Een rijdend huis, een woonschip of een kazerne als tijdelijke woonplaats. Sommige mensen wonen niet graag in een huis of een appartement. Drie voorbeelden.

Parttime mobiel

Architecten Dries Stevens en Nancy Neukermans wonen de helft van het jaar in een loods waar ze met minimale middelen een tijdelijk kampement hebben opgetrokken. De andere helft reizen ze rond in een rijdend huis.

“Op een bepaald moment beslisten we ons leven zo mobiel mogelijk in te richten. We kochten het onderstel van een Unimogtruck en huurden een loods in Antwerpen waar we konden bouwen en tijdelijk wonen. Met materiaal uit de afvalcontainer van onze buurman-schrijnwerker hebben we in zeer korte tijd een leefplek in elkaar getimmerd, achter in de loods. We hebben drie kamers en een gang, die vooral als opslagruimte dienst doet. De kleinste kamer, met kachel, is de zit- en werkkamer, waar we de koudste wintermaanden in trotseren. Die is zo gemaakt dat onze lange bank er precies in past. Verder hebben we een kleine slaapplek en een centrale ruimte die we vooral als keuken gebruiken. Stukken afvalhout en oude dekens zijn de basis van onze architectuur, dingen die we in onze directe omgeving gevonden hebben. We waren net kinderen die een kamp bouwden.”

“Die manier van leven heeft vooral te maken met het idee om zo weinig mogelijk te moeten werken en zoveel mogelijk te kunnen reizen. Een budget voor een groot huis was er dus niet. Het is voor ons een absolute noodzaak om een lange tijd weg te kunnen van het bekende en in de ongerepte natuur te kunnen leven. Na een tijd missen we dan weer het stadsleven en zijn we blij terug naar Antwerpen te kunnen komen. We voelen ons als een soort hybride. We willen zoveel mogelijk verschillende dingen ervaren en beleven, en daarbij is het handig om zo mobiel en complexloos mogelijk door het leven te gaan.”

“Als we in Antwerpen zijn, gebruiken we de Unimog als badkamer. Omdat baden voor ons een ultieme vorm van ontspanning is, hebben we in het midden van de wooncontainer een luxueus bad geĆÆnstalleerd. In de meeste mobiele woningen is dat bijkomstig en zeer krap. Omdat wij offroad reizen en dus helemaal geen campings en andere faciliteiten aandoen, vonden we het belangrijk om in die zes maanden onderweg ook comfortabel te kunnen baden. Er is een speciale pomp voorzien om de waterreservoirs te kunnen vullen met het water uit rivieren en meren. Wanneer we niet in bad zitten, leggen we bovenop de kuip een houten vloer en wordt deze plek de zitkamer.”

“De architectuur van de Unimog is gebaseerd op de bruggenbouw. Bovenop het chassis is een aluminium basisstructuur aangebracht. Die kan worden opgeklapt, zodat bij stilstand het voertuig nog groter wordt. De huls is vervaardigd van aan elkaar gestikte witte donsdekens met een zeil boven. Wanneer we binnen lampen aansteken licht het hele voertuig op en dat geeft uiteraard iets heel bijzonders. Wanneer we ermee op reis zijn is het tuig ook een vorm van communicatie. Mensen worden erdoor aangetrokken en leggen heel snel contact. Dat is extra meegenomen.”

Info : www.livingis.be

Woonschip in Brugge

Koen De Vaere en Heidie Broes wonen met hun vier kinderen in de Rio Claro, een omgebouwd vrachtschip uit 1889.

“De Rio Claro is een rijnaak. Hij is gebouwd in Rotterdam voor een Duitser die er droge lading mee vervoerde. De laatste reis bracht een vracht veevoeder naar Aalter. Daarna is hij hier aan de Kruisvest in Brugge voor anker gegaan en hij is er nooit meer weggegaan. Wij hebben hem gekocht in 1996. Het was een bizarre periode voor de binnenscheepvaart. Eigenaars kregen subsidies om hun boot te laten slopen. Ze verdienden bijna meer met laten slopen dan met verkopen.”

“Eerst heette dit schip Eduard Michiels, daarna vaarde het onder de naam van Marksburg en toen werd hij Jofra genoemd. De vader van de schipper van wie we de boot kochten, kocht zijn eerste schip toen een rivier in BraziliĆ« werd ontdekt, de rivier Claro. Vandaar de naam. We hebben hem gehouden. Pas recentelijk hebben we gehoord dat het ongeluk zou brengen om een boot een nieuwe naam te geven.”

“Dit schip had elf ruimen, compleet onpraktisch voor transport in deze tijd. Er moeten containers in een vrachtschip vervoerd kunnen worden. Daarom is het uit de beroepsvaart genomen. De buitenkant was in zeer goede staat, de binnenkant iets minder : we hebben er vier ton roest uit weggeschept. Het schip is 77 meter lang en 10 meter breed. Toen ik aan de verbouwing bezig was, reed ik hier met mijn fiets rond.”

“Toen we dit schip kochten, was het direct de bedoeling om erin te gaan wonen. Professioneel gezien verbouw ik fabrieken tot leefruimten. Vanuit het idee dat ruimte schaars is in Vlaanderen wilde ik op zoek naar alternatieven. Ik was gepassioneerd door het idee om gelijk welke ruimte om te vormen tot woning.”

“Het begrip ‘woonboot’ bestaat officieel niet. Iedereen vult het in zoals hij of zij het zelf denkt. Wij zijn aangesloten bij de vzw Vlaamse Woonschepen. Daar krijgen eigenaars tips en praktische oplossingen en we bespreken onze situatie. De helft van de woonboten maken jaarlijks een reis. Met de Rio Claro is dat moeilijk. Die is te groot, hij kan alleen op grote kanalen varen en dan zie je niet de mooiste omgevingen en landschappen.”

“Wonen op deze boot is in principe hetzelfde als wonen in een huis. Alleen is het hier ruimer. We hebben een elektriciteitsaansluiting en internet. Maar we zijn nog niet aangesloten op de waterleiding. We pompen het water uit het kanaal en hebben een eigen zuiveringsinstallatie.

De bouwmaterialen zijn anders dan die van een huis : het materiaal moet kunnen meebewegen als de boot beweegt. Voor de slaapkamers heb ik een vrachtwagen hout gekocht van de afbraak van een fabriek van Gustave Eiffel in Nancy. Negentig procent van het meubilair dat je hier ziet zijn weggegooide meubelen. Als je het juiste afval samenbrengt, krijg je een leefbaar geheel.”

www.rioclaro.be

Tijdelijke eigenaar van een kazerne

Jonathan Pilati woont tijdelijk in de Luitenant Coppens Kazerne in Brasschaat. Hij is er bewoner voor het Lancelotproject.

“Ik leerde het project kennen via een vriend en via een reportage op televisie. Lancelot zoekt voor vastgoedbeheerders naar tijdelijke bewoners voor hun panden. ‘Bewaken en beheren van tijdelijk leegstaand residentieel en commercieel vastgoed door middel van bewoning’ is hun principe. Het kan gaan om molens, kastelen, monumenten, musea, kantoren of villa’s. Ik had op de website ingetekend op een aantal projecten, maar ik kreeg in eerste instantie geen bericht. Pas een paar maanden later werd ik gevraagd om eens te komen kijken naar de kazerne. We wonen sinds eind deze zomer met zes mensen in het kantoorgebouw van het militaire domein.”

“Ik woon in de all-ranks bar, het soldatencafĆ©. Het is een charmante ruimte. Ik heb een toog, een badmintonterreintje en twee petanquebanen voor de deur en plaats voor een pingpongtafel in mijn eigen huis. Dat is een grote luxe voor de 140 euro die ik maandelijks betaal. Jarenlang heb ik vrij klein gewoond. Mijn boeken, platen cd’s en dvd’s zaten weggestopt in dozen. Nu kan ik alles uitstallen.”

“Natuurlijk zijn er regels : we mogen niet schilderen bijvoorbeeld. De bedoeling is immers dat het gebouw na onze bewoning ongewijzigd achtergelaten wordt. Er is geen centrale verwarming, dus we behelpen ons met elektrische vuren of petroleumkacheltjes. Douches en toiletten zijn gemeenschappelijk per gang. In principe komt er maandelijks een controleur langs. Ik huur niet, maar ik heb een gebruiksovereenkomst. Dat houdt ook in dat het contract op korte termijn opgezegd kan worden. Wij kunnen in twee weken op straat staan, maar we krijgen wel voorrang voor andere Lancelotprojecten. Dus ja, je moet ervoor openstaan om geregeld te willen verhuizen. Maar het kan ook een voordeel zijn : ik studeer in Brussel en als het pendelen met het openbaar vervoer te lastig wordt, ga ik ginder op zoek naar een soortgelijk project.”

“De bewoners zijn een heel ander soort mensen dan de militairen die hier gewerkt hebben, denk ik. Dat is een gek idee. Ik denk dat ik hier als 35-jarige de oudste bewoner ben. De jongste is 22. Je moet natuurlijk een beetje onconformistisch zijn om op deze manier te willen wonen. Mensen met kinderen kunnen hier niet wonen, omdat minderjarigen niet in dit soort projecten mogen instappen.”

“Ik ben een stadsmens, dus ik weet nog niet of ik het buitenleven hier zal volhouden. In ieder geval is het een prachtig domein. Ook de gebouwen zelf zijn verrassend. Ik heb al een paar keer in de lege gangen rondgewandeld, een glaasje wijn in de hand.”

Info : www.camelotproperty.com

Door Owi / Foto’s Frederik Vercruysse; Door Leen Creve / Foto’s Charlie De Keersmaecker; Door Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content