?Wanneer je als jong meisje in het secretaressevak belandt, ben je misschien nog wel een beetje onschuldig. Je weet niet wat er in de wereld te koop is en bent daarom vol vertrouwen. Bovendien wil je graag attent en behulpzaam zijn. Het is je tenslotte geleerd tijdens de opleiding dat je servicegevoelig en gedienstig moet zijn.?

Toen Suzan als achttienjarige secretaresse aangesproken werd door een Franse zakenman die een bezoek bracht aan het bedrijf waar ze werkte, wilde ze hem dan ook graag verderhelpen. Ze had al zijn hotelkamer geboekt, een tafel in een restaurant gereserveerd en hem een auto met chauffeur bezorgd. Nu bleek hij zijn tandenborstel te zijn vergeten. Of ze er een voor hem wou gaan kopen en naar zijn hotel wou brengen ? Deed ze dus. Pas toen ze in het hotel de lichtelijk beschonken zakenman en de lachende conciërge zag, begreep ze dat de Fransman andere bedoelingen had. Zoveel jaren later en een paar jobervaringen rijker kent ze de knepen van het vak. In de ene baan moest ze vooral veel koffie zetten en veel afwassen, in de andere moest ze vooral schuldeisers wandelen sturen. ?Nee, meneer is er niet, hij is op zakenreis. Is de factuur nog niet betaald ? Ik zal de boekhouder vragen om het voor u te regelen.? Suzan geeft het grif toe : ?Ik heb leren liegen alsof het gedrukt staat, in opdracht van een baas.?

Verder stelde Suzan in de loop van haar carrière vast dat bazen het heel normaal vonden dat ze alles regelde : feesten bedenken, afscheidscadeaus kopen, recepties organiseren, meubelen kiezen, deurwaarders ontvangen desnoods. Ook beslommeringen uit het privé-leven van de baas werden aan haar toevertrouwd : bellen naar de glazenmaker om een nieuw stuk glas in een deur in zijn woning te laten zetten of brieven schrijven in het kader van de hobby-activiteiten van zijn echtgenote. Waarom niet ?

In ruil daarvoor werd ze echter niet bedolven onder de attenties. Eén keer had haar baas haar op secretaressedag met een bos bloemen bedacht, maar dan was hij ook nog zo tactvol erbij te zeggen dat hij de hele dag op de radio had gehoord dat het secretaressedag was en dus niet kon achterblijven… ?Vind je het niet aardig van me dat ik zo aan je denk ??

Suzan is een van de Nederlandse secretaressen die aan het woord komen in het pasgepubliceerde Getikte Grieten. Secretaressen over hun baas (uitg. Ad. Donker). Ze vertellen allemaal verhalen die niet bepaald een flatteus beeld geven van hun werkgever meestal een man. De geïnterviewde secretaressen zijn, ook al zijn het directiesecretaressen, allemaal vrouwen.

Een greep uit de door henzelf vermelde taakomschrijvingen. ?Je bent een vergaarbak, de oplossing voor alles?, zegt de een. Een ander werd moeder-overste genoemd, en ja, ze vond zelf ook wel dat ze een soort moeder was op het werk : een beetje aandacht geven aan iedereen. ?Net zoals ik thuis doe bij mijn man en kinderen.? Op dezelfde manier heeft Anja er geen bezwaar tegen haar baas te vergezellen bij de aanschaf van een auto, ook al is haar aanwezigheid enkel vereist om zijn keuze te beamen. ?Het is zo sneu voor hem om alleen te gaan.? Carol ziet er dan weer geen graten in cadeaus te kopen voor de echtgenote van de baas of hem te herinneren aan zijn zoveelste huwelijksverjaardag.

?Secretaressen zijn er voor alle diensten?, zegt Anja, die omscheven wordt als een echte oldtimer, zo een die lang voor mijnheer binnenkomt al achter haar bureau zit en niet naar huis gaat voor hij weg is. Want hij heeft haar de hele dag nodig, meent ze. Ook op haar vrije dagen is ze beschikbaar. Als hij haar nodig heeft, komt ze. Of dat nu is om een binnenzak te naaien, zijn pen te zoeken of voor een andere kaksmoes, zoals ze het zelf noemt. Alleen zijn jas aanpakken doet ze niet, net zo min als zijn neus snuiten en zijn broek ophalen…

En zo staat dit boekje vol met grappen en grollen. Wie van dit soort kolder houdt, moet Getikte Grieten vooral kopen. Wie iets meer zoekt dan anekdotiek, is beter af zonder. Soms lijkt dit boekje niet meer dan een uitlaatklep voor de minachting van de samenstelster voor alles wat tegenwoordig onder de term manager schuilgaat. Hoofdstukken met titels als Friese stamboekstier of Geboren zak hadden al zoiets laten vermoeden. Natuurlijk is het ongehoord wat sommige bazen van hun medewerksters durven vragen, maar wat bereik je door daar via een dergelijke scheldtirade lucht aan te geven ?

Rond deze werkrelatie had een hedendaagse Monsieur est servi kunnen geschreven worden. Het werd een nogal goedkope serie in elkaar geflanste getuigenissen die vaak alleen maar de stereotiepen bevestigen, en soms het niveau van roddel of achterklap niet overstijgen. Jammer.

Iedereen kent wel een sterk verhaal over de baas-en-zijn-secretaresse, al dan niet amoureus, waarbij vragen over grenzen kunnen worden gesteld. Overschrijdt de baas een grens wanneer hij zijn secretaresse om een broodje stuurt ? Overschrijdt de secretaresse een grens wanneer zij per ongeluk ! persoonlijke post opent ? Hoe dient zij zich te gedragen wanneer er fraude wordt gepleegd ? Hoever gaat de plicht tot geheimhouding ? Waar eindigt de dienstbaarheid en waar begint het machtsmisbruik ? Hoe kan er samengewerkt worden op basis van wederzijds respect, los van arrogant paternalisme of slijmerige onderdanigheid ?

Over dit mistige terrein zijn ongetwijfeld interessante voorbeelden te verzamelen en originele bedenkingen te formuleren. In de plaats daarvan heeft Monique Snoeij een aantal sterke verhalen uitgekozen waarin vooral de boertige, lompe, incompetente, onzekere, drankzuchtige, gierige, geile, geldverspillende baas te kijk wordt gezet. Het onaangename van dit boek is dat je er op de koop toe geen greintje meer respect voor de secretaresse door krijgt, en dat had toch ook een bedoeling kunnen zijn.

Jo Blommaert Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content