Het architektenbureau WAWW verbouwde met

een minimum aan ingrepen een oud kloosterpand

tot een hedendaagse leefruimte, die het midden houdt tussen

een ruim appartement en een loft.

Hilde Bouchez

styling : Marc Heldens

fotografie : Verne

Het kan ook gezellig zijn in een woning als er weinig in staat”, verklaart architekt Kris Mys. Samen met binnenhuisarchitekt Geert Clarysse werkt hij sinds ’89 onder de naam WAWW (What A Wonderful World). Hij debuteerde suksesvol met de spraakmakende loft van Linda Loppa op het Antwerpse Zuid. Met een ascetische vormentaal haalde hij de internationale pers. Zo komt het dat WAWW in België tegen wil en dank de naam heeft een loftspecialist te zijn. “Wij willen ons niet profileren als architekten die vooral lofts hertekenen, integendeel. Voor ons is het belangrijkste op dezelfde golflengte te zitten als de bouwheer. Daarbij willen we vrij zijn van burgerlijke clichés en met nieuwe woonideeën werken. Uiteraard krijgt een architekt vandaag meer opdrachten voor renovatie dan voor nieuwbouw. Zo speelt het dekoratieve element altijd een grote rol en komt het puur architekturale soms op de achtergrond. Hoe dan ook, we gebruiken steeds vormelijke elementen in een dekoratief kader, hetzij in een loft, hetzij in een meer traditionele woning. ” Naast opdrachten voor privé-woningen heeft WAWW ook een aantal kantoor- en winkelinrichtingen op zijn aktief.

In de oude Antwerpse binnenstad ontwierpen ze de woning van Sven Allaers. “Koud en warm zegt men van melk maar niet van architektuur”, zei eens Mies van der Rohe. En toch zitten in dit voormalige kloosterpand uit 1692 oud en nieuw samen. Allaers : “Toen ik het pand kocht, was het een ruwbouw. De ruimte bestond uit drie grote open zones. Andere architekten die ik raadpleegde hertekenden de woning zo dat er niets van het oorspronkelijke karakter bewaard bleef. WAWW behield het skelet en voegde er een aantal minimale elementen aan toe. Door het gebruik van nieuwe materialen aksentueerden ze de autentieke sfeer nog meer. ” Hoewel het hier gaat om grote open ruimten, spreekt Allaers van een appartement en niet van loft. “De ruimten zijn groot in vergelijking met de meeste appartementen, maar niet extreem groot zoals bij een loft. “

Kris Mys : “We gaan altijd uit van een konkrete sfeer. Als iemand een gebouw of een stuk ervan koopt, is dat meestal omdat hij van de bestaande ruimte houdt. Vanuit dat basisgegeven tekenen wij een hedendaagse woning. ” De drie zones bleven behouden ; alleen de eerste werd opgesplitst in verschillende kamers : een inkom met daarnaast de badkamer, die uitgeeft op de slaapkamer. Bad- en slaapkamer zijn klein in vergelijking met de andere zones, maar niet in vergelijking met hun doorsnee oppervlakte in een konventionele woning. Ze zijn ook van elkaar gescheiden door een halfdoorschijnende wand, wat het kontakt tussen de twee vergroot.

De houten zoldering loopt overal door, en als de deuren tussen de kamers openstaan, geeft ze de indruk dat de woning één ruimte is. Hoewel er wel degelijk scheidingsmuren en deuren zijn, heb je nooit het gevoel van de ene kamer naar de andere te gaan. De indruk van eenheid wordt ook vergroot door uniform materiaalgebruik. Zo keren betonkonstrukties verschillende keren terug : in de zitkamer als multifunktionele bank, in de keuken als vensterbank, en in de badkamer als wastafel.

Vanuit de inkom kom je rechtstreeks in de tweede zone, waar gekookt en gegeten wordt. Het kookeiland van Bulthaup werd gekombineerd met houten wandkasten die met aluminium bekleed zijn. De derde zone is de woonzone. Ze beslaat 80 m², een heel stuk ruimer dan de gemiddelde woonkamer.

De lage houten zoldering en de niet bepleisterde ruwe bakstenen benadrukken het autentieke karakter van het oude kloosterpand. De betonnen vloer, de stukken witgepleisterde wand en de koele metaalafwerking van de keuken geven een hedendaags aksent. Bij de keuze van de meubels opteerde Allaers voor warme kleuren en een eenvoudige stijl die niet indruist tegen de eenvoud van de architektuur. Opvallend in de zitkamer is de betonnen bank. Dit vormelijk element heeft meer dan één funktie, en typeert de stijl van Mys en Clarysse. Boven de bank kreeg ook Mao een plaats, Allaers’ favoriete schilderij van Andy Warhol. “Onlangs vond ik een tweede Mao. Nu nog een derde. Mijn voorkeur gaat naar pop-art, maar een echt verzamelaar ben ik niet. Mijn vader maakte de marmeren skulptuur naast het raam ; ze heeft een belangrijke emotionele waarde. “

De stijl van de woning is sober maar niet extreem. “Sommige mensen vinden mijn appartement koel. Ik vind dat niet. Sober is niet ongezellig. Ik hou van de rust die deze ruimte geeft. De leegte doet me herademen na een drukke werkdag in een flashy design-omgeving. Clarysse en Mys hertekenden ook mijn kapperszaak Soap. Het was de bedoeling dat het salon zou opvallen, en dat doet het ook. Vandaar dat het architektenduo voor mijn flat voor een andere stijl opteerde. “

De lage houten zoldering en de ruwe bakstenen zijn overgebleven uit 1692. Nieuwe materialen aksentueren de autentieke sfeer.

In de tweede zone wordt gekookt en gegeten. Naast het kookeiland van Bulthaup : houten wandkasten bekleed met aluminium.

De stijl is sober, maar niet extreem. De ruimte geeft rust.

Alleen de eerste woonzone werd opgesplitst in verschillende kamers : een inkom met daarnaast de badkamer, die uitgeeft op de slaapkamer (foto links).De badkamer is klein in vergelijking met de andere zones, maar niet in vergelijking met een konventionele woning (boven).

Face-à-face met Warhols Mao, van ver en van heel dichtbij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content