Jennifer, mijn Amerikaanse schoondochter, wandelde laatst door een park in Boston en ging even zitten op een bank bij een zandbak. Vertederd door het kleine volkje. Maar er was iets in het beeld dat haar stoorde. Het drong plots tot haar door dat die peuters en kleuters niet met elkaar speelden, maar allemaal met hun eigen moeder. Dat vond zij vreemd. Maar het allervreemdste is natuurlijk dat die moeders de situatie heel gewoon zijn gaan vinden. De ultieme uiting van wantrouwen in je medemens is wel dat je je kind niet durft te laten spelen met een ander kind. Ongeveer twee jaar geleden bleek uit een onderzoek van Amerikaanse sociologen dat een kwart van de door hun bevraagde personen in de afgelopen zes maanden met niemand, inderdaad met niemand anders hadden gesproken over dingen die belangrijk voor hen waren. Eenzaamheid geïnduceerd door angst en wantrouwen of door het onvermogen jezelf kwetsbaar op te stellen ? Een Amerikaanse universiteit gaf al haar studenten recentelijk een iPod cadeau, waardoor de campus plots volliep met jongelui die alleen nog met hun eigen muziek bezig waren. Het werd er heel stil. Zijn studenten niet precies mensen die zichzelf en de anderen moeten proberen te overstemmen, de boel op stelten zetten en experimenteren met relaties en geen in zichzelf gekeerde muzikale monniken ?

Niet verbazingwekkend dat met dit soort evoluties ook nog blijkt dat mensen seks steeds meer als een solitaire bezigheid gaan zien, met de nodige technische of virtuele hulpmiddelen. Waar heb je een ander mens nog voor nodig in deze tijden ?

Aan de andere kant viert de cultuur van het netwerken hoogtij. Iedereen herhaalt het voortdurend : het is belangrijk om een stevig en wijd vertakt ‘netwerk’ uit te bouwen. Daarvoor dienen bijvoorbeeld al die afterworkparty’s. En de vele uitnodigingen voor ongeïnteresseerde mensen die de dure plaatsen in de opera en bij andere cultuurmanifestaties bezetten, tot spijt van wie er wel zou willen zijn maar het niet kan betalen. Dacht je echt dat dit alles er was om je te amuseren, om een nieuw lief te vinden of om vrienden te maken ? Dat kunnen eventueel gunstige neveneffecten zijn. Het allerbelangrijkste is dat je de juiste personen leert kennen die nuttig kunnen zijn in je loopbaan. Je gaat tegen die mensen niet je leven vertellen of bij hen soelaas zoeken voor klein of groot verdriet. Je hebt er integendeel alle belang bij om je kwetsbare kant bij die gelegenheden vooral niet bloot te geven. Alles wat je zegt en doet, kan op een strategisch moment tegen je gebruikt worden. Met alles wat je hoort of waarneemt, kun je zelf op een gegeven ogenblik je voordeel doen. Het is dus zaak om voor te wenden dat je bij de knapsten en de sterksten hoort. Zo’n programma als Witte Raven is een mooie metafoor voor dat schijnleven. Als je handig bent en de juiste coaches inhuurt, kun je voor om het even wat doorgaan. Quitte dat je op een gegeven moment door de mand valt, je hebt dan toch een stuk spannend en glamoureus leven gehad.

Maar als je je leven speelt, wordt het steeds moeilijker om je ware zelf bloot te geven. En je kunt ook de andere niet meer vertrouwen, omdat je er nauwelijks nog in slaagt hem te kennen. Je leeft dus permanent op je qui-vive, bang voor een barst in de broze eierschaal van de schone schijn. In deze drukke tijden waarin heel veel wordt gesocialized, lopen veel eenzame mensen rond.

Een Gentse buurtwerker, in zo’n typische buurt waar oudere bewoners langzaam plaats- maken voor jonge gezinnen die huizen verbouwen en upgraden, nam een paar maanden geleden het initiatief om de stilte te doorbreken. Voor vrijwel elk raam hingen na enige tijd foto’s van de bewoners met een korte persoonsbeschrijving, wat voor werk ze doen, wat hun interesses en hobby’s zijn. Langzaam kwam er echt leven in die buurt, de mensen gingen samen fietsen en nog veel meer en sloten vorig jaar af met een gezamenlijk kerstfeest. Een andere vorm van netwerken. Netwerken in het echte leven, gespeend van elk zakelijk belang.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content