bentley, van opleiding treiningenieur, was invoerder van de Franse DFP-sportwagens toen hij in 1919 uiteindelijk zelf een auto ontwierp. Die auto was in essentie een sportwagen en tussen 1924 en 1930 zouden Bentleys vijf keer de 24 uur van Le Mans winnen. Tegelijkertijd raakte het merk in geen tijd aan de rand van de financiële afgrond en werd het in 1931 door Rolls Royce van het bankroet gered. “Dat verleden is belangrijk”, zegt van Braeckel, die zich in het nieuwe geheel een dirigent noemt van een designafdeling die onder zijn impuls van 8 tot 45 man uitgroeide. “Omdat in het verleden de sleutel tot de essentie van Bentley ligt. Als bouwer van locomotieven was Bentley de overtuiging toegedaan dat een gigantisch vermogen essentieel was, en dat de rijder te allen tijde een genereuze trekkracht ter beschikking moest staan, ook in de lage toerentallen. Doordat hij grote motoren bouwde die bij lage toerentallen voldoende trekkracht afleverden, gingen ze ook eeuwig mee omdat ze nooit onder stress werden gezet. Bentleys waren sportief, en hoefden zich daarvoor niet eens in te spannen. De manier waarop de kracht werd afgeleverd, bepaalde de Bentley experience, die later werd samengevat in de omschrijving effortless power.”
Toen Rolls Royce in 1931 Bentley overnam, kwam daar een luxeaspect bij, maar geleidelijk aan verdween ook Bentleys persoonlijkheid. Bentley werd het tweelingzusje van de Rolls Royce, al bleef men een Bentley als een driver’s car omschrijven, in tegenstelling tot de Rolls Royce, die een chauffeured car was. Toch waren er in de 71 jaar wel een paar uitschieters die geen Rolls Royce-lookalikes waren, zoals de Continental R, die in 1953 werd voorgesteld.
“Een Bentley moet in de eerste plaats als een understatement ervaren worden”, zegt van Braeckel. “Een luxeproduct dat niet door luxe imponeert. Een gevoel dat door de Engelsen perfect omschreven als the excitement of holding back. Bentley-rijders hangen niet tegen de bumper van de auto die ze willen inhalen, flikkeren evenmin met hun koplampen. Ze houden veeleer van relaxed driving, hebben geen behoefte aan vroem-vroem maar wachten tot ze een veilige kans zien, en halen dan meteen vier wagens tegelijk in, zonder dat ze de motor daarvoor hoog in de toeren hoeven te jagen.”
“Ik heb veel tijd met Bentley-eigenaars doorgebracht, in een poging om me in te leven in hun leefwereld. Want tenslotte werd van mij gevraagd dat ik datgene wat zij verwachtten tot expressie zou brengen. Ik reisde naar het concours d’élégance in Pebble Beach in Californië, discussieerde een dag lang met Ralph Lauren in diens kantoor in New York om te begrijpen waarom hij een Arnage wilde die zowel vanbuiten als vanbinnen zwart hoorde te zijn, met alleen het accent van de verchroomde radiator en de koplampen. The ultimate understatement.“
“Toch hebben die ontmoetingen me geleerd dat er verschillende soorten eigenaars zijn. Je hebt mensen met established money, met oud geld, maar ik ontmoette ook een jong stel dat een succesvol beroepsleven leidt en geen kinderen wil, omdat ze alleen maar van het leven willen genieten. David Beckham en Posh Spice lieten dan weer in twee Bentleys de voornamen van hun kinderen in de kinderzitjes aanbrengen. Ook Jennifer Lopez bezit twee Bentleys. Maar allen vielen ze voor een paar duidelijk te omschrijven kwaliteiten. Om te beginnen is er natuurlijk het volstrekt unieke. Maar er is ook de voorliefde voor klassieke lijnen en de appreciatie van alles wat met de hand gemaakt is. Vergeet niet dat bij de productie van elke Arnage 750 uur handwerk gemoeid is.”
“Natuurlijk waren de mensen in Crewe ongerust toen Bentley in Duitse handen kwam, maar in die drie jaar hebben ze gezien dat het Volkswagen menens was. Er werd gezorgd voor een schitterende motor, voor investeringen, voor een nieuw design– en engineering center. En boven alles voor de mogelijkheid om zichzelf te ontplooien. Want het bedrijf staat of valt met vakmanschap dat vaak van vader op zoon wordt doorgegeven. Eén van onze vaklui werkt al 43 jaar in het bedrijf en jongens kunnen bij Bentley vanaf hun zestiende terecht om het vak te leren.”
Van Braeckel bezit zelf nog geen Bentley, maar heeft wel een Jaguar E-type coupé uit 1963 in de garage staan. “Omdat het zo’n clear design statement is, waarbij concept en design zo duidelijk hand in hand gaan. Thuis heb ik drie racefietsen staan en natuurlijk hou ik van alles wat mooi en functioneel is. Van antiek maar ook van modern. In Praag leerde ik de schoonheid van oude meubelstukken appreciëren, en vooral de manier waarop die dingen gebouwd werden en alleen daardoor al zo’n uitstraling verwierven. En omdat ik een doorzetter ben, kan ik me heel lang in een idee vastbijten, terwijl anderen het al lang opgegeven hebben. Ik wil weten waarom iets is zoals het is, ben geboeid door lichtinvallen, door de natuur en de architectuur. We hebben in Chester een negentiende-eeuws huis in rode zandsteen gekocht met binnenin een fraaie lambrisering. Eigenlijk ben ik verliefd op dat huis, en vooral op de technieken die erin gebruikt werden. De trap is een technisch hoogstandje, het vakmanschap dat daaruit blijkt, imponeert nog altijd. Maar ik kan me ook heel erg verdiepen in de moderne architectuur van bijvoorbeeld Norman Foster.”
We lopen rond de Continental GT, die met een top van 290 kilometer per uur ’s werelds snelste vierzitter wordt en bij het manoeuvreren in de pitlane alle tinten van grijs tot blauw in zich opneemt. “Een typisch karaktertrekje van de kleur Silver Tempest,” zegt de ontwerper, “een ideale kleur om de lezing van de verschillende volumes toe te laten. Hoewel er drieënhalf jaar is verlopen tussen de eerste schetsen van de GT en de voorstelling in Parijs, stond de basisvorm na vier maanden al vast. Ik kwam in augustus 1999 in dienst, en nog voor Kerstmis hadden we het uiterlijk in de goede vorm gegoten. Toen we twee kleimodellen op ware grootte hadden uitgewerkt en die aan Ferdinand Piëch toonden, stapte die meteen naar één van de modellen, die hij de perfecte expressie vond van waar Bentley voor staat. Een emotioneel product, maar je kunt emoties op duizend manieren tot uiting brengen. In dit geval met een product waarin de Britishness vooropstaat, gecombineerd met een sculpturale verschijning.”
“We wilden geen retrolijnen, maar wel een stijl die geïnspireerd was door het verleden, en die tegelijkertijd een nieuw begin zou betekenen. Daarvoor is een herkenbaar gezicht belangrijk, bij Bentley is dat bijvoorbeeld de typische grille en het feit dat de grootste koplampen het dichtst bij de radiator staan. Die grille en de koplampen vangen de allereerste aandacht, en worden omgeven door clean styling.”
De Bentley GT mag dan wel een coupé zijn, hij valt met geen andere wagen te vergelijken. Al was het maar omdat hij over voldoende ruimte beschikt om vier inzittenden in alle comfort te vervoeren en tegelijk de acceleraties kan voorleggen van een echte sportwagen. Een reisauto in de echte GT-traditie uit de jaren zestig. Een GT die in zich de genen van de Speed Six uit 1928 en de R-type Continental uit 1953 draagt en die vanuit stilstaande start zo’n drie mijl in zestig seconden kan afleggen. Zonder daarbij op zijn adem te trappen.
De Bentley Continental GT wordt door een W12-motor met een slagvolume van 6 liter aangedreven die zijn kracht via een zestrapsautomaat op de vier wielen doorgeeft. Medio 2003 gaat hij in verkoop. Met een prijs van ongeveer 160.000 euro wordt hij ook de goedkoopste Bentley.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier