Dit appartement werd gekocht voor het uitzicht op een van de boeiendste straten van Antwerpen, maar was aan een grondige opknapbeurt toe. De eigenaar vertrouwde de opdracht toe aan Jurgen Persijn, een graficus met een passie voor architectuur en meubilair.

Nog niet lang geleden keek je bij het binnenkomen van dit appartement op een muur, een scheidingswand op halve hoogte om de slaapkamer aan het oog te onttrekken. Het resultaat was een vrij smalle hal, die totaal niet strookte met de allures van de traphal. Het appartement bevindt zich namelijk op de eerste verdieping van een laat-achttiende-eeuws herenhuis in het verlengde van een van de meest fascinerende straten van Antwerpen. Het gebouw werd enkele jaren geleden gerenoveerd zonder dat aan de indeling van de verdiepingen werd geraakt. Het appartement op de eerste verdieping vormt een soort U rond de brede traphal. Twee kamers bevinden zich aan de straatkant en twee aan de achterzijde. Een vijfde ruimte loopt van voor- tot achtergevel.

Het eerste dat je je afvraagt van zodra je het appartement te zien krijgt, is waarom iemand voor deze indeling kiest. Je komt namelijk binnen langs de slaapkamer, maar die wordt qua oppervlakte zo klein mogelijk gehouden om plaats te bieden aan een vestibule. “De nieuwe eigenaar moest en wilde ook rekening houden met een aantal beperkingen”, vertelt Jurgen Persijn. “Hij heeft dit appartement gekocht vanwege de ligging, maar ook voor de mooie plafonds, het prachtige negentiende-eeuwse parket en de kwaliteit van het hang- en sluitwerk van deuren en ramen. Hij wilde ook de bestemming van de ruimten niet veranderen. Binnenkomen langs de slaapkamer was dus een vaststaand gegeven. Bovendien waren de keuken en de badkamer (in het verlengde van de slaapkamer) ook moeilijk verplaatsbaar. Die zijn trouwens gebleven zoals ze waren.”

Entree in de slaapkamer

De bewoner, Michael Koblov, en Jurgen Persijn kenden elkaar al. Koblov is eigenaar van de boetiek Fragma in de Antwerpse Nationalestraat, Jurgen Persijn verzorgde het grafische ontwerp van de boetiek. Hij heeft ook een passie voor meubilair en verzamelt met flair meubelen uit de twintigste eeuw, zonder onderscheid van periode of ontwerper, of hij nu Jules Wabbes of Ettore Sottsass heet. Als student ontwierp hij al zijn eigen meubelen en maakte ze zelf in het atelier van een vriend : “Zowel uit noodzaak als voor het plezier van het nadenken over het ontwerpen van meubelen.” Toen hij de opdracht kreeg voor dit project, leek hem dat de gedroomde kans om zijn voorliefde voor uitgezochte voorwerpen nog eens extra uit te leven. Hij kon zijn passie botvieren tot in details zoals drinkglazen en tafelbestek.

Maar binnenkomen in de slaapkamer was het eerste probleem dat moest worden opgelost. In plaats van de functie van die zeer mooie ruimte te maskeren, besloot Jurgen Persijn om de wanden, die de vorige eigenaar had toegevoegd, weer te slopen en het bed zichtbaar te maken.

“Michael Koblov houdt van de sfeer van hotelkamers, een van de weinige plekken waar het bed een element is dat niet verborgen wordt. Daar heb ik dus rekening mee gehouden en het bed goed in de kijker geplaatst. Het is op het randje van voyeurisme, maar het schokeffect werd iets verzacht door er een kubus van donker glas in een verchroomde metalen structuur omheen te zetten.” De kubus organiseert meteen de hele kamer. Je loopt heel vanzelfsprekend om de slaapruimte heen. Deze ingreep, met zijn transparanties en weerspiegelingen, is een spektakel op zich. Het doet denken aan een glamourversie van een paviljoen van Mies van der Rohe. Het meubel dat hier tot tentoonstellingsobject wordt verheven, moet wel iets speciaals zijn. Het bed Kline (een ontwerp van Rodolfo Dordoni) en de askleurige bedsprei in Chinees geitenleder zijn van Minotti, de lage tafeltjes ( T60 van Citterio) van B&B Italia en de ambachtelijk geblazen lampen in troebel Muranoglas zijn een ontwerp van Mangiarotti voor Arte-mide.

Zelfs de verlichting onderstreept de theatraliteit van de ruimte. Buiten de nachttafellampen komt er ook nog (niet verblindend) licht uit buislampen die onder het bed werden aangebracht. Het beoogde effect was vooral virtueel : de indruk geven dat het bed in de ruimte zweeft. En de kamer heeft nog een derde lichtbron, namelijk achter de enorme dressing tegen de schoorsteenmuur. “Het licht van de neonlampen wordt weerkaatst in de spiegels van de dressingdeuren. We kozen voor de intensiteit van natuurlijk licht. Dat is comfortabeler bij het uitkiezen van kleren.”

Lange as

Lopend rond de glazen kubus kun je de keuken, de badkamer of de eetkamer binnenstappen. De eetkamer bevindt zich samen met de salon in één lange ruimte. De eerste indruk die je hier krijgt, is die van puurheid. Geen enkel element verstoort de lijnen, die allemaal recht zijn en zowel horizontaal als verticaal lopen. Om het volume en het plafond nog sterker te doen uitkomen, laten de zitmeubelen in de salon ( Go van Cappellini) en de extra lage, gelakte tafel ( Note van Piero Lissoni voor Cassina) nog veel ruimte over in de hoogte. Rond de eettafel in wengé, ontworpen voor acht personen, staan de zeer exclusieve tulpstoelen met verchroomde voeten PK9 van Poul Kjaerholm (voor Fritz Hansen). Daaronder ligt een prachtig zwart tapijt van Minotti, gemaakt van aan elkaar genaaide ponyhuiden.

Eveneens in wengé is het lange, lage bergmeubel dat los lijkt te staan van de muur. Dat is het effect van een warme, naar oranje neigende verlichting. Loodrecht op deze lange as bevindt zich de muziekkamer. Die werd veel minder ingrijpend veranderd. “Dat is de meest authentieke kamer, ze moet vroeger zeker een ontvangstkamer zijn geweest. De prachtige oude parketvloer ligt er nog en daar moest uiteraard een vleugelpiano komen”, zegt Jurgen Persijn. “We hebben ook weer een spiegel boven de schoorsteenmantel gezet. Hij staat nu pal tegenover de spiegel op de schoorsteenmantel van de salon. Voor alle ramen aan de straatkant kozen we bijna doorschijnende stores die een heel zacht gefilterd licht doorlaten. Het enige dat ik daaraan toegevoegd heb is een staande Ilia-lamp van Classicon.”

Conceptuele dynamiek

Omdat men hier mensen wil ontvangen, voor bijvoorbeeld een geïmproviseerd concertje, neemt het meubilair weinig plaats in. Er staan alleen een lage tafel T60 van Citterio en een paar zeer sculpturale zitmeubelen, namelijk twee zwarte Tongue Chairs van Pierre Paulin ( Artifort). Heel modernistisch.

Diezelfde conceptuele dynamiek bepaalde ook mee de keuze van servies en bestek. Het bestek is een ontwerp uit 1962 in roestvrij staal : Prisme van Dahlerup & Holbek voor Georg Jensen. Ook de drinkglazen Tac 02 van Rosenthal zijn prachtig. Ze werden ontwikkeld in 2003 naar een tekening van Walter Gropius uit 1969. Diezelfde periode in de geschiedenis van het de-sign heeft ook het tafelporselein van de Fin Tonfisk geïnspireerd.

De zorgvuldige selectie ervan staat symbool voor de zorg waarmee alles in dit appartement werd uitgekozen. Van déjà vu is hier helemaal geen sprake. Dat is de bijzondere verdienste van deze woning. n

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

De eerste indruk die je hier krijgt is die van puurheid. Geen enkel element verstoort de lijnen, die allemaal recht zijn en zowel horizontaal als verticaal lopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content